Samenvatting hogeschooltaal Nederlands.
Bevat de onderwerpen: werkwoordspelling, spelling in het algemeen, zinsstructuur en algemeen taalgebruik.
Haal in 1x je hogeschooltaal toets Nederlands met deze samenvatting. Ik haalde de toets in 1 keer met een 9.4! Heel veel succes met leren!
Inhoudsopgave
Werkwoordspelling.................................................................................................................................................1
Tegenwoordige tijd eerste, tweede, derde persoon..............................................................................................1
Gebiedende wijs...................................................................................................................................................2
Verleden tijd: sterke en zwakke werkwoorden.....................................................................................................2
Voltooid deelwoord..............................................................................................................................................3
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord..................................................................................................3
Onvoltooid deelwoord.........................................................................................................................................3
Spelling algemeen....................................................................................................................................................3
Samenstelling met tussen-n of –s..........................................................................................................................3
Los, aaneen of met een streepje...........................................................................................................................4
Klinkerbotsing......................................................................................................................................................5
Hoofd- en kleine letter..........................................................................................................................................5
Afkortingen...........................................................................................................................................................5
Meervoud en bezitsvorm......................................................................................................................................6
Verkleinwoorden..................................................................................................................................................6
Woordtekens.........................................................................................................................................................7
Algemeen taalgebruik.............................................................................................................................................9
Dat, wat of die......................................................................................................................................................9
Jou of jouw.........................................................................................................................................................10
Voorbeelden:......................................................................................................................................................10
Hun of zij............................................................................................................................................................11
Als of dan met ik of mij.......................................................................................................................................11
Enige(n), andere(n), sommige(n), enkele(n)......................................................................................................11
Grootte, groote of grote.....................................................................................................................................11
Te danken of te wijten aan.................................................................................................................................12
Zowel … als komt/komen...................................................................................................................................12
Echter.................................................................................................................................................................12
Van wie/waarvan................................................................................................................................................12
Werkwoordspelling
Tegenwoordige tijd eerste, tweede, derde persoon
De stam van het werkwoord is de ik-vorm.
1
, Enkelvoud 1e persoon: stam
- Je/jij achter de persoonsvorm.
- Voorbeeld: ik loop, loop ik?, loop jij?
Enkelvoud 2e persoon: stam + t
- Voorbeeld: jij/u loopt
Enkelvoud 3e persoon: stam + t
- Voorbeeld: Hij/zij/het loopt
Meervoud: hele werkwoord
- Voorbeeld: wij lopen, jullie lopen, zij lopen
Gebiedende wijs
Als in een zin een bevel of opdracht staat en die zin heeft geen onderwerp.
De zin begint met de persoonsvorm die bestaat uit de stam van het werkwoord.
- Voorbeelden:
Leg neer die bal!
Doe je mond open!
Pak je boek!
Ga de klas uit!
Als na het werkwoord het persoonlijk voornaamwoord u wordt gebruikt, dan komt er wel
een -t na de stam: Gaat u maar voor / Noteert u dat even.
Verleden tijd: sterke en zwakke werkwoorden
Sterke werkwoorden: klinker in de stam verandert / hele stam verandert
- Voorbeelden:
Tegenwoordige Verleden tijd
tijd
Zingen Zongen
Lopen Liepen
Kijken Keken
Lezen Lazen
Gaan Gingen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Noa1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.