Keuzevak Legal Psychology Probleem 1
Vignet 1.1
1) Artikel Steblay, Dysart, Fulero & Lindsay (2003): Show-Ups vs. Line-Ups
De meest voorkomende identificatieprocedures zijn line-ups, waarbij meerdere
personen op een foto of live aan de getuige gepresenteerd worden, en show-
ups, waarbij de getuige slechts één persoon te zien krijgt. In de afgelopen jaren is
uit veel onderzoeken gebleken dat er in de identificatieprocedures veel fouten
gemaakt worden en is er gezocht naar de juiste manieren om bewijs van getuigen
te verkrijgen en te behouden.
Huidige onderzoeken hebben zich vooral gefocust op foto- en live-line-ups. Er is
dus minder onderzoek naar show-ups, terwijl er bewijs bestaat dat deze manier
veel gebruikt wordt in de praktijk. Een verklaring hiervoor kan zijn dat men denkt
dat show-ups simpelere versies zijn van line-ups. Een show-up is inderdaad een
soortgelijke cognitieve taak dan line-ups, maar een show-up vraagt net een
andere cognitieve strategie. Hierdoor moeten de sterke en zwakke punten anders
gemeten worden.
Het gaat bij gelijktijdige line-ups vaak meer om een relatieve vergelijking van
verdachten, terwijl bij een show-up en achtereenvolgende line-up meer een
absolute vergelijking verwacht wordt. Absolute vergelijking is beter dan
relatieve vergelijking, dus hierdoor is een show-up en achtereenvolgende line-up
in het voordeel. Echter zorgt absolute vergelijking voor minder keuzes, waardoor
er dus zowel minder correcte als minder foutieve identificaties gemaakt worden.
Er zou dus verwacht kunnen worden dat een show-up minstens zo effectief is als
een achtereenvolgende line-up en beter is dan een gelijktijdige line-up.
Echter is een van de voordelen van een line-up, zowel gelijktijdig als
achtereenvolgend, dat er enige vorm van bescherming is voor een
onschuldige verdachte. Een onbetrouwbare getuige of de afwezigheid van
de echte dader kan hierbij vastgesteld worden als de getuige een afleider
kiest. Een show-up biedt deze bescherming niet.
Daarnaast weet de getuige bij een show-up dat hij simpelweg een kans
heeft om de dader te identificeren, terwijl er bij een line-up meer sprake is
van een soort multiplechoice. Dit maakt show-ups een suggestieve
procedure en dit kan de uitkomsten sterker beïnvloeden bij een show-up
dan bij een line-up.
Het huidige onderzoek is een verlenging van het eerdere werk, wat zojuist
besproken is, waarin achtereenvolgende en gelijktijdige line-ups zijn vergeleken.
Meta-analyses zullen gebruikt worden om show-ups te vergelijken met line-ups.
Een doel van deze studie is om te zoeken naar data voor een mogelijk
onderliggend patroon, een consistente weergave van een effect, ongeacht
omgevingsverstoringen.
Gebaseerd op de eerdere onderzoeken hebben de auteurs de hypothese gesteld
dat een show-up zal leiden tot meer foutieve identificaties in vergelijking met een
line-up. Andere moeilijkheden van de vergelijking tussen show-ups en line-ups
zullen ook onderzocht worden, met de verwachting dat er minder grote verschillen
zullen voorkomen in dader-presentscenario’s.
1
, Het onderzoek zal show-ups en line-ups vergelijken op 3 belangrijke uitkomsten.
De mate van totale correcte identificatiekeuzes, correctie identificaties van
daders in dader-presentcondities en misidentificatiefouten in dader-
absentcondities. Het vergelijken van misidentificatie bij show-ups met
misidentificaties bij line-ups is lastig. In de dader-absentconditie zijn
foutieve identificaties en foutieve positieve selecties hetzelfde voor de
show-ups, omdat er maar één keuze beschikbaar is. Maar in een dader-
absentconditie bij line-ups, kan er gekozen worden voor de onschuldige
verdachte (foutieve identificatie) of voor een afleider. Het is dus belangrijk
om deze twee keuzes duidelijk te onderscheiden.
Daarnaast kan de mate van foutieve identificatie afhankelijk zijn van de
gelijkenis van de onschuldige verdachte met de echte dader, waardoor het
meer voorkomt bij show-ups. Er wordt dus gehoopt dat de beschikbare
data de mogelijkheid geeft om 3 mogelijke uitkomsten van dader-
absentcondities te onderzoeken: correctie afwijzing voor show-ups
tegenover line-ups, foutieve identificatie van onschuldige verdachten die
geselecteerd zijn op basis van gelijkenissen met de dader voor show-ups
en line-ups en foutieve identificatie van onschuldige verdachten die niet
lijken op de dader voor show-ups en line-ups.
Resultaten
De show-ups leverden een gemiddelde van 69% correcte keuzes en line-ups
zorgen voor 51% correcte keuzes. Dit verschil is significant in het voordeel van de
show-ups. Echter is hier geen rekening gehouden met de af- of aanwezigheid van
de dader. De volgende berekeningen moeten proberen te meten wat de impact is
van show-up tegenover line-up voor dader-present- en dader-absentcondities
apart van elkaar.
Een van de vragen is ook of de presentatieformat invloed heeft op het
keuzegedrag van getuigen. De resultaten weergeven dat de getuige twee keer
vaker kiest uit een line-up dan uit een show-up (54% vs. 27%). In de dader-
presentcondities maakten 71% van de participanten een keuze uit de line-up,
zowel een foute als juiste keuze, en 46% van de participanten maakten een
keuze uit de show-up en in dit geval was dit een juiste identificatie.
In de dader-absentcondities zorgden line-ups ook voor meer keuzes: 43%
bij de line-ups tegenover 15% bij de show-ups.
Wanneer getuigen een dader-presente show-up of line-up gepresenteerd krijgen,
zijn er twee uitkomsten mogelijk: correcte identificatie van de dader (een hit) of
een mislukte identificatie (een miss). Een miss kan de vorm aannemen van een
incorrecte afwijzing of een “I don’t know” (DK) reactie, of in het geval van een
line-up de keuze voor een afleider. De resultaten wijzen uit dat correcte
identificatie waarschijnlijker voorkomt bij de dader-presente show-up dan in de
line-up. Het totale aantal misses van show-ups in vergelijking met line-ups is 53%
tegenover 55%.
Foutieve afwijzingen wanneer de dader present is, zijn significant minder in
bij line-ups. Foutieve identificaties gelden voor de overblijvende misses bij
de line-ups.
Line-ups produceren daarnaast ook een hogere mate van kiezen (71%)
met kleiner aantal hits (64%) en show-ups produceren lagere niveaus van
2
, kiezen (46%) met een hoger aantal hits (100%). In het algemeen bij dader-
presentcondities, leveren de show-ups en line-ups ongeveer dezelfde
resultaten op.
Bij dader-absentcondities zijn er twee mogelijkheden: correcte afwijzing of een
foutieve identificatie. In dit geval zorgen show-ups voor hogere niveaus van
correcte afwijzing in vergelijking met line-ups. De show-ups zorgen daarnaast
voor 15% fouten, in vergelijking met 43% bij line-ups.
Het percentage fouten bij show-ups zorgt voor een gevaarlijke situatie: er
is sprake van identificatie van een onschuldige verdachte. Bij line-ups kan
dezelfde fout optreden, maar hierbij wordt er dan een afleider gekozen, wat
een bekende fout is. Bij 10% van de line-ups wordt een onschuldige
verdachte aangewezen als dader, tegenover 31% fouten waarbij een
afleider als dader wordt aangewezen.
Show-ups kunnen ook vergeleken worden met achtereenvolgende en gelijktijdige
line-ups. Net als bij achtereenvolgende line-ups, wordt bij show-ups minder snel
gekozen, waardoor er meer sprake is van foutieve afwijzingen bij dader-
presentcondities en meer correcte afwijzingen bij dader-absentcondities.
Er worden echter verschillen gevonden wat betreft correcte identificaties.
Show-ups en line-ups bleken in deze studie gelijk te scoren op goede
positieve identificaties, terwijl in eerdere onderzoeken gelijktijdige line-ups
zorgden voor betere prestatie van getuigen dan achtereenvolgende line-
ups.
Daarnaast worden in dader-absentcondities bij gelijktijdige line-ups 3 keer
vaker foutieve identificaties gemaakt dan in achtereenvolgende line-ups.
De resultaten weergeven meer foutieve identificaties bij show-ups in
vergelijking met gelijktijdige line-ups. Dit resultaat moet voorzichtig worden
geïnterpreteerd want het is gebaseerd op slechts twee testen.
Discussie
In het algemeen representeren de resultaten verrassende gelijkenissen tussen de
presentatieformats en spreken ze de gedachten tegen dat show-ups gevaarlijker
zijn voor onschuldige verdachten dan line-ups zijn. Mogelijk spelen andere
factoren hierbij ook een rol.
Line-up afleiders
De rol van afleiders kan belangrijk zijn in de vergelijking. De keuze voor een
afleider bij een line-up suggereert een onbetrouwbare getuige en zegt dus meer
over de getuige dan over de verdachte. Alleen getuigen die de line-up afwijzen
door niemand te kiezen kunnen gezien worden als betrouwbaar. Aan de andere
kant heeft een getuige bij een show-up geen afleiders om voor te kiezen. Een
getuige die een show-up afwijst blijft vertrouwen vanuit de politie houden, zelfs in
het geval dat hij de dader afwijst. Dit is mogelijk gevaar voor de latere
identificatiepogingen met een nieuwe en onschuldige verdachte.
Door het gegeven dat keuzes voor een afleider aangeven dat de getuige
onbetrouwbaar is en kiest voor onschuldige personen, hebben line-ups een
voordeel.
Foutieve identificatieniveaus
Er zijn zorgen uitgesproken over de mate van foutieve identificatie bij show-ups.
Dit is begrijpelijk, aangezien alleen foutieve identificaties kunnen zorgen voor het
3