100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Uitgebreide uitwerking problemen blok Diagnostiek (Master Orthopedagogiek blok 1) €5,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Uitgebreide uitwerking problemen blok Diagnostiek (Master Orthopedagogiek blok 1)

 50 keer bekeken  1 keer verkocht

Uitwerking van alle problemen van het eerste blok van de master orthopedagogiek. Dit is alles wat je nodig hebt om je tentamen te kunnen behalen!

Voorbeeld 4 van de 153  pagina's

  • 19 november 2019
  • 153
  • 2019/2020
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (2)
avatar-seller
esmeecoppoolse
Probleem 1 – Onwil of onkunde? Verstandelijke beperking

Leerdoelen:
1. Wat is de relatie tussen cognitief functioneren en gedragsproblematiek?
2. Hoe kom je als orthopedagoog achter de oorzaken van gedragsproblematiek?
3. Hoe moet een IQ-score geïnterpreteerd worden en wat zegt een IQ-score?

Bronnen:
• Dekker, Douma, De Ruiter, Koot (2006) LD1
• Handboek Didden Hoofdstuk 1 LD1
• Crocker et al. (2013) LD1
• Goodman (1995) LD1
• Plomin, Price, eley, Dale, Stevenson (2002) LD1
• Emerson & Einfeld (2010) LD1
• Schuiringa et al. (2015) LD1
• Handboek Dosen Hoofdstuk 17 LD1+2
• Ponsioen (2005) LD3
• Flynn (1987) LD3


IQ-gradaties:
• Diepe verstandelijke beperking met IQ<20, staat gelijk aan
ontwikkelingsleeftijd onder de 3 jaar
• Ernstige verstandelijke beperking met een IQ 20-34, oftewel een
ontwikkelingsleeftijd tussen de 3 en 5 jaar
• Matige verstandelijke beperking met een IQ tussen 35-49, oftewel een
ontwikkelingsleeftijd tussen de 4 en 7 jaar
• Milde verstandelijke beperking met een IQ tussen 50 en 70, oftewel een
ontwikkelingsleeftijd tussen 9 en 12 jaar
• Mild to borderline intellectual disability (MBID) is een IQ range van 50 tot
85. Dus een licht tot beneden gemiddeld IQ.




1

,Leerdoel 1: Wat is de relatie tussen cognitief functioneren en
gedragsproblematiek?

Dekker, Douma, de Ruiter, Koot (2006) – wel besproken:
Prevalentie van psychopathologie
• Prevalentie is 14% - 80%. Dit loopt sterk uiteen door methodologische
verschillen tussen uitgevoerde studies
• DSM-criteria geven een prevalentie van 4%-18%
• Kinderen met VB hebben drie keer zoveel risico in vergelijking met kinderen
zonder verstandelijke beperking op emotionele en gedragsproblemen en
psychiatrische stoornissen.
• Algemeen wordt aangenomen dat bij mensen met een (lichte tot matige)
verstandelijke beperking het volledige spectrum aan psychopathologie op
ruwweg dezelfde wijze tot uiting komt als bij mensen zonder verstandelijke
beperking.

Risicofactoren
Risico voor de ontwikkeling van psychopathologie bij kinderen met een
verstandelijke beperking:
- Lichte verstandelijke beperking: daarbij komt meer voor depressie, angst
en antisociale gedragingen (Deze groep is zich wél bewust van sociale isolatie,
etc. → daarom sneller depressie)
- Matige of ernstige verstandelijke beperking: psychotisch, in zichzelf
gekeerd en autistiform gedrag

Aantal risicofactoren:
- IQ (verstandelijke beperking)
- Eerdere psychopathologie van het kind
- (Chronische) Lichamelijke aandoening
- School/leerproblemen, vooral gerelateerd aan externaliserende problemen
- Geslacht: jongens hebben een groter risico op een gedragsstoornis en meisjes
op emotionele problemen
- Stressvolle levensgebeurtenissen
- Ouderlijke psychopathologie
- Vaderlijke delinquentie (vooral in relatie tot externaliserende problemen)
- Disfunctioneren van het gezin
- Lage SES, laag inkomen, lage opleiding van ouders , meestal in relatie tot
gedragsstoornissen
- Eenouderschap of echtscheiding
➔ Er zijn tegenstrijdige resultaten over leeftijd en etniciteit

Nederlands onderzoek
Doel van het onderzoek:
1. Duidelijk maken hoe vaak psychopathologie bij kinderen met VB voorkomt
(absoluut én vergeleken met controlegroep), hoe het beloop ervan is
(stabiliteit, verandering en uitkomt) en welke factoren geassocieerd zijn aan
en voorspellend zijn voor deze psychopathologie
2. De voorspellende waarde van mogelijke risicofactoren onderzoeken




2

,Methode
• De willekeurige steekproef bestond uit alle kinderen van 6-18 jaar die een
school bezochten voor moeilijk lerende kinderen (MLK) of voor zeer moeilijk
lerende kinderen (ZMLK) in de provincie Zuid-Holland
• Er was een controlegroep met leeftijdsgenoten zonder VB om de uitkomsten
mee te vergelijken
• Er werd gebruik gemaakt van gestandaardiseerde vragenlijsten:
o De CBCL (Child Behaviour Checklist)
o De TRF (Teachers Report Form)
o De DBC voor ouders (DCP-P) en leerkrachten (DCP-T) (Development
Behaviour Checklist).
• Op T1 werden de risicofactoren onderzocht (n=968), op T2 werd gekeken
welke psychopathologie aanwezig was (n=474)

Resultaten
Emotionele en gedragsproblemen en psychiatrische stoornissen
De kans op problemen was 3,2 tot 4,5 keer zo hoog in de groep kinderen met een
verstandelijke beperking in vergelijking met de kinderen zonder verstandelijke
beperking. Slechts een klein deel ontvangt hulp.
- Op moeilijk lerend niveau hadden zij verhoogde waardes op de schalen:
sociale problemen, aandachtsproblemen en agressief gedrag
- Op zeer moeilijk lerend niveau hadden zij verhoogde waardes op de schalen:
sociale problemen, aandachtsproblemen, teruggetrokken en denkproblemen.
- 39% van de VB-ers had minimaal 1 DSM-diagnose, waarvan 25%
gedragsstoornis.

Risicofactoren voor psychiatrische stoornissen (tabel 1.3)
- De meest voorkomende risicofactoren waren ontoereikende adaptieve
gedragingen van het kind en een laag opleidingsniveau van de ouders.
- Kinderen met hoge probleemscores tijdens de T1 (vooral op
externaliserende problemen) hadden het hoogst relatieve risico op een
belemmerende stoornis een jaar later.
- Aanwezigheid van chronische lichamelijke aandoeningen + sociale
incompetentie zijn gerelateerd aan het hebben van een gedragsstoornis (ook
wanneer andere factoren onder controle worden gehouden)
- Leeftijd en geslacht modereren enkele van deze verbanden:
o Alleen jongens met hoge scores op sociaal teruggetrokken gedrag &
meisjes met chronische lichamelijke aandoening hebben verhoogd risico
op belemmerende DSM-IV-stoornis.

NB: Tabel 1.4 bevat odds ratio’s van de variabelen die een uniek verband met een
stoornis vertoonden, onafhankelijk van de andere variabelen. Odds ratio = hoeveel
groter de kans op een bepaalde uitkomst is wanneer de risicofactor wel aanwezig is
tegenover wanneer deze niet aanwezig is.
- Een inadequaat niveau van vaardigheden in het dagelijks leven bleek
specifiek gerelateerd te zijn aan het hebben van een gedragsstoornis
- De aanwezigheid van een chronische lichamelijke aandoening bleek
gerelateerd te zijn aan het hebben van een angststoornis
- Psychopathologie van de ouder en verwijzing naar een GGZ-instelling
waren uniek gerelateerde gezinsfactoren aan een verhoogd risico. Alleen voor
meisjes was er ook nog een significant effect van het leven in een
éénoudergezin.

3

, De enige risicofactor met een onafhankelijke bijdrage aan de voorspelling van
angststoornissen was de aanwezigheid van negatieve levensgebeurtenissen.

Dus: Voorspellende relaties (tussen kindfactoren, gezinsfactoren en
psychiatrische stoornis) worden veel minder van betekenis wanneer bij de
voorspelling rekening wordt gehouden met voorafgaand probleemgedrag.

Conclusie
- Bij kinderen met een verstandelijke beperking komen 3 tot 4 keer vaker
emotionele en gedragsproblemen en psychiatrische stoornissen voor.
Voorgaande studies hebben dit onderschat. Verhoogd risico is aantoonbaar op
basis van informatie van de ouders en de leerkrachten.
- Voorafgaande emotionele problemen en gedragsproblemen zijn
belangrijke voorspellers van psychiatrische stoornissen:
o Internaliserende problemen voorspellen voornamelijk internaliserende
stoornissen
o Externaliserende problemen voorspellen voornamelijk
gedragsstoornissen.
- (!) Hoewel een groot aantal kindfactoren en enkele gezinsfactoren elk
afzonderlijk een behoorlijke, voorspellende waarde hebben voor het hebben
van een psychiatrische stoornis (sociale incompetentie, ontoereikende
vaardigheden van het dagelijks leven, gezondheidsproblemen kind, geestelijke
gezondheidsproblemen ouders, negatieve levensgebeurtenissen), worden deze
voorspellende waardes veel minder van betekenis wanneer bij de voorspelling
rekening wordt gehouden met voorafgaand probleemgedrag. Kortom: als er
voorafgaand probleemgedrag is, dan zijn de risicofactoren weinig van invloed
op de gedragsstoornis.
- Belangrijk is dat risicofactoren voor psychiatrische stoornissen bij
kinderen met een verstandelijke beperking sterk overeenkomen met
risicofactoren voor probleemgedrag en stoornissen bij kinderen in de
algemene bevolking.
Ook belangrijk is dat in de voorspelling van stoornissen bij kinderen met een
verstandelijke beperking naast algemene vormen van psychopathologie en
algemene risicofactoren ook specifieke kenmerken voor kinderen met
verstandelijke beperking een rol speelden. Bijv. gebrek aan sociale
vaardigheden, in zichzelf gekeerd en autistiform gedrag zijn van belang in de
voorspelling.

➔ LET OP: Gevonden relaties mogen niet worden opgevat als causaal




4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper esmeecoppoolse. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 61001 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,99  1x  verkocht
  • (0)
  Kopen