Hoorcolleges inleiding Europees
Week 1 – Europese bescherming van de rechten van de mens
Europees recht zit een beetje tussen internationaal recht en nationaal recht in. Europees recht probeert
de krachten en verhoudingen tussen Europese staten vorm te geven en te zorgen dat die staten hun
burgers beschermen. Het is positief recht. Het Europees recht is onderdeel van nationaal recht.
Doorwerking in het Nederlands recht is enorm. Het recht is een weerslag van de politiek en
geschiedenis.
Europa komt zwaar beschadigd uit WOII, fysiek en mentaal. Daarnaast speelt de koude oorlog. In
Europese landen ontstaat de behoefte aan een nieuwe relatie met hun buurlanden: om oorlogen in de
toekomst te voorkomen. Op zoek naar een vorm van samenwerking.
- 1946 = Winston Churchill houdt een toespraak in Zurich. Hij zei dat er gestreefd moest
worden naar de oprichting van de Verenigde Staten van Europa.
- 1948 = het Europa Congres van Den Haag vond plaats. Ook hier riep hij op tot Europese
samenwerking en tot het sluiten van verdragen.
Leidde uiteindelijk tot de Raad van Europa.
Raad van Europa (1949)
De Raad van Europa staat los van de Europese Unie. De Raad is een intergouvernementele organisatie:
een samenwerkingsverband tussen verschillende staten, die ieder wel hun volledige soevereiniteit
houden. Bevindt zich in Staatsburg (Frankrijk). Beslissingen worden hier dus unaniem en met
consensus genomen. De Raad van Europa is opgericht op 5 mei 1949 in Londen door 10 landen
(Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, Italië, Groot-Brittannië, Ierland, Noorwegen, Zweden en
Denemarken). Door de tijd kwamen er steeds meer landen bij. De Raad heeft nu 46 leden (Rusland is
in 2022 eruit gestapt).
Het doel van de Raad van Europa: het beschermen van mensenrechten, de rechtsstaat en de
democratie. Het bevorderen van een grotere eenheid tussen leden. Zij hebben een bewakersfunctie: er
wordt toezicht gehouden of deze bescherming wordt nageleefd. Dit doen zij door middel van
aanbevelingen en verdragen (alleen bindend indien partijen deze hebben geratificeerd, ondertekend en
partij zijn bij het verdrag), dus geen verordeningen, beschikkingen en richtlijnen,
Organen:
- Comité van ministers: de ministers van buitenlandse zaken van de lidstaten. Dit is het
belangrijkste orgaan. Ze bepalen beleid in EU, het politiek draagvlak en controleren of het ook
echt nageleefd wordt.
- Parlementaire assemblee: leden van onder andere onze 1 ste en 2de kamer. De Nederlandse leden
zijn dus een afspiegeling van ons parlement.
Niet lid zijn van Raad van Europa zorgt ervoor dat je niet meer gebonden bent aan het EVRM, want
het EVRM is een verdrag van de Raad van Europa.
Europees verdrag voor de rechten van de mens (EVRM) (1950)
In 1950 begon het met een aantal klassieke rechten. Deze bieden burgers met name bescherming tegen
de overheid. De overheid moet zich afzijdig houden en de burger met rust laten en ruimte geven
zichzelf te ontwikkelen (onthoudingsverplichtingen). Deze rechten zijn afdwingbaar bij de rechter, de
burger mag zich hierop beroepen indien de overheid een inbreuk maakt op zijn recht.
Het EVRM is uitgebreid met 16 protocollen, dit zijn aparte verdragen en moeten weer apart
geratificeerd worden door de lidstaten. Tegenwoordig omvat het EVRM rechten en vrijheden voor de
burgers van lidstaten.
- Artikel 1: verplichting tot eerbiediging van de rechten van de mens. De verdragspartijen
verzekeren een ieder die ressorteert onder haar rechtsmacht de rechten en vrijheden die zijn
vastgesteld.
Een ieder = Beschermd iedereen, elk mens. Moet je wel bevinden op het grondgebied van
de EU, maar nationaliteit doet er niet toe.
, Verzekeren = Positieve/actieve lading. Staten moeten zorgen voor een mensvriendelijke
leefomgeving.
Hoge Verdragsluitende Partij = verplichting ligt bij de staten. De rechten moeten hier en nu
beschermd worden door alle staatsorganen.
- Artikel 13: een ieder wiens rechten en vrijheden die in dit verdrag zijn vermeld, zijn
geschonden, heeft recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel voor nationale instantie = je moet
ergens kunnen klagen, wat ook zin heeft (ombudsman, rechter), Moet kunnen zorgen voor een
echte oplossing. Effective remedy: burgers kunnen naar elke instantie die de mogelijkheid
heeft het leed te stoppen.
EHRM heeft een vangnet functie: enkel als het mis gaat op nationaal niveau. Niet een
vervanging. Art. 35 EVRM: de nationale rechtsmiddelen moeten zijn uitgeput voordat je naar
het EHRM kan stappen. Is ingesteld met het oog op het feit dat ze liever zien dat op nationaal
niveau de mensenrechten beschermd worden.
Kent absolute rechten (art. 3 EVRM), daar kan je niet van afwijken. En relatieve rechten, zoals recht
op privacy (art. 8 EVRM). Daar kan je van afwijken, maar dan wel voldoen aan bepaalde
voorwaarden. Bij veel rechten zijn er grenzen, maar welke balans moet je treffen tussen vrijheid en
rechten van anderen of algemeen belang. Zoeken naar evenwicht.
Europees hof voor de rechten van de mens (EHRM) orgaan Raad van Europa
Europees hof van de rechten van de mens (EHRM) zit in staatsburg en heeft 46 rechters (1 per
lidstaat). De rechters worden benoemd voor 9 jaar en zijn niet herkiesbaar. Kandidaten worden
voorgedragen door de staten en de leden van het Parlementaire assemblee stellen welke rechters
daadwerkelijk mogen toetreden.
Een individueel persoon kan een klacht indienen bij het hof tegen een lidstaat. Het EHRM doet
bindende uitspraak en die kan individuele maatregelen en algemene maatregelen bevatten. De
specifieke dimensie heeft betrekking op de klager zelf (billijke genoegdoening, specifieke opdracht),
staat moet alle gevolgen van de schending wegnemen (heropenen strafproces). Algemene dimensie
heeft betrekking op beleid of wetgeving. Herhaling van de schending voorkomen. Aanpassing van de
wet of beleid. Het comité van ministers houdt toezicht op de naleving van afspraken. Wat doet het land
om dit te voorkomen of op te lossen. Controle op elkaar als staten.
- Staten-klachten (art. 33 EVRM) = formele klacht tegen een ander land (gebeurt eigenlijk niet).
Voorkeur om geschillen diplomatiek te bespreken.
- Individuele slachtoffers/burgers (art. 34 EVRM) = Burgers kunnen klagen als ze claimen
slachtoffer te zijn een schending in hun eigen mensenrechten. Kan jaren duren voordat
uitspraak wordt gedaan, dus bij spoed: interim-maatregelen.
Als klacht binnenkomt wordt hij bekeken door rechter-rapporteur. Kijkt naar de zaak en oordeelt naar
welke rechter de zaak gestuurd wordt. Hoe belangrijker de zaak, hoe meer rechters. Uit een gegronde
zaak volgt een arrest.
- Single judge/eenvoudige rechter Klacht hoogst waarschijnlijk niet-ontvankelijk
- Zit er meer in dan naar comité van 3 (unaniem) kunnen samen klacht niet-ontvankelijk
verklaren. Doen ook kloonzaken, zaken met hetzelfde probleem maar andere klager.
- Kamer van 7 = er zit wat in de klacht. Hierin zit altijd de nationale rechter (zitten er niet om
zijn eigen land te beschermen). Zaken die door de Kamer zijn afgedaan kunnen, indien zij
ernstige vragen opwerpen aangaande de toepassing of interpretatie van het EVRM worden
doorverwezen naar Grote Kamer (art. 30 EVRM) Klacht niet-ontvankelijk, minnelijke
schikking of arrest
- Grote kamer (17 rechters) = zo belangrijk en politiek geladen. Verzoek rehearing door
klager na arrest kamer (art. 43 EVRM, uitzonderlijke gevallen en strakke termijn, soort hoger
beroep).
Na goed gevolg geven aan een uitspraak/arrest, dan wordt de zaak gesloten.
Nadat een klacht is ingediend kunnen er drie dingen gebeuren
(1) Niet-ontvankelijkheid (art. 34-35 EVRM):
, - Klacht gericht tegen niet-verdragspartij
- Nationale rechtsmiddelen niet uitgeput
- Klacht niet binnen 4 maanden ingediend (let op termijn was 6 maanden)
- Klager is anoniem, is zelf geen slachtoffer of maakt misbruik van procedure (steeds opnieuw
dezelfde klacht indienen)
- Klacht kennelijk ongegrond (manifestly ill-founded). Er wordt geen bewijs ingeleverd of hof
gebruiken als 4de instantie.
