van de variabelen X1, X2, X3 en X4. Wat is variantie van de somscore X = (X1+X2+X3)?
(a) 14
(b) 22
(c) 27
(d) 29
2. Standaardscores hebben altijd
a) Een gemiddelde van 0 en een standaarddeviatie van 0
b) Een gemiddelde van 0 en een standaarddeviatie van 1
c) Een gemiddelde van 1 en een standaarddeviatie van 1
d) Een gemiddelde van 0 en een standaarddeviatie gelijk aan 0.5
3. De variantie van een variabele X is gelijk aan 3. Wat is de variantie van de lineair getransformeerde
variabele (2X — 1)?
(a) 5
(b) 6
(c) 12
(d) 15
4. Een dichotoom item heeft een gemiddelde van 0.2. Wat is dan de variantie van dit item?
(a) 0.16
(b) 0.40
(c) 0.04
(d) 0.016
5. De ruwe scores op Rekentest I correleren 0.7 met de ruwe scores op Rekentest II. Om interpretatie te
vereenvoudigen worden de ruwe scores op beide rekentests getransformeerd tot z-scores. De correlatie
tussen de z-scores op Rekentest I en Rekentest II is nu
(a) kleiner dan 0.70
(b) gelijk aan 0.70
(c) groter dan 0.70
(d) afhankelijk van de soort van test
, 6. Gegeven zijn de itemsores van 8 personen op een test van 3 items
Er geldt:
(a) de p-waarden van item 1 en item 2 zijn hetzelfde
(b) de variantie van item 2 is groter dan de variantie van item 3
(c) persoon 1 maakt het makkelijkste item fout
(d) het antwoordpatroon van persoon 4 voldoet aan het Guttman model
7. Gegeven is de variantie-covariantiematrix voor 4 items
Er geldt:
(a) de variantie van de totaal score X= X1+X2 is kleiner dan de variantie van de totaalscore X=X2+X3
(b) de alfacoëfficiënt voor deze vier items is gelijk aan.65
(c) het item met de hoogste item variantie is item 4
(d) de p-waarde van item 1 is p =.50
8. Een vierkeuze-item waarbij antwoordalternatief (d) het goede antwoord is heeft de volgende
frequentieverdeling
Er geldt:
(a) De a-waarden van het item zijn 0.1, 0.2, en 0.3; de p-waarde van het item is 0.4
(b) De a-waarden van het item zijn 10, 20 en 30; de p-waarde van het item is 40.
(c) De a-waarde van het item is 0.6, de p-waarde van het item is 0.4.
(d) De a-waarde van het item is 60, de p-waarde van het item is 40.
9. Gegeven is de variantie-covariantiematrix van opgave 7. Wat is de alfa-coëfficiënt van de somvariabele
X = X1 + X 2 + X 3 ?
(a) 0.49
(b) 0.68
(c) 0.86
(d) 0.92
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper femkebvanrijn. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.