Samenvatting Aansprakelijkheidsrecht
Leereenheid 1
Aansprakelijkheid op grond van art 1:162 BW verbintenis tot schadevergoeding
Verbintenis is een vermogensrechtelijke rechtsverhouding tussen twee of meer
personen krachtens welke de een tot een prestatie verplicht is (schuldenaar), en de
ander tot de prestatiegerechtigd (schuldeiser). Bij een onrechtmatige daad (OD) wordt
er gesproken over ‘aansprakelijke’ en ‘benadeelde’.
De verbintenis is afdwingbaar art. 3:296 BW. De schuldeiser kan zijn vordering op alle
goederen van de schuldenaar verhalen art. 3:276 BW. De wettelijke basis van de
verbintenis staat in art. 6:1 BW.
Een verbintenis kan ook voortvloeien uit redelijkheid en billijkheid (art. 6:2 BW) of doen
of nalaten in strijd met hetgeen volgens het ongeschreven recht in maatschappelijk
verkeer betaamt (art. 6:162 BW).
Verplichtingen die passen in het stelsel van de wet en aansluiten bij wel in de wet
geregelde gevallen, ook als verbintenissen worden aangemerkt (Quint-te poel).
Samenvatting Quint/Te Poel-arrest
Hubertus te Poel had met Quint een overeenkomst gesloten waarin stond dat Quint
twee winkelhuizen op een terrein zou bouwen en Hubertus hem hiervoor zou
betalen. Dit terrein behoorde echter niet aan Hubertus, maar aan zijn broer
Heinrich toe. Van belang in deze casus is het feit dat Quint niet wist dat het terrein
niet aan Hubertus maar aan zijn broer toebehoorde en tevens is van belang dat
Quint heeft nagelaten om te controleren of het terrein daadwerkelijk van Hubertus
was. Nadat de huizen waren opgeleverd bleef de betaling van Hubertus echter uit.
Toen Quint erachter kwam dat het terrein aan Heinrich toebehoorde kloptte hij
daarom bij Heinrich aan. Gezien het feit dat het terrein aan Heinrich toebehoorde
en deze nu wegens natrekking eigenaar van de panden was geworden, wilde Quint
dat Heinrich hem op grond van ongerechtvaardigde verrijking of op grond van de
redelijkheid en billijkheid zou betalen.
Rechtsvraag
Kan Quint op grond van onrechtvaardige verrijking of op grond van de redelijkheid
en billijkheid de betaling van Heinrich vorderen?
Rechtsregel
Na dit arrest is het artikel over de bronnen van verbintennissen aangepast. Er staat
niet meer dat een verbintenis uit de wet moet onstaan, maar dat de verbintenis
hieruit moet voortvloeien. Indien de wet geen regeling voor het geval kent moet er
een oplossing worden gezocht die past in het stelsel van de wet en die aansluit bij
Erwel in de wet
ontstaan geregelde gevallen.
verbintenissen uit onrechtmatige-, maar ook rechtmatige daad, namelijk:
Zaakwaarneming;
Onverschuldigde betaling;
Onrechtvaardigde verrijking.
Contractuele aansprakelijkheid:
Vloeit voort uit een overeenkomst art. 6:74 BW.
Men kan op grond van de onrechtmatige daad op twee manieren aansprakelijk zijn:
a. Persoonlijke aansprakelijkheid:
Degene die de schade heeft veroorzaakt is in eigen persoon aansprakelijk;
, b. Kwalitatieve aansprakelijkheid:
Men is in een bepaalde kwalitatieve hoedanigheid aansprakelijk voor de schade
veroorzaakt door…
i. Een persoon met wie men in bijzondere verhouding staat
1. Ouder-kind (art. 6:169 BW)
2. Werkgever-werknemer (art. 6:170 BW)
ii. Een zaak of dier ten opzichte waarvan men in een bijzondere
verhouding staat
1. Bezitter-roerende zaak (art. 6:173 BW)
2. Bezitter-dier (art. 6:179 BW)
1 Samenloop van contractuele en wettelijke aansprakelijkheid
Niet-nakoming van een verbintenis die voortvloeit uit een overeenkomst niet in een
onrechtmatige daad ex artikel 6:162 BW resulteert, maar dat het tekortschieten door de
schuldenaar in een contractuele verhouding specifiek in afdeling 6.1.9 (met name art
6:74 BW) als een lex specialis (= bijzondere wetgeving) is geregeld. Vernietiging kan op
grond van een wilsgebrek (artt. 3:44 BW).
Op grond van de Pauliana (art. 3:45 BW) kan wel met een vordering tot
schadevergoeding op grond van de onrechtmatige daad worden gecombineerd.
Voorbeeld:
A sluit met B een overeenkomst. De overeenkomst wordt een jaar later door A met
succes op grond van bedrog (art 3:44 lid 3 BW) vernietigd. A kan B voor de door A
geleden schade ex art. 1:162 BW aansprakelijk stellen.
Wanprestatie levert niet op zichzelf een onrechtmatige daad op in de zin van art 1:162
BW. Wel kan een bepaald handelen of nalaten een schadevergoeding opleveren op grond
van de wanprestatie (toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een verbintenis art
6:74 BW). Ook kan er sprake zijn van een onrechtmatige daad zijn, indien er sprake is
van een samenloop van contractuele en wettelijke aansprakelijkheid. Met betrekking tot
de samenloop van wanprestatie en de onrechtmatige daad kunnen de volgende vormen
worden onderscheiden:
a. Een handeling levert jegens de contractspartij zowel een toerekenbare
tekortkoming als een onrechtmatige daad op. Dit is in het geval (jegens de
contractuele wederpartij) indien de gedraging onafhankelijk van de schendig van
de uit de contractuele relatie voortvloeiende verbintenis een onrechtmatige daad
oplevert (bijv. Zaaksbeschadiging).
HR 9 december 1955, NJ 1956. 157 Boogaard Vestra
Samenloop van contractuele- en wettelijke aansprakelijkheid is mogelijk.
Bepalend is of de gedraging die in strijd is met de contractuele verplichting ook
los van de contractuele verhouding een onrechtmatige gedraging oplevert.
A B
Wanprestatie + OD
b. Een handeling levert ten opzichte van de wederpartij een toerekenbare
tekortkoming op en jegens een derde een onrechtmatige daad.
Wanprestatie
B
A
C
OD
, Voorbeeld
A vervoert in opdracht van B goederen die in eigendom toebehoren aan C. Door
onvoorzichtig rijden van A worden de goederen beschadigd. A schiet te kort in de
nakoming van een uit de vervoersovereenkomst voortvloeiende verbintenis
jegens B, hetgeen tevens een onrechtmatige daad jegens C oplevert.
c. Het door een derde gebruik maken of uitlokken van de toekenbare tekortkoming
van een contractspartij kan een onrechtmatige daad jegens de andere
contractpartij opleveren.
A
Wanprestatie
B
C OD
Voorbeeld
A en B zijn overeengekomen dat A aan B een partij roerende zaken zal verkopen
tegen een prijs van € 3,- per stuk. Voordat de partij is geleverd, haalt C, die van
de overeenkomst tussen A en B op de hoogte is, A over om de partij aan hem te
verkopen en te leveren voor een prijs van € 5,- per stuk.
Het is van belang dat het geval van samenloop van de aansprakelijkheid wordt gesteld,
omdat:
De vereisten voor de aansprakelijkheid verschillen. Aansprakelijkheid op grond
van het niet nakomen van een verbintenis uit een overeenkomst (art. 6:74 BW)
vereist dat de niet-nakoming aan de schuldenaar kan worden toegerekend, dit wil
zeggen dat de schuldenaar geen beroep kan doen op overmacht (art. 6:75 BW).
Aansprakelijkheid op grond van een onrechtmatige daad vereist dat er geen
rechtvaardigingsgrond voor het onrechtmatig handelen aanwezig is (art. 6:162
lid 2 BW).
In een contractuele rechtsverhouding hebben contractpartijen bovendien de
mogelijkheid (binnen de grenzen van art 3:40 BW en art 6:248 lid 2 BW) om ten
aanzien van hun aansprakelijkheid wegens wanprestatie (art 6:74 BW) een
afwijkende regeling te treffen, door bijvoorbeeld de mogelijkheid tot een beroep
op overmacht uit te breiden dan wel te beperken. Dergelijke exoneratiebedingen
kunnen onder omstandigheden derdenwerking hebben.
De personen en criteria bij aansprakelijkheid voor zaken, dieren en producten
komen bij onrechtmatige daad en toerekenbare tekortkoming niet altijd overeen
Bij het vaststellen van de schade die aan de ‘dader’ kan worden toegerekend,
speelt de aard van de aansprakelijkheid een rol (art 6:98 BW).
De stelplicht en bewijslast bij onrechtmatige daad en toerekenbare tekortkoming
(wanprestatie) kunnen verschillen. ‘wie stelt moet bewijzen’ (art. 150 Rv) vormt
het uitgangspunt van het bewijsrecht, bij zowel wettelijke als contractuele
aansprakelijkheid (art. 150 Rv). Daarop bestaan bij wettelijke- als contractuele
aansprakelijkheid uitzonderingen, bijv:
o Productaansprakelijkheid (art. 6:188 BW)
o Misleidende reclame (art. 6:195 BW)
Bij een consumentenkoop wordt vermoed dat de zaak bij aflevering niet aan de
overeenkomst heeft beantwoord, indien de afwijking van hetgeen wat overeengekomen
is zich binnen een termijn van zes maanden na aflevering openbaart (art. 7:18 lid 2
BW). Ook in de jurisprudentie zijn uitzonderingen te vinden op art 150 Rv.
Indien door een als een onrechtmatige daad of wanprestatie aan te merken gedraging
als specifiek gevaar ter zake van het ontstaan van schade in het leven is geroepenen dit
risico zich vervolgens verwezenlijkt, is daarmee volgens jurisprudentie van de HR het
, causaal verband tussen die gedraging en de aldus ontstane schade in beginsel gegeven.
Dit komt terug in leereenheid 9.
2 Grondslag van de wettelijke aansprakelijkheid
De aansprakelijkheid voor de schade is gekoppeld aan het rechtsbegrip schuld (in de
betekenis dat iemand van zijn schadeveroorzakende gedraging een verwijt kan worden
gemaakt). Tegenwoordig is het schuldbegrip veelal geen adequate grondslag voor het
beantwoorden van de vraag wie geleden schade in zijn vermogen moet dragen. De
grondslag voor de aansprakelijkheid verschuift steeds meer naar een belangenafweging:
bij wie dient de schade maatschappelijk gezien het meest gerechtvaardigd/adequaat te
worden neergelegd.
3 Verzekering en aansprakelijkheid
In het aansprakelijkheidsrecht speelt verzekering een grote rol. Hierbij wordt
onderscheid gemaakt tussen:
De aansprakelijkheidsverzekering, een verzekering voor eigen aansprakelijkheid
voor schade, een verzekering derhalve aan de kant van de aansprakelijke partij,
bijvoorbeeld de verzekering voor wettelijke aansprakelijkheid motorvoertuigen.
Uit de verzekeringsovereenkomst vloeit voort dat de verzekeraar de verplichting
tot het betalen van de schadevergoeding van de aansprakelijke/verzekerde moet
nakomen.
De schadeverzekering. Dit kan zijn een verzekering voor schade aan eigen
persoon, bijvoorbeeld een ziektekostenverzekering of schade aan een zaak,
bijvoorbeeld een inboedelverzekering of brandverzekering.
Het gaat hier om een verzekering aan de zijde van de benadeelde.
In het kader van het verzekeringsrecht kunnen er drie soorten verzekeraars worden
onderscheiden:
a. De schadeverzekeraar, bijvoorbeeld een ziektekostenverzekeraar. De werkelijke
schade die optreedt ten gevolge van een onzeker voorval, waartegen de
verzekering dekking biedt, wordt aan de benadeelde vergoed.
b. De sommenverzekeraar, bijvoorbeeld een ongevallenverzekeraar of
levensverzekeraar. Bij het intreden van een onzeker voorval wordt een bepaalde
som uitgekeerd ongeacht de schade van de verzekerde.
c. De sociale verzekeraar. Het gaat hier zowel om werknemersverzekeringen bijv.
de WIA, als volksverzekeringen zoals Algemene Nabestaandenwet (ANW).
3.1 Verhaal op de aansprakelijke door verzekeraar
De verzekeraar die de schade van de verzekerde betaalt kan veelal verhaal uitoefenen
op de aansprakelijke persoon. Verhaal is mogelijk op grond van:
a. De wet, ook wel regres genoemd
b. Een overeenkomst