- Klager leed geen significant disadvantage (geen wezenlijk nadeel).
(2) Minnelijke schikking (art. 38-39 EVRM) = hof heeft naar de zaak gekeken en is niet ontvankelijk,
maar zegt tegen de staat kijk er nog eens naar en kijk of je iemand tegemoet kan komen.
(3) Arrest (art. 41-46 EVRM) = Verwijzen naar de Grote Kamer. Bindende uitspraken.
NB: hof kan in arrest alleen schending EVRM vaststellen, schadevergoeding toekennen, geen court of
fourth instance. Niet in vrijheid stellen, asiel verlenen of nationale wetgeving ongeldig verklaren. Na
de uitspraak gaat de zaak terug naar de staat, deze moet vervolgens de uitspraak uitvoeren, waarop het
comité op de naleving ziet.
Ook als een zaak niet-ontvankelijk is en niet inhoudelijk behandeld is kan het toch een soort
pressiemiddel zijn wat kan leiden tot dat wat mensen willen. Staten willen niet veroordeeld worden en
het heeft effect op je handelsrelaties met andere staten.
Staten hebben bepaalde beoordelingsruimte (margin appreciation): Bij controversiële onderwerpen
stelt het EHRM zich in beginsel terughoudend op en laat het meer ruimte aan de Verdragsluitende
partijen voor de afweging van belangen. Zelf invulling geven. Hoe sterk wordt inbreuk gemaakt op
een recht van iemand, verschilt per recht en per land. Consensus over een bepaald onderwerp in een
land kan nog steeds een inbreuk zijn.
Schuitemaker t. NL = mevrouw is werkloos en ontvangt een uitkering. Op 1 jan 2004 werd een nieuwe
wet van kracht. Voorwaarde voor het ontvangen van de uitkering is algemeen geaccepteerde arbeid
aanvaarden. Mevrouw maakt bezwaar tegen de nieuwe voorwaarde, die wordt afgewezen. Ze dient een
klacht in bij het EHRM, met dat de verplichting in strijd is met het verbod op dwangarbeid, art. 4
EVRM. Het hof constateert dat de verplichting feitelijk een voorwaarde is voor de toekenning van een
uitkering en stelt in zijn algemeenheid dat staten gerechtigd zijn om voorwaarden te verbinden aan de
toekenning van uitkeringen op basis van sociale zekerheid. Er waren namelijk mogelijkheden om werk
niet te accepteren en daarom mocht deze wet. Mevrouw heeft geklaagd zonder te onderbouwen
waarom wat van haar verlangd werd de grens van dwangarbeid overschrijdt. Het hof verklaard de
klacht unaniem ongegrond.
Blondje t. NL = Blondje wordt gearresteerd omdat hij werd verdacht van strafbare feiten. Hij weigert
zichzelf te identificeren, waardoor hij langer wordt vastgehouden op grond van de vreemdelingenwet.
Dit vond hij een schending van art. 5, recht op vrijheid en veiligheid, art. 6, recht op een eerlijk proces
en art. 14, verbod op discriminatie. Hij ging in hoger beroep, dit werd afgewezen en daarna klacht
ingediend bij het hof. In de documenten werd nog steeds zijn naam niet genoemd. Het is een vereiste
dat de klager niet anoniem mag zijn, art. 35 lid 2 sub a EVRM, blondje was dit wel en dus werd zijn
klacht niet-ontvankelijk verklaard.
Corallo t. NL = Meneer wordt op Sint maarten aangehouden, voor procureur-generaal gebracht en
vastgehouden op Philipsburg. Na nationale procedures dient hij een verzoekschrift in bij het EHRM.
Hij stelt dat hij de wijze waarop hij werd vastgehouden in Philipsburg, in een meerpersoonsel van 16
meter met 5-6 personen een schending van art. 3, verbod op onmenselijke of vernederende
behandeling, oplevert. Het hof stelt vast dat klager langer dan 8 maanden is vastgehouden in een
detentiefaciliteit waarvan het CPT heeft overwogen dat personen daar niet langer dan drie dagen
mogen zitten en in geen geval langer dan 10 dagen aangezien de betrokken inrichting volstrekt
ongeschikt is om gevangenen in voorlopige hechtenis te houden. Het hof oordeelt dat onder deze
omstandigheden art. 3 EVRM is geschonden. Wel mocht hij overgeplaatst worden naar andere
gevangenis maar dat wilde hij zelf niet, dus lagere schadevergoeding. Art. 5 EVRM werd niet