College aantekeningen
Werkgroep opdrachten bestuursrecht
- Instelling
- Universiteit Leiden (UL)
De antwoorden op de werkgroep opdrachten van alle weken van bestuursrecht
[Meer zien]Voorbeeld 2 van de 15 pagina's
Voorbeeld 2 van de 15 pagina's
In winkelwagengesponsord bericht van onze partner
Verkoper
VolgenVoorbeeld van de inhoud
Werkgroepen bestuursrechtWeek 1
1. Casus Warmtepomp
Aannemer De Vries bouwt een nieuwbouw (appartementen)complex in Leiden. Op 25 september 2018
verstrekt hij aan een onderaannemer de opdracht tot het installeren van zestien warmtepompen.
Op 30 mei 2019 dient hij bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat een aanvraag tot
subsidieverlening in voor deze zestien warmtepompen. Op het aanvraagformulier vult hij als
verwachte aankoop- en verwachte installatiedatum van de warmtepompen respectievelijk 31 juli 2019
en 25 september 2019 in.
Op 26 juni 2019 verleent de minister de subsidie van € 33.200.
Ten behoeve van de vaststelling van de subsidie vraagt de minister een bewijs waaruit de aankoop- en
installatiedatum blijken. De Vries voldoet aan dit verzoek. De behandelend ambtenaar constateert dat
de aankoopdatum vóór de subsidieaanvraagdatum ligt. Dit acht hij problematisch. De subsidie is
bedoeld om de energietransitie te stimuleren en kennelijk kon De Vries ook zonder de subsidie al de
opdracht geven (zie ook art. 22 lid 1, aanhef en onder c, van het Kaderbesluit nationale EZ-subsidies).
a) Kan de verleende subsidie op nihil worden vastgesteld? Ja, de subsidie kan wel lager worden
vastgesteld, want de ontvanger heeft onvolledige gegevens verstrekt die hebben geleid tot een
verkeerde verleningsbeschikking. De subsidie was niet bedoeld voor mensen die het al konden
betalen. Op grond van art. 4:46 AWB lid 2 sub c
b) De subsidie is al aan De Vries uitbetaald. Kan de minister nu nog het geld terug krijgen? Ja de
minister kan het geld terugvorderen op grond van art. 4:95 awb lid 4. Het gaat om een voorschot
en dan kijk je in art. 4:95 awb lid 4
c) Stel nu dat de subsidie op 30 januari 2021 al was vastgesteld op € 33.200 en de ambtenaar
constateert past bij een nadere controle in maart 2022 dat de warmtepompen al voor de aanvraag
waren gekocht. Kan de ambtenaar dan nog de subsidie intrekking en terugvorderen? Na de
vaststelling is het subsidierecht nog strenger art. 4:49 lid 1. Kan de vaststelling intrekken of
wijzigen. We zitten in sub b en de Vries is een professionele partij (een aannemer). Met art. 4:49
lid 3 staat een termijn van 3 jaar na de vaststelling. Dit is voor rechtszekerheid. Je hebt zwart op
wit en in totaal heb je al meerdere besluiten.
d) Stel dat De Vries een bezwaarschrift indient tegen het vaststellingsbesluit. Daarin betoogt hij
onder meer dat de verplichting dat de warmtepomp pas na de subsidieverlening besteld mocht worden
expliciet in het subsidieverleningsbesluit opgenomen had moeten worden. Omdat dit niet is gebeurd,
kleeft er volgens hem een gebrek aan het subsidieverleningsbesluit en kan dus ook de subsidie niet op
nihil worden vastgesteld. Heeft De Vries gelijk? Tegen subsidievaststelling besluit en bezwaar
maken op subsidie verlening kan niet want de termijn is verstreken. Je kan bezwaar maken op
de subsdiie verlening voor 6 weken lang. Art. 6:7: awb, dus daarna staat het vast en formele
rechtskracht. Later kan je niet meer in bezwaar daar tegen dus. Je kan niet meer iets
aanbrengen tegen het verleningsbesluit.
2. Casus Gewekt Vertrouwen
Op 16 november 2020 vraagt een agrariër een subsidie aan voor agrarisch natuurbeheer. Bij besluit
van 1 april 2021 wordt een subsidie van €21.986,73 door het college van gedeputeerde staten van
Gelderland verleend.
De hoogte van de subsidie is afhankelijk van het aantal hectare grond dat gebruikt zal worden voor het
agrarisch natuurbeheer. Deze omvang zal worden vastgesteld op basis van nog te maken luchtfoto’s. In
een bijlage bij het besluit staat daarom dat mogelijk nog geometrische correcties worden doorgevoerd.
In dat geval zal de agrariër vóór 15 oktober 2021 een nieuw besluit ontvangen.
Bij het besluit van 7 november 2021 heeft het college de oppervlakte gecorrigeerd. Daarom wordt de
subsidie lager vastgesteld en moet de agrariër €1.925,79 terugbetalen.
De agrariër is het er niet mee eens. Volgens hem is het besluit in strijd met het vertrouwensbeginsel: in
het subsidieverleningsbesluit stond immers dat een eventuele correctie vóór 15 oktober zou
plaatsvinden.
, Wat vindt u van het betoog van de agrariër? Maakt het daarbij uit of de subsidie is verleend op basis
van een nationale of Europese subsidieregeling?
In principe heeft de agrariër gelijk. Hij kon er vanuit gaan dat hij na 15 okt 2021 niks meer zou
horen. Dit ging om een toezegging. En deze toezegging kwam van een bestuursorgaan. Het gaat
om zo veel geld dat bij een belangenafweging zou het zeker om een groot belang gaan. En ook
hier gaat het om het vertrouwensbeginsel en de rechtszekerheid die daarbij hoort. Hierbij gaat
het om nationale subsidiewetten. Dus in unierecht over een landbouwsubsidie. Als het gaat om
een Europese subsidieregeling gelden er mogelijk andere regels en dus zou dit kunnen betekenen
dat het wel mocht. Er is een ander vertrouwensbeginsel.
3. Casus Leids Theatergezelschap
Het college van burgemeester en wethouders van Leiden (college) verleent eens in de 5 jaar
kunstsubsidies. Er is te weinig subsidie om aan alle theatergezelschappen een subsidie te verlenen.
Daarom moet een keuze worden gemaakt. Alle theatergezelschappen moeten een plan indienen
waaruit blijkt dat zij vernieuwend zijn en ook jong publiek naar de theaters zullen lokken. Alleen de
beste 3 aanvragen zullen worden gehonoreerd.
Leidse Studententheatervereniging (LSTV) eindigt helaas als vierde en ontvangt een besluit waarin de
aanvraag wordt geweigerd. Volgens LSTV zijn er grote fouten gemaakt bij de beoordeling van haar
aanvraag. Een van de deskundigen die de aanvragen heeft beoordeeld en voorzien van scores is
namelijk een oudlid van de vereniging die is geroyeerd wegens ongepast gedrag naar een ander lid.
Volgens LSTV heeft die deskundige uit rancune LSTV een lage score gegeven. LSTV dient daarom
een bezwaarschrift in.
a) Op welk artikel uit de Awb en beginsel van behoorlijk bestuur doet LSTV hier een beroep? Het
verbod op voor ingenomenheid art. 2:4 awb. Het gelijkheidsbeginsel. Dat er consistentie is bij
subsidieverlening en dat er gelijke kansen zijn om de subsidie te krijgen. Er is sprake van
partijdigheid. En art. 3:9 awb. De controle op advies. Het bestuur zelf is niet zorgvuldig geweest
en dus vergewisplicht.
b) Het college is het eens met het betoog van LSTV dat zij te laag gescoord is: op basis van een
nieuwe beoordeling komt het college tot de conclusie dat LSTV als tweede had moeten eindigen. Toch
weigert het college ook in bezwaar de subsidie. Volgens het college is het geld op: de andere 3
verenigingen hebben immers al hun geld ontvangen en daarmee is het subsidieplafond bereikt. Is deze
weigering terecht? Nee het subsidie plafond art. 4:25 Awb lid 3 verteld dat het plafond niet geldt
als de aanvrager het geld niet krijgt doordat hij een procedure was begonnen.
4. Casus Stichting Vluchtelingen Welkom
Stichting Vluchtelingen Welkom geeft sinds 2000 taallessen aan vluchtelingen in Leiden. Sinds 2000
ontvangt zij daarvoor jaarlijks een subsidie van het college van burgemeester en wethouders. Op 21
september 2022 ontvangt de Stichting een brief waarin staat:
“De Beleidsregel Participatie en Burgerschap loopt eind dit jaar af. Subsidies die worden verstrekt
op basis van deze beleidsregel worden met ingang van 1 januari 2023 beëindigd. U kunt op basis
van een nieuwe beleidsregel subsidie aanvragen, maar op voorhand is duidelijk dat niet alle
instellingen die nu subsidie ontvangen deze zullen behouden.”
De Stichting vraagt op 15 november 2022 een subsidie aan op basis van de nieuwe beleidsregel. Op 15
december 2022 wordt een subsidie voor het jaar 2023 verleend die 65% lager is dan zij de voorgaande
jaren ontving.
De Stichting is in paniek: het nieuwe subsidiebedrag is te laag om haar personeel, huur en andere
kosten te kunnen betalen. Volgens haar mag het college zo’n langdurige subsidierelatie niet zo
onverwacht wijzigen. Heeft de Stichting gelijk? Mag een langdurige subsidierelatie onverwacht
gewijzigd worden? Het is niet onredelijk om je beleid te veranderen. 4:51 awb gaat over
langdurige subsidiesrelaties (3 jaar of meer). Redelijke termijn geboden als een subsidie wordt
aangepast. Er is geen redelijke termijn als het gaat om maar 1,2,3 maand. Dat is tekort en niet
redelijk om alles aan te passen, want ze krijgen 35% van wat ze eerst kregen. Zou in de casus
zeggen 1 jaar is een redelijke termijn.
5. Casus Ontheffing van het parkeerverbod
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper eliensluis. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,46. Je zit daarna nergens aan vast.
Is Stuvia te vertrouwen?
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 80461 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen