Dit bestand is een samenvatting van alle colleges en werkgroepen die zijn gegeven in week 2 van Blok 6: Marktordening in de zorg. (Exclusief literatuur).
2.1 Markttheorie en verkoopmacht - deel 2
Ambulancezorg wordt monopolie, want: huidige aanbieders (per regio 1) krijgen voor onbepaalde
tijd een aanwijzing. De vraag is wat dit met de efficiëntie doet.
Bij dit plaatje: wat is de winst maximaliserende prijs en hoeveelheid voor deze monopolist? MO=MK.
De prijs ligt altijd boven de MO curve, want de MO curve ligt altijd onder de vraagcurve. Bij P* en Q*
ligt de winst maximaliserende prijs en hoeveelheid.
Maximale hoeveelheid verkopen zonder verlies? P = GTK.
Monopolie leidt tot welvaartsverlies
Uitkomst bij winstmaximalisatie: P > MK --> geen allocatieve efficiëntie
Verlies aan consumenten- en producentensurplus: 'deadweight loss'
X-inefficiency --> 'an organization that does not act energetically to curb costs is said to
exhibit X-inefficiency. Een monopolist heeft geen kostenbesparende innovaties, hij heeft geen
concurrentie en dus ook geen interesse om een lagere prijs te bieden.
Dynamische efficiëntie?
o Patenten v.s. geen bescherming door patenten
o Winst nodig om te kunnen innoveren
Deadweight loss: producenten- en consumentensurplus optellen: bij monopolie verschuift een deel
van het surplus, maar er gaat ook een deel verloren.
Welvaartsverlies
Op een markt met volkomen marktwerking is er geen verschil tussen MO en de vraagcurve. Dus MC =
D.
Bij een monopolie is MC = MR
,Deadweight loss is dus welvaartsverlies. Een monopolie leidt tot een verschuiving van CS naar PS, dus
is aantrekkelijk voor een aanbieder, maar minder aantrekkelijk voor een consument. Ten tweede
leidt deze verschuiving tot welvaarsverlies, omdat een deel van het surplus verdwijnt.
Prijsdiscriminatie
Het stukje CS dat over is betekent dat er nog steeds consumenten zijn die minder betalen dan wat
hun betalingsbereidheid is. Een prijsverlaging leidt tot een loss en gain in revenue. Zou je de loss
kunnen voorkomen, terwijl je wel de gain hebt? Met prijsdiscriminatie kan dit.
Het product is hetzelfde, maar per consument verschilt de prijs. De monopolist doet aan maximale
afroming van het consumentensurplus.
Voorwaarden prijsdiscriminatie
Verschillende voorkeuren bij consumenten
o Verschillen in betalingsbereidheid
Niet kunnen doorverkopen
Effecten van prijsdiscriminatie
Hogere winst aanbieder
Afroming consumentensurplus
o Betalingsbereidheid v.s. daadwerkelijke prijs
Voorbeelden prijsdiscriminatie
Leeftijdskorting in het openbaar vervoer
Vliegtickets: vroegboekkorting --> als je last minute boekt weet de maatschappij dat je
dringend weg moet en ben je dus bereid meer te betalen.
1e-graads prijsdiscriminatie: per consument een andere prijs
2e-graads prijsdiscriminatie: verschillende prijzen bij verschillende hoeveelheden. In dit geval is er bij
elke groep wel een surplus, maar deze is kleiner dan wanneer er geen prijsdiscriminatie was.
3e-graads prijsdiscriminatie: verschillende prijzen hanteren op gescheiden markten --> hogere prijs
op markt met laagste prijselasticiteit. Bijvoorbeeld: in de VS zijn sommige medicijnen veel duurder
dan in de EU.
o Winst maximaal als MK = MO
Anders hogere winst mogelijk door Q te verschuiven van markt met lagere MO naar
markt met hogere MO.
Het risico van duurdere medicijnