Methoden van het wetenschappelijk onderzoek Deel 1
Alle documenten voor dit vak (21)
Verkoper
Volgen
shirintorobche
Voorbeeld van de inhoud
Methoden van wetenschappelijk onderzoek
Les 1 – Inleiding + niet-wetenschappelijke methoden
Waarom een vak methoden?
Ik wil psycholoog worden, geen onderzoeker/wetenschapper!
Maar: wetenschap is simpelweg de techniek die psychologen gebruiken om informatie te
verzamelen en interessante vragen te beantwoorden
Indien je geïnteresseerd bent in menselijk gedrag, moet je ook geïnteresseerd zijn in de
methoden die gebruikt worden om menselijk gedrag te bestuderen
Kennis over menselijk gedrag hoe weet men dat?
De meeste kennis die we hebben over menselijk gedrag kwam tot stand op basis van
wetenschappelijke onderzoeksmethoden
Dus, hoewel niet ieder van jullie zélf onderzoek zal uitvoeren, zullen jullie allemaal
gebruikmaken van psychologische kennis
Kritische denkers! Iedere psycholoog moet kennisclaims kritisch kunnen beoordelen!
Kunnen evalueren van hoe kennis tot stand is gekomen = cruciaal
Wat is kennis?
o Wikipedia: “Kennis is dat wat geweten en toegepast wordt door de mens of door
de maatschappij als geheel, veel van de menselijke activiteit vereist specifieke
kennis, ervaring en vaardigheid”
o Gezond verstand VS wetenschappelijke kennis verschillen in HOE de kennis tot
stand kwam (i.e., methode)
Psychologen moeten interessante vragen kunnen beantwoorden
Psychologen moeten de methode die gebruikt werd om interessante vragen te
beantwoorden, om tot kennisclaims te komen, kritisch kunnen evalueren
Een vak methoden is dus cruciaal in onze opleiding!
Hoe kunnen we interessante vragen beantwoorden?
Op basis van niet-wetenschappelijke methoden
Op basis van de wetenschappelijke methode
Niet-wetenschappelijke methoden om kennis te vergaren
Vasthoudendheid (tenacity)
We accepteren informatie als waar, omdat het altijd al zo geweest is of omdat bijgeloof de
informatie ondersteunt
Gebaseerd op gewoonte of bijgeloof
We geloven iets omdat we het altijd al geloofd hebben, clichés
(e.g., “tegengestelden trekken elkaar aan”)
Of omdat bepaalde overtuigingen worden voorgesteld als feiten
(e.g., “een spiegel breken levert 7 jaar ongeluk op”)
MAAR: info kan foutief zijn en het corrigeren is zeer moeilijk
Intuïtie
We accepteren informatie als waar, omdat dit “juist aanvoelt”
Gebaseerd op buikgevoel, voorgevoel of instinct
Snelle manier om vragen te beantwoorden
Vaak gebruikt als we over geen enkele info beschikken
Ethische vraagstukken of morele dilemma’s worden vaak opgelost met de methode van
intuïtie
, E.g., “ik voel aan dat mijn vriend een slechte dag heeft”
MAAR: geen enkele manier om accurate en foutieve info te onderscheiden
Autoriteit
We accepteren informatie als waar, omdat de informatie afkomstig is van een expert rond
dat onderwerp
Gebaseerd op vertrouwen in een autoriteit, expert
Consulteren van een expert, het werk lezen van een expert, “Google it”, boeken, TV,
internet, etc.
Vaak een prima startpunt om kennis te vergaren, snel en makkelijk
Omvat ook de methode van geloof: blind vertrouwen in een autoriteitsfiguur waardoor we
diens info accepteren zonder twijfel of toetsing
MAAR: levert niet altijd accurate info op: experts kunnen gebiast zijn, info kan een
subjectieve opinie reflecteren, expertise wordt gegeneraliseerd naar andere domeinen, de
expertise wordt niet in vraag gesteld, expert is niet echt een expert
Rationalisme
Antwoorden zoeken door logisch te redeneren
We vertrekken van een set gekende feiten of assumpties (= premissen) en
gebruiken logica om tot een conclusie of antwoord te komen
Voorbeeld:
Premissen Een angstaanjagende ervaring met een hond veroorzaakt
angst voor honden in de toekomst
Amy heeft angst voor honden
Logische Dus, Amy heeft een angstaanjagende ervaring met een
conclusie hond gehad
Indien de premissen waar zijn en de gehanteerde logica is correct, dan is de conclusie
sowieso correct
Let op: de rationale methode start pas NA de premissen
Geen info verzameld, geen observaties, geen evidentie, etc.
Vaak gebruikt om alternatieven logisch af te wegen, zonder alle mogelijkheden ook
daadwerkelijk uit te proberen (e.g., op de dag van een examen is je auto stuk: wat zijn
mogelijke alternatieven om tijdig op het examen te geraken?)
MAAR: Alles valt of staat bij de juistheid van de premissen (e.g., een angstaanjagende
ervaring met een hond veroorzaakt angst voor honden in de toekomst)
Alles valt of staat bij de juistheid van het logisch redeneren, maar we zijn niet zo goed in
logisch redeneren
Empirie
Antwoorden zoeken door directe observatie of directe sensorische ervaring
“Alle kennis wordt verworven door de zintuigen”
E.g., “in de zomer is het warmer dan in de winter”
Veel antwoorden zijn beschikbaar door de wereld rond ons te observeren
MAAR:
, Onze waarneming en interpretatie van de wereld rond ons zijn niet altijd correct
Sensorische ervaring kan ons misleiden (e.g., visuele illusies)
Invloed van voorkennis, verwachtingen, gevoelens, overtuigingen op perceptie
Misinterpretatie van sensorische ervaring
Kost tijd: met de empirische methode ga je bij een probleem verschillende oplossingen
uitproberen ( rationele methode) = trial-and-error
Kan gevaarlijk zijn (e.g., zijn deze paddenstoelen eetbaar of giftig?)
Overzicht: Niet-wetenschappelijke methoden
Vasthoudendheid Niet-kritische technieken, nuttig voor
(tenacity) het snel beantwoorden van vragen die
Intuïtie geen belangrijke consequenties hebben
Autoriteit indien een fout antwoord geaccepteerd
wordt
Rationalisme Stellen meer eisen aan de info en
Empirie antwoorden die ze produceren. Cruciale
componenten van de wetenschappelijke
methode
Les 2 – Wetenschappelijke methode + empirische cirkel
(1)
Wetenschappelijke methode
= Manier om kennis te vergaren waarbij specifieke vragen geformuleerd worden en er
vervolgens systematisch naar antwoorden gezocht wordt
Bevat verschillende elementen van de niet-wetenschappelijke methoden
Deze combinatie tracht de beperkingen van individuele methoden te vermijden
Doel = zo accuraat mogelijke antwoorden bekomen
Bevat verschillende stappen:
, STAP 1: OBSERVATIE van gedrag of andere fenomenen
Trekt je aandacht, roept vragen op
Vaak informeel, natuurlijk, niet gepland, niet systematisch
Observatie Direct of indirect
Voorb: Stephens, Atkins & Kingston (2009) merkten op dat ze
vloeken telkens ze pijn ervaren
Vaak worden de observaties gegeneraliseerd inductie: op basis
van enkele observaties wordt een algemene conclusie bereikt
Voorb: vloeken is een gebruikelijke, bijna universele, reactie op pijn
STAP 2: Identificatie van variabelen die geassocieerd zijn met je observatie
Variabelen: karakteristieken of condities die variëren binnen en/of
Hypothese tussen verschillende personen (e.g., leeftijd, gezondheidstoestand,
vormen persoonlijkheid, intelligentie, etc.)
Je observaties kunnen beïnvloed worden door verschillende
variabelen en deze kunnen de observatie (deels) verklaren
Voorb: de geobserveerde relatie tussen pijn en vloeken kan
beïnvloed worden door verschillende andere variabelen (acute
versus chronische pijn, alleen of in aanwezigheid van anderen,
persoonlijkheid, etc.)
Selecteer één van de mogelijke verklaringen voor de observatie die
je gaat evalueren in een wetenschappelijke studie = HYPOTHESE
Bevat een beschrijving/verklaring van een relatie tussen variabelen
Andere mogelijke verklaringen worden niet ontkend, maar
(voorlopig) niet opgenomen
Geen definitieve verklaring, maar een mogelijke, voorlopige
verklaring die getest en kritisch geëvalueerd moet worden
Voorb: vloeken is een gebruikelijke reactie op pijn omdat het vloeken
de ervaring van pijn wijzigt en de ervaren intensiteit van de pijn
vermindert
STAP 3: Hypothese toepassen op een specifieke, observeerbare situatie
Eén hypothese kan aanleiding geven tot verschillende predicties
Predicties Elke predictie verwijst naar een specifieke situatie/gebeurtenis die
vormen kan gemeten en geobserveerd worden
Predicties moeten toetsbaar zijn: het moet mogelijk zijn om de
predictie te ondersteunen of weerleggen o.b.v. observaties
We vormen predicties op basis van deductie: op basis van een
algemene stelling bereiken we conclusies over specifieke
voorbeelden
Deductie is een logisch proces (rationele methode)
Voorbeeld:
Hypothese voorb: vloeken is een gebruikelijke reactie op pijn omdat
het vloeken de ervaring van pijn wijzigt en de ervaren intensiteit van
de pijn vermindert
- Predictie 1: participanten zouden minder responsief moeten zijn
voor pijn wanneer ze vloeken dan wanneer ze niet vloeken
- Predictie 2: participanten zouden een verhoogde pijntolerantie
moeten hebben wanneer ze vloeken dan wanneer ze niet vloeken
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper shirintorobche. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.