DIVERSITEIT IN DE ZORG
1 SDG’S: DUURZAME ONTWIKKELINGS DOELSTELLINGEN
1.1 DUIDELIJK MAKEN WAT KERNBOODSCHAP EN KERNOPZET VAN DE SDG’S IS.
De duurzame ontwikkelingsdoelen zijn de blauwdruk voor een betere en duurzamere toekomst voor iedereen. Ze
pakken de wereldwijde uitdagingen aan waarmee we worden geconfronteerd, waaronder die in verband met armoede,
ongelijkheid, klimaatverandering, aantasting van het milieu, vrede en gerechtigheid. De 17 doelen zijn allemaal met
elkaar verbonden en om niemand achter te laten, is het belangrijk dat we ze allemaal tegen 2030 bereiken.
Elke VN-lidstaat ontwikkelt een actieplan en groeipad per doel. Jaarlijks wordt de stand van zaken en verbeterpunten
geëvalueerd.
De SDGs kunnen onderverdeeld worden in vijf grote thema’s: mensen, planeet, welvaart, vrede en partnerschap.
1.2 WEERGEVEN WAAR EN HOE DEZE DUURZAME ONTWIKKELINGSDOELEN JOUW ALS
VERPLEEGKUNDIGE UITDAAGT BINNEN DE UITOEFENING VAN JOUW JOB (IN BELGISCH & IN
MONDIAAL( WERELD) PERSPECTIEF).
1. Beëindig alle vormen van armoede.
a. Jongeren die uit gezinnen worden opgenomen waar er sprake is van armoede. Gaan wij als dienst niet enkel gaan
focussen op het probleem van de jongeren maar kijken ook naar hoe we het gezin kunnen ondersteunen ikv het
financiele. Hierin hebben we dan vooral een verwijzende functie naar bv OCMW , VDAB , sociale huisvesting
maatschappij enz. We volgen ook verder op of er inderdaad actie wordt ondernomen en waar nog meer hulp kan
geboden worden.
b. Ook jongeren die uit minder welstellende gezinnen komen kunnen deelnemen aan kampen tijdens vakanties. Zo
krijgen ze evenveel maatschappelijke kansen als andere gezinnen
2. Beëindig honger
a. Jongeren educatie geven tijdens kookmomenten over duurzame producten die ze kunnen gebruiken, hoe
berekenen hoeveel je nodig hebt om verspilling tegen gaan , lokale en seizoensgebonden producten gebruiken
3. Een gezond leven en welzijn voor iedereen op alle leeftijdens
a. Het geven sexuele voorlichting aan onze leefgroep .
b. Jongeren demotiveren en educatie geven ikv tabaksgebruik
c. Krijgen van vaccinaties op het werk
d. Het gezondheidssysteem van de kinder en jeugdspychiatrie is een moeilijk toegangelijk sector die kampt met lange
wachtlijsten en en wiar war van instanties. Hier kan nog veel op ingezet worden om te vereenvoudigen en alle
disciplines voldoende uitleg te verschaffen
4. Kwalitatief onderwijs en levenslang leren voor iedereen
a. Het inititiatief opstap verpleegkunde die tussenkomst in de kosten om bij te scholen tot bachelor vpk
5. …..
,2 ICOM’S : INTERNATIONALE COMPETENTIES
2.1 DE 5 ONDERDELEN/SUBGROEPEN VAN DE ICOM’S WEERGEVEN. + VB.
2.1.1 PERSOONLIJKE GROEI
1. Zelfstandig De student voert op zijn werk en/of stage op een zelfstandige manier zijn taken uit
functioneren
2. samenwerken en De student legt in werk gerelateerde settings gemakkelijk contact met collega’s, cliënten en
netwerken andere stakeholders, kan duidelijk communiceren en functioneert in teamverband.
3. zelfvertrouwen hebben De student durft verantwoordelijkheid te dragen en gaat uitdagingen op zijn werk of stage aan
op basis van een realistisch inzicht in het eigen kunnen
4. zich flexibel opstellen De student wijkt indien nodig af van zijn planning en speelt in op onverwachte gebeurtenissen
5. andere perspectieven De student staat open voor alternatieve ideeën en meningen, onderzoekt deze en weegt de
onderzoeken waarde van deze perspectieven af.
6. creativiteit tonen De student bedenkt innovatieve oplossingen voor problemen die zich tijdens het werk of de
stage stellen
7. een duidelijk De student heeft een duidelijk beeld van toekomstige studie- of werkkeuzes op basis van een
toekomstbeeld hebben realistisch inzicht in eigen mogelijkheden en interesses
8. zich handhaven in In stressvolle werkgerelateerde situaties heeft de student voldoende draagkracht en
stressvolle situaties copingsvaardigheden om ofwel zijn professioneel handelen te handhaven ofwel gepaste
ondersteuning te zoeken.
2.1.2 INTERCULTURELE COMPETENTIE
1. culturele zelfkennis De student heeft kennis van zijn eigen referentiekader en eigen wereldbeeld, en kan dit
relateren aan andere zienswijzen.
2. culturele flexibiliteit De student past indien nodig zijn gedrag en communicatiestijl aan in interculturele situaties, en
verkent gedragsalternatieven.
3. culturele veerkracht De student gaat op constructieve wijze om met de moeilijkheden en de negatieve gevoelens
die met interculturele ontmoetingen gepaard kunnen gaan.
4. culturele De student luistert naar de visie en de deskundigheid van de ander en aanvaardt tevens de
ontvankelijkheid relativiteit van de eigen visie en ideeën.
5. culturele kennis De student verwerft kennis over andere culturen en wendt deze kennis in een aangepaste
manier aan met respect voor de uniciteit van iedere individuele persoon.
6. culturele relationele In interculturele situaties bouwt de student een werkrelatie op met collega's, cliënten en
competentie andere stakeholders en draagt bij aan een sfeer van vertrouwen.
7. culturele De student onderzoekt de specifieke kenmerken van zijn eigen communicatiestijl, remedieert
communicatieve deze indien nodig en verkent de communicatiestijl van de ander.
competentie
8. culturele De student beschouwt interculturele conflicten als leerkansen en is zich bewust van de eigen
conflicthantering conflicthanteringsstijl.
9. multiperspectiviteit De student benadert en begrijpt een situatie, vraagstuk of probleem vanuit meerdere culturele
invalshoeken.
2.1.3 TAALVAARDIGHEID
1. een tekst schrijven in een De student drukt zich schriftelijk in minstens één andere taal dan zijn moedertaal uit, op zo'n
andere taal wijze dat hij een duidelijke, gedetailleerde tekst kan produceren over een breed scala van
onderwerpen gerelateerd aan zijn studiegebied.
2. een vreemde taal De student begrijpt een langer betoog en lezingen, gesproken in minstens één andere taal dan
spreken zijn moedertaal en gerelateerd aan zijn studiegebied, en kan er de belangrijkste
gedachtegangen van weergeven.
3. gesproken tekst in een De student begrijpt een langer betoog en lezingen, gesproken in minstens één andere taal dan
vreemde taal kunnen zijn moedertaal en gerelateerd aan zijn studiegebied, en kan er de belangrijkste
begrijpen gedachtegangen van weergeven.
4. een tekst geschreven in De student begrijpt teksten geschreven in minstens één andere taal dan zijn moedertaal en
een andere taal begrijpen gerelateerd aan zijn studiegebied en kan er de belangrijkste gedachtegangen van weer te
geven.
5. taalstrategieën hanteren De student kan standaarduitdrukkingen gebruiken om zijn beurt om te spreken te behouden,
een gesprek over een vertrouwd onderwerp gaande helpen houden, doorgaans gebreken in
zijn woordenschat en zinstructuur opvangen door omschrijvingen te gebruiken en doorgaans
fouten en vergissingen rechtzetten.
, 2.1.4 INTERNATIONALE BETROKKENHEID
1. zich internationaal oriënteren De student kan lokale gebeurtenissen en handelswijzen plaatsen in een internationale
context door de internationale consequenties van lokale gebeurtenissen en de invloed
van een internationale of Europese context op deze lokale situaties aan te geven.
2. een eigen mening vormen De student vormt een gefundeerde mening over internationale maatschappelijke en/of
over maatschappelijke of politieke vraagstukken.
internationale onderwerpen
3. een eigen mening uiten over De student formuleert en communiceert zijn mening over internationale
maatschappelijke of maatschappelijke en/of politieke vraagstukken op een duidelijke en overtuigende manier.
internationale onderwerpen
4. maatschappelijke De student ziet in hoe hij persoonlijk op een positieve manier kan bijdragen aan de
betrokkenheid tonen maatschappij en de oplossing van internationale vraagstukken, en handelt daarnaar
(hetzij individueel, hetzij in het kader van een maatschappelijk betrokken organisatie).
2.1.5 INTERNATIONALE VAKKENNIS
1. zijn vakgebied in een De student kan aangeven in hoeverre de beroepsbeoefening in zijn thuisland en een
internationale context concrete beroepssituatie wordt beïnvloed door internationale politieke en
kunnen plaatsen maatschappelijke ontwikkelingen.
2. de cultuurgebondenheid van De student kan fundamentele assumpties aangaande het mens- of wereldbeeld
zijn discipline zien binnen zijn vakgebied expliciteren en deze vooronderstellingen in een historische
context plaatsen.
3. kennis hebben van de De student kan (elementen van) de beroepsbeoefeningen in zijn thuisland
beroepsuitoefening in andere vergelijken met (elementen van) de beroepsbeoefening in andere landen.
landen
4. internationale organisaties De student kan de invloed van internationale beroeps- en belangenorganisaties op
relevant voor de discipline de beroepsbeoefening in zijn thuisland expliciteren.
kennen
2.2 MET EIGEN WOORDEN DUIDELIJK MAKEN WAT HET BELANG IS VAN DE ICOM’S VOOR DE
PROFESSIONALITEIT VAN EEN BACHELORVERPLEEGKUNDIGE.
Als bachelor verpleegkundige is het belangrijk dat je elk van de ICOM’s onder de knie hebt zodat je op een gepaste en
aangepaste manier kan inspelen op de zorg. De hedendaagse zorg is zodanig divers en uitgebreid dat dit noodzakelijk is. Het
telkens blijven investeren in nieuwe inzichten is belangrijk. Kennis hebben van verschillende culturen is een meerwaarde om tot
een gepaste zorg te komen. Je dient op de hoogte te zijn van de internationale of maatschappelijke problemen om daar op in te
kunnen spelen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lisablommaert1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.