Boek Samenvatting
De Aanslag – Harry Mulisch
Overzicht van het Boek
Titel: De aanslag
Auteur: Harry Mulisch
Pagina's: 247
Genre: Oorlogsroman, Psychologische roman
Oorspronkelijke taal: Nederlands
Onderwerpen: Schuldgevoel. Nasleep en verwerking van de Tweede Wereldoorlog. Verzet
in de Tweede Wereldoorlog tegen de Duitse bezetting.
Korte Samenvatting van het Boek:
Anton Steenwijk is twaalf jaar oud aan het begin van het verhaal in het boek. Anton leeft in
Haarlem met zijn ouders en oudere broer Peter. Het is Januari 1945. Het is nog oorlog in
Nederland. Op die avond, horen ze schoten voor hun huis. Als ze uit het raam gaan kijken,
zien ze dat Fake Ploeg, een inspecteur van de politie is doodgeschoten. Ze zien niet wie het
heeft gedaan. Het lichaam ligt voor het huis van de buren. Opeens komen de buren uit het
huis en verplaatsen het lichaam voor het huis van familie Steenwijk. Duitse agenten komen
eraan en arresteren familie Steenwijk. Ze denken dat zij Fake Ploeg hebben vermoord. Hun
huis wordt vernield en platgebrand. Omdat Anton nog een kind is, wordt hij weggebracht
naar het politiestation. Als hij vraagt waar zijn familie is, zeggen ze dat ze het niet weten.
Iedereen gaat ervan uit dat ze ergens in de gevangenis zitten. De volgende ochtend, wordt
Anton naar zijn oom en tante in Amsterdam gebracht. Over zijn familie hoort hij niets. Anton
komt maanden later te weten dat zijn hele familie gedood is op die avond. Voor de rest van
zijn leven vraagt Anton zich af wie Fake Ploeg heeft vermoord. En waarom ze het lichaam
voor de deur van zijn familie hebben gelegd. Hij komt langzaam de waarheid te weten.
Het boek is verdeeld in vijf hoofdstukken, die door de auteur episodes wordt genoemd. Deze
episodes worden onderverdeeld in kleinere hoofdstukken, die zijn genummerd met cijfers.
Lange Samenvatting van het Boek:
Let op! Er zijn anekdotes gemaakt: Dit zijn aantekeningen, die vaak niet in het boek zelf
staan. Anekdotes zijn bedoeld om je helpen, zodat je het verhaal beter kan volgen.
Helemaal aan het begin van het boek staat:
Overal was het al dag, maar hier was het nacht, neen, meer dan nacht.
C.Plinius Caecilius Secundus Epistulae, v1, 16 (= auteur, Hoef je niet te onthouden!)
Anekdote: Deze zin gaat over de tegenstelling tussen dag en nacht. Er gebeurt iets
verschrikkelijks die nacht. Iets wat de hoofdpersoon Anton nooit meer vergeet en heel zijn
leven verandert. Alsof de wereld verder ging en Anton voor altijd in die nacht bleef zitten.
Proloog
Voordat de episodes beginnen is er een kleine proloog. In de proloog wordt geschreven
vanuit de alwetende verteller. Er komen dus perspectiefwisselingen in het boek voor. Het
leven van Anton wordt dan beschreven voordat de oorlog begint. Het is een vredig begin.
Het vertelt de lezer dat er dicht bij het huis van Anton een veld en bos begint. In de zomer
zou je zelfs op het veldje willen liggen. De natuur kent alleen vrede.
Eerste episode: 1945
Het is avond rond half acht, Januari 1945, in Nederland. In Haarlem zit het gezin Steenwijk
in de eetkamer van hun huis. De familie bestaat uit: vader Willem, moeder Thea, oudere
broer Peter en hoofdpersoon Anton. Een groot deel van Europa is bevrijd, maar Nederland
nog niet. De levensomstandigheden zijn slecht. Het is koud er is weinig eten. Vader, Willem
1
,Steenwijk, is een grote man met donker haar. Moeder, Thea Steenwijk, is een kleine dame
met blond haar. Oudere broer, Peter Steenwijk, is zeventien jaar oud. Peter heeft blond haar
en blauwe ogen, net als zijn moeder. Het jongste kind, Anton Steenwijk, is twaalf jaar oud.
Anton heeft donker haar en bruine ogen, net als zijn vader.
Op het moment dat het verhaal begint, is Anton aan het lezen. Peter is zijn huiswerk aan het
maken. Moeder is bezig met een trui uit elkaar te halen en Vader is ook een boek aan het
lezen. Wanneer Peter klaar is met zijn huiswerk, kijkt de vader het na. Even erna wordt
besloten om een spelletje mens-erger-je-niet te spelen.
Het is bijna acht uur als familie Steenwijk aan tafel zit te spelen. Anton heeft de dobbelsteen
in zijn hand en gaat net voor zijn beurt gooien. Er klinken opeens harde knallen op straat.
Het zijn zes schoten. Peter reageert als eerste. Hij gaat bij het raam naar buiten gluren.
Anton volgt hem en kijkt mee op straat. Midden op de verlaten straat zien ze vóór het huis
van de buren, familie Korteweg, een lichaam liggen met een fiets ernaast. Peter gaat naar
buiten om te kijken wie het is. Hij wordt door zijn moeder teruggeroepen. Peter komt terug
en vertelt dat het Fake Ploeg is, die is doodgeschoten.
Fake Ploeg, is een collaborerende inspecteur van politie. Hij is berucht om zijn wreedheid en
iedereen is bang van hem. Nu ligt hij dood op de weg. Iemand heeft hem vermoord.
Moeder Steenwijk wil dat ze zich nergens mee bemoeien. Peter loopt naar binnen en Anton
kijkt nog buiten. Hij beseft dat hij de dobbelsteen nog in zijn hand heeft. Hij stopt het in zijn
zak en kijkt weer naar buiten. Opeens verschijnen meneer Korteweg en zijn dochter Karin
Korteweg op straat. Ze zijn de buren van de familie Steenwijk. Ze pakken het lichaam op en
leggen het vóór het huis van familie Steenwijk neer. Anton ziet het gebeuren en zegt het.
Peter reageert fel. De politie zal denken dat zij iets te maken hebben met de moord! Peter
wil het lichaam terugleggen. Laat de familie Korteweg maar aan de politie uitleggen dat ze
niets mee te maken hebben. Moeder Steenwijk is bang dat de politie net arriveert als Peter
bij het lichaam staat. Vader Steenwijk zit nog steeds verlamd aan tafel. Hij weet niet wat ze
moeten doen. Paniek breekt los in het huis en Peter gaat het lichaam proberen te verleggen.
Het is helaas te laat. Er komt politie aan. Peter wordt gezien bij het lichaam. Hij vlucht en
wordt nagejaagd in het veld naar het bos. Peter wordt daarna niet meer gezien.
Duitse officieren breken de deur neer en komen binnen. Ze arresteren de ouders van Anton
en Anton zelf wordt in een auto opgesloten. Wat er daarna met zijn ouders gebeurt ziet hij
niet, maar komt vele maanden later te weten dat ze op diezelfde avond worden gedood.
Anton zit hulpeloos in de auto te kijken hoe zijn huis kapot wordt gemaakt. Duitse officieren
verbranden het huis tot aan de grond en lachen. Niemand houdt ze toch tegen. Anton wordt
naar het politiebureau gebracht, waar hij in een donkere cel moet wachten. In de cel zit een
vrouw. Door het donker, ziet hij nooit het gezicht van de vrouw, alleen hoort hij haar stem.
Ze vraagt hem wat er is gebeurd en troost hem. Ze vertelt hem dat ze liever niet zegt wie ze
is, omdat het hem in gevaar kan brengen. Vele jaren later komt Anton te weten, dat deze
vrouw dichtbij is betrokken met de moord op Fake Ploeg. Ze wist precies wie hij was en ze
betreurde wat er met zijn familie gebeurde na de aanslag.
Na een uur in de cel, wordt Anton gehaald door Duitse officieren en wordt gebracht naar de
plaatselijke bevelhebber. Deze zegt tegen Anton dat hij niet weet waar zijn ouders zijn. Hij
vraagt of Anton andere familie heeft. Anton weet te vertellen dat zijn oom en tante in
Amsterdam wonen. De bevelhebber besluit om Anton daar naartoe te sturen.
Tijdens de rit naar Amsterdam, worden de vrachtwagens waarmee hij reist getroffen door
een luchtaanval. Anton ziet soldaten gewond raken en overlijden. Het is zo heftig dat ie moet
overgeven. Hij overleeft de rit en wordt uiteindelijk in Amsterdam opgehaald door zijn oom.
Als hij wegloopt met zijn oom, stopt hij zijn hand in zijn zak en vindt de dobbelsteen. Deze
had ie nog steeds bij zich sinds dat de aanslag gebeurde.
Tweede episode: 1952
Nederland wordt eindelijk bevrijd van de Duitse bezetting. Anton woont bij zijn tante en oom
in Amsterdam. De oom is de broer van Antons moeder. De achternaam is van Liempt.
Omdat ze niets horen van Antons ouders en Peter, gaat de oom naar Haarlem om het te
2
, vragen. Al deze tijd, hadden ze gehoopt dat de ouders van Anton en Peter nog leefden. Als
de oom terugkomt, heeft hij het slechte nieuws meegekregen. De ouders van Anton zijn op
dezelfde avond gedood. Samen met negen-en-twintig gijzelaars. Van Peter weet men niets.
