Uitwerkingen Economics
Week 1: boek h3 en h4
ECONOMICS: MICRO ECONOMICS & THE CHOICE PROBLEM
*Als we het over economie hebben, hebben we het over verschillende markten. In deze markten heb
je bedrijven aan de ene kant en aan de andere kant heb je consumenten.
* Relatie mensen en gedrag modelleren, bijvoorbeeld bij het kiezen van een bepaald product.
* Keuze beslissingen van consumenten is micro-economie.
* Rationaliteitsbeslissingen zijn erg belangrijk in de economie.
* Alle verschillende markten bij elkaar opgeteld is het national inkomen van een land.
* De overheid is ook erg belangrijk in de economie. Uitkeringen en pensioenen bijvoorbeeld zijn van
invloed op de economie.
* De overheid kijkt ook naar de responsies van de mensen, zij kunnen daar rekening mee houden, en
dat bepaald ook het uitgavenpatroon
• Micro economics is how individuals, households, firms and governments make choices
• Macro is about the study of the economics as a whole
• However, observed outcomes at macro level result of underlying micro decisions
• Economists built models and aim to test these models on observed data (applied econometrics)
(prijzen zijn belangrijk ) (representaties van de werkelijkheid, belangrijkste mechanismen)
• Models are highly simplified, approximations of reality
• For the study of the effect of prices & income, other factors can be taken as constant and see how
choices are affected when we vary prices and/or income (given other factors)
• Einstein: “Everything Should Be Made as Simple as Possible, But Not Simpler”
• Optimization is crucial in these models.
3 doelstellingen voor de individuele ondernemer:
- Break-even -> TR=TC
- Maximale winst -> MR=MC
- Maximale omzet-> MR=0
The demand curve
• Market demand is the aggregation of individual demand.
• Indeed at individual level we can relate prices to quantities
• In general we can expect that Law of Demand to hold:
Downward sloping demand curve: lower price →higher demand
• But for firm’s & government’s strategies important to know how sensitive demand is to price
changes and how other factors may influence demand =>we need a model (Ch4)
- Demand influenced by preferences, consumer income,
prices other goods and own good
- The slope indicates how sensitive demand is to price
changes
Algemene vraag relatie: Q= A-bP
b-> mate van gevoeligheid bij verandering van de prijs
Demand influenced by preferences, consumer income, price
other goods and own good
the slope (r.c) indicates how sensitive demand is to price changes
1
,De gevoeligheid van de vraag is afhankelijk van de prijs. DeltaQ/DeltaP-> hellingshoek van de lijn
(r.c). Is gevoelig voor de schaal van de p en q. daarom kijken we naar de relatieve getallen
vlakke lijn-> prijs gevoelig, als de prijs verandert, verandert de Vraag sterk
stijle lijnen-> prijs ingevoelig, als de prijs verandert, verander de vraag nauwelijks
Een vraag curve loopt altijd omlaag, de r.c. is negatief, een aanbod curve loopt altijd omhoog, de r.c.
is positief
Elasticity= Responsiveness
- Kijken hoe Q procentueel verandert ten opzichte van de P, relatieve verandering van de prijs en de
vraag. Als p omlaag, q omhoog
* bij prijselasticiteit komt er eigenlijk altijd een negatief getal uit.
* Er zijn ook andere factoren die de prijsveranderingen beïnvloeden. (seizoen, smaakverschillen etc. )
* Als A verandert in de formule, dan verandert de hele ligging van de lijn
Verandering van de prijs is langs de curve andere verandering is de verschuiving van de curve
* Bij roken een curve maken, zal de lijn stijl lopen. De mensen zijn al verslaafd en zullen hun gedrag
niet snel veranderen.
* Mensen maken afwegingen om iets te kopen, is het niet te duur. Dit kan per product verschillen, de
rationaliteit is niet overall gelijk. Mensen willen sommige dingen soms gewoon hebben en dan is de
prijs niet belangrijk.
Elasticity: Measures the responsiveness of a percentage change in one variable resulting from a
percentage change in another variable
Relative change in demand
Price elasticity of demand = relative change in price
dQ/q/dP/p= dQ/dP * P/Q
–Price change from p1 to p2: ∆p= p2 -p1
⇒ Relative price change: ∆p/p1
–Demand changes from q1 to q2: ∆q= q2-q1
⇒ Relative change in demand: ∆q/q1
∆q/q1 ∆q 𝒑𝟏
* Price Elasticity E= ∆p/p1 = ∆P 𝒒𝟏
-> delen door een breuk is keer het omgekeerde
dQ is de hellingshoek van de lijn, P1 is het punt waarin ze het hebben genomen.
ALs ik een lineaire lijn heb, is Dq/Dp de lijn constant, de elasticiteit is niet constant. De verhoudingen
zijn elke keer anders, de hellingshoek is constant maar omdat de verhoudingen anders zijn , is de
elasticiteit op een ander interval ook anders.
Als ik linksboven begin heb ik een hoge elasticiteit, als ik naar beneden loop, wordt het steeds
Kleiner.
Hoge elasticiteit: Bij een hoge elasticiteit is er hoge gevoeligheid, de Q verandert sterk bij een
prijsverandering (bovenin de grafiek)
Lage elasticiteit: Bij een lage elasticiteit, is er lage gevoeligheid, de Q verandert weinig bij een
prijsverandering (onderin de grafiek
dit is zo omdat: als je weinig hebt zal je feller reageren dan als je al meer hebt van het product (
links hoog, rechts laag) de bereidheid is hoger naarmate je er minder van hebt
Interpretation: • “If the price changes with 1%, the demand will change with E%, as a consequence”
• Mathematically, the elasticity can be obtained by the derivative of the demand curve
2
,• Price elasticity EQ,p =
Dq/dp = Derivative of the demand curve (slope!)
ol
De prijselasticiteit is altijd negatief. We zetten absoluut tekens neer om de absolute waardes te
hebben
• Important aspects of the elasticity:
–Absolute value of elasticity magnitude relative to unity:
bij elastisch <-1 , >1-> p beetje verlagen, dan Q
flink omhoog , omzet neemt toe De toename
van de hoeveelheid producten compenseert de
prijsdaling , waardoor de omzet toe neemt
bij inelastisch <-1 E )1 -> p beetje verlagen, Q
weinig verandert, De toename vande
hoeveelheid proudcten compenseert de
prijsdaling niet, waardoor de omzet daalt
In het midden is de elasticiteit -1, de respons is
gelijk aan elkaar, dus prijs -10% vraag -10%
Als prijs -10% en q+10% blijft de omzet gelijk maar samenstelling verandert.
p= 40-0.5Q omschrijven naar Q=80-2P
Revenue = omzet
Bij evenwichtsprijs van 20 en evenwichtshoeveelheid van
40 is alles links ervan Elasticiteit >1, dus elastisch,
rechts ervan Elasticiteit <1, dus inelastisch
Total revenue = totale omzet = P*Q
Ga ik in de prijs omlaag, dan TR omhoog tot waar Elasticiteit
gelijk is aan 1
3
, TR maximum bij elasticiteit = 1 dr
de mate waarin de prijzen veranderen hangt af van
de elastcitieit
bij lineaire demand-> MR op helft Q as snijdt.
(zie demand and marginal revenue)
Marginal revenue is totale revenue voor 1 product extra.
Wanneer E<-1 MR >0, MR=0 bij E=-1 en MR<0 bij -1<E<0
ELASTICITY AND TOTAL REVENUE
• Total revenue: TR(Q)=p(Q).Q
• When demand is elastic:
– A price increase (decrease) leads to a decrease (increase) in total revenue.
• When demand is inelastic:
– A price increase (decrease) leads to
an increase (decrease) in total
revenue.
• When demand is unitary elastic:
– Total revenue is maximized.
ELASTICITY AND MARGINAL REVENUE
Afgeleide van Total revenue, oftewel de revenue voor 1 product extra.
• The marginal revenue can be derived from a market demand curve.
– Marginal revenue measures the additional revenue due to a change in output.
• This link relates marginal revenueto the own price elasticity of demand as follows:
mr= D TR/ dQ (d= delta, dus verschil)
Marginal revenue= verandering total revenue
Als E negatief, dan MR postief, als E heel klein tussen o en
1, dan MR negatief
4