Werkgroepen Internationaal Privaatrecht
Inhoudsopgave
WEEK 1: PERSONEN- EN FAMILIERECHT I...........................................................................................2
WEEK 2: PERSONEN- EN FAMILIERECHT (II).....................................................................................10
WEEK 3: VERMOGENSRECHT I; OVEREENKOMSTEN, RECHTSPERSONEN EN GOEDERENRECHT........18
WEEK 5: VERMOGENSRECHT II & PROCESRECHT I...........................................................................27
WEEK 6: PROCESRECHT II.................................................................................................................33
OEFENTENTAMENVRAGEN..............................................................................................................41
1
,Week 1: Personen- en familierecht I
Opdracht A: Casus
Adel en Sabrina
Wanneer Adel Mahi en Sabrina Amra beiden 20 jaar oud zijn, treden zij in 2005 in Algiers
(Algerije) met elkaar in het huwelijk. Beiden hebben zowel de Algerijnse als Portugese
nationaliteit. Adel is geboren in Algerije, maar opgegroeid in Portugal. Sabrina is wel
geboren en getogen in Algerije. Direct na de huwelijkssluiting gaan zij in Lissabon wonen.
In augustus 2021 verhuist Sabrina naar Nederland om een opleiding te gaan volgen. Na
enkele maanden besluit zij in Nederland te willen blijven en de relatie met Adel te willen
beëindigen.
In september 2022 dient Sabrina een verzoek tot echtscheiding in bij de rechtbank
Amsterdam. Zij geeft in het verzoekschrift aan te kiezen voor toepasselijkheid van het
Algerijnse recht. Adel voert verweer en stelt dat het echtscheidingsverzoek beoordeeld
dient te worden aan de hand van het Nederlandse recht. Bovendien stelt hij dat het
huwelijk niet duurzaam is ontwricht.
Vraag 1: Is de rechtbank bevoegd om van het echtscheidingsverzoek kennis te nemen?
Hoofdvragen IPR:
- Bevoegdheid: welke rechter is bevoegd?
- Toepasselijk recht: welk recht is van toepassing?
- Erkenning: kun je een vonnis, huwelijk etc. dat in een ander land is gewezen of
gesloten in NL erkennen?
Deze vraag gaat over bevoegdheid m.b.t. echtscheiding. Je gaat kijken naar de verordening
en verdragen die er zijn. Op het gebied van bevoegdheid is er Brussel II-ter. Je mag alleen
naar de daadwerkelijke regels gaan als het formeel, materieel en temporeel van toepassing
is.
Brussel II-ter
Materieel: art. 1 lid 1 sub a de regeling is van toepassing op echtscheiding.
Formeel: art. 6 lid 2 de hoofdregel is dat Brussel II-ter van toepassing is als het gaat om
bevoegdheid in echtscheiding, als de verweerder zijn gewone verblijfplaats heeft in een
lidstaat of onderdaan is van een lidstaat. Als hiervan geen sprake is, dan is Brussel II-ter toch
van toepassing als er een rechter is in een van de lidstaten die bevoegd is o.g.v. art. 3-5 (lid
1, Sundelind/Lopez). Hieraan wordt voldaan, want Adel woont in Portugal en Sabrina in
Nederland.
Temporeel: art. 100 het verzoekschrift is ingediend na 1 augustus 2022.
Is de Nederlandse rechter bevoegd?
art. 3 is de hoofdregel en onder sub a punt 5 staat dat de rechter bevoegd is van de
gewone verblijfplaats van de verzoeker die daar ten minste al een jaar woont. Sabrina is
verzoeker en woont in Nederland. Ten tijde van de indiening woont ze er al meer dan een
jaar. Dus ja, de Nederlandse rechter is bevoegd.
2
,Vraag 2: Stel dat Adel en Sabrina 17 jaar oud waren toen zij in het huwelijk traden. Hoe
zou in dat geval uw antwoord op vraag 1 luiden?
Als zij gewoon volwassen waren en er geen aanwijzingen zijn dat het misschien niet erkend
zou moeten worden, dan speelt de voorvraag niet. In dit geval zijn ze 17, dus dan moet je je
gaan afvragen of er niet iets aan de hand is. De voorvraag die hier stelt is dat er wel een
echtscheidingsverzoek is, maar kunnen wij dit huwelijk in Nederland wel erkennen? De
voorvraag is nu erkenning van het huwelijk.
Brussel II-ter is niet meer van toepassing hier, want die gaat over echtscheiding. Het gaat nu
over erkenning van het huwelijk. In dit geval is Haags huwelijksverdrag van toepassing.
Haags huwelijksverdrag
Materieel: art. 1 het gaat om het huwelijk.
Formeel: art. 7 universeel, dus geen beperkingen.
Temporeel: art. 15 altijd van toepassing
Art. 9 geeft de erkenningsregel dat als het huwelijk geldig is voltrokken in een andere staat,
hier Algerije, dan kan het in Nederland worden erkend. Als je in Algerije dus op 17-jarige
leeftijd mag huwen is het goed.
Er zijn echter weigeringsgronden in art. 11 en je moet ook altijd rekening houden met de
openbare orde van art. 14.
Nederland heeft een uitwerking van het verdrag gegeven in Boek 10. Hier zeg je dus niet ‘het
verdrag is niet van toepassing, dus ga ik naar boek 10’, maar je zegt ‘het verdrag is wel van
toepassing, maar er hangt een fleurtje van boek 10 aan’ (art. 13).
Je zegt dus dat art. 13 een soort verwijst naar Boek 10 en dan ga je verder met Boek 10
uitwerken.
Art. 10:32 is een uitwerking van huwelijken die voor Nederland in strijd zijn met de openbare
orde. In ieder geval is een huwelijk kennelijk onverenigbaar met de openbare orde, als
partijen jonger zijn dan 18 bij het sluiten van het huwelijk (sub c), tenzij de erkenning pas
wordt gevraagd als ze al boven de 18 zijn. De uitzondering is dus van toepassing. De regel
komt erop neer dat het geen kind huwelijken wil erkennen.
Vraag 3: Gesteld dat de rechtbank bevoegd is om kennis te nemen van het
echtscheidingsverzoek, welk recht is dan van toepassing?
Nu komen we bij de vraag welk recht van toepassing is. Het onderwerp is weer
echtscheiding. Is er een verdrag of verordening? Nee, dan ga je naar het commune IPR. De
regeling van het toepasselijk recht staat in art. 10:56.
Op echtscheiding is toepassing Nederlands recht (lid 1). Er staat echter een uitzondering in
lid 2 indien er sprake is van een gemeenschappelijke vreemde nationaliteit. Daarvan is hier
sprake, want ze zijn allebei Algerijns. Hier is sub b van toepassing, want Sabrina zegt dat zij
Algerijns recht wil. Beide echtgenoten moeten wel een werkelijke maatschappelijke band
met dit land hebben. De casus geeft niet voldoende aanknopingspunten, maar als advocaat
3
, moet je dan dus wel gegevens bij elkaar sprokkelen dat ze daar bijv. hebben gewoond,
familie hebben, een huis hebben etc.
Vraag 4: Bij het aanleggen van de realiteitstoets maakt de rechter gebruik van subjectieve
en objectieve factoren. Geef aan wat met dit onderscheid wordt bedoeld. Geef tenminste
twee voorbeelden van ieder van deze factoren.
Effectiviteitstoets doe je als mensen meerdere nationaliteiten hebben en je gaat kijken met
welke nationaliteit ze de nauwste band hebben.
Realiteitstoets doe je als je maar een nationaliteit aan het toetsen bent en je dan afvraagt of
dit wel reëel is. Bijv. Franse nationaliteit maar je woont al 30 jaar in Nederland.
- Objectieve factoren: meer beleving en voornemens van een partij. Voel je je
verbonden met het land? Wil je er later gaan wonen?
- Subjectieve factoren: zijn feitelijke dingen. Hoe lang heb je daar gewoond, heb je er
familie, ga je er elk jaar op vakantie?
Deze toetsen hoef je niet altijd te doen, dat geeft de wet zelf aan. In art. 10:56 lid 2 sub b
zie je dit, je moet gaan toetsen of er een maatschappelijke band is met het land.
Vraag 5: Wat is de ratio van artikel 10:56 lid 2 BW? Geef een gemotiveerd antwoord
Sabrina denkt ik wil dat echtscheiding in Nederland wordt uitgesproken omdat die makkelijk
erkend kan worden in Algerije. Die kans is groter als de Nederlandse rechter het Algerijnse
recht heeft toegepast. Dan kan deze samenloop van omstandigheden handig zijn.
Opdracht B: Casus
Faiza en Derk
Op 21 mei 2008 treden de Nederlander Derk en de Duitse Faiza met elkaar in het huwelijk
in Arnhem. Onmiddellijk na het huwelijk gaan zij in Keulen wonen en werken. In 2015
wordt in Keulen hun zoon Max geboren. Een jaar later volgt een dochter, Lea. De twee
kinderen hebben zowel de Duitse als de Nederlandse nationaliteit. Het verzorgen van twee
kinderen blijkt voor Faiza moeilijk te combineren met haar baan op een advocatenkantoor,
waar zij als partner veel verantwoordelijkheid draagt. Zij is daarom blij dat zij in de zomer
van 2019 een prestigieuze, maar slecht betaalde, parttime-positie bij UNESCO in Parijs
aangeboden krijgt. Het lukt Derk om een functie bij de Nederlandse ambassade in Parijs te
krijgen, zodat het gezin zich in de lichtstad kan vestigen.
Eind 2021 lopen de spanningen op. Derk gedraagt zich steeds afstandelijker en de vlam
slaat in de pan als hij een baan bij het ministerie van buitenlandse zaken in Den Haag kan
krijgen. Faiza is gelukkig in Parijs en moet er niet aan denken om naar Nederland te
verhuizen. Als Derk zijn plan toch doorzet, raakt het huwelijk ontwricht. Op 1 februari
2022 neemt Derk zijn intrek in een woning in Den Haag, terwijl Faiza in Parijs achterblijft.
Max en Lea worden inmiddels verzorgd en opgevoed door de ouders van Faiza in Keulen.
4