Anton reageert een beetje versuft, alsof hij het ergens altijd al had geweten. In Juni, komen
ze te weten dat Peter ook op die avond gedood is. Voor Anton voelt het raar in de kennis dat
zijn familie er niet meer is. De vijf maanden, van Januari tot en met Mei en eigenlijk ook Juni,
voelen als jaren. Niet maanden. Met andere woorden, Anton kan wat er gebeurt is niet echt
verwerken. Hij weet dat zijn familie er niet meer is, maar het is alsof hij niet kan rouwen.
Het leven gaat door. Anton blijft bij zijn oom en tante in Amsterdam wonen. Anton gaat naar
school. Hij is geen bijzondere student, maar goed genoeg om medicijnen te gaan studeren.
Op zijn twintigjarige leeftijd, 1952, wordt Anton uitgenodigd voor een feestje van aan huis
door een studiegenoot in Haarlem. Het feestje wordt gehouden in de buurt van zijn oude
huis. Anton verlaat het feest wanneer er flauwe grappen worden gemaakt over de oorlog in
Korea. Hij loopt onbewust naar zijn oude straat. Waar zijn huis stond, staat er een open plek
met veel onkruid. Hij wordt herkend door een oude buurvrouw, mevrouw Beumer. Zij nodigt
hem uit om even binnen te zitten. Haar man is er ook nog, maar lijdt aan dementie en praat
niet mee. Mevrouw Beumer, vertelt Anton dat de familie Korteweg even na de bevrijding was
verhuisd en niemand wist waar naartoe. Als ze over die avond praat, zegt ze tegen Anton
dat Gods wegen ondoorgrondelijk zijn. Dat heeft niet veel troost voor Anton. En dan heeft ze
het over een monument dat opgericht is ter herdenking van de slachtoffers op die avond.
Anton neemt afscheid van mevrouw Beumer en loopt naar het einde van de straat. Hij gaat
naar het monument kijken. Hij ziet de namen van zijn ouders op staan, maar niet van Peter.
Als hij thuiskomt, vraagt Anton aan zijn oom en tante, waarom ze hem niets hebben verteld
over het monument. Dan blijkt het dat ze dat wel hebben gedaan, maar Anton wilde er niet
naar toe. Hij wilde eigenlijk nooit meer naar Haarlem.
Anekdote: Mensen die zijn getraumatiseerd door heftige gebeurtenissen in het leven,
kunnen zich bepaalde dingen niet herinneren. Dit is waarschijnlijk wat ook met Anton
gebeurde. Hij is echt uitgenodigd naar het monument, maar zijn verstand kon het niet
verwerken. Zijn herinneringen zijn vaag erover.
Derde episode: 1958
Anton studeert verder en gaat in een eigen appartementje wonen, niet te ver weg van zijn
oom en tante vandaan. Hij houdt zich ver weg van alles wat met de oorlog te maken heeft.
Als het communisme wereldwijd wordt besproken, houdt hij zijn afstand. Anton houdt van
lezen en puzzels oplossen. Hij speelt piano en gaat graag naar concerten. Het theater
bezoekt hij niet meer, sinds hij een keer onwel werd. Anton zelf begrijpt niet waarom hij
onwel werd. De waarheid is dat hij zich ziek voelde tijdens een scène van het toneel, dat
hem deed denken aan de avond van de aanslag. In de scène, zit een man met gebogen
hoofd aan tafel en een vrouw roept iets naar iemand op het terras.
Anekdote: Mensen met trauma kunnen zich soms niet alles herinneren van het ongeval
zelf, maar bepaalde dingen kunnen een gevoel van onwel oproepen. In dit geval zat zijn
vader op de avond van de aanslag precies op dezelfde manier aan tafel. Zijn moeder stond
ook op dezelfde manier bij de deur en riep wanhopig naar Peter, dat ie terug moest komen.
Anton doet zijn doctoraal. Hij begint zijn artsexamen en werkt als assistent in verschillende
ziekenhuizen. Uiteindelijk kiest hij ervoor om zich te verdiepen in de studie van anesthesie.
Hij weet dat hij als internist of cardioloog meer zou kunnen verdienen, maar dan zou hij
weinig privé tijd overhouden. Hij merkt dat hij vaak dieper over dingen nadenkt dan zijn
collega’s, dus praat hij niet veel met ze.
Op een avond zijn er rellen tegen het communisme en wordt er gedemonstreerd vóór zijn
huis. In de menigte herkent hij Fake Ploeg junior, de zoon van de man die vermoord werd in
de aanslag. Anton vraagt Fake om binnen te komen. Ze praten over het verleden en over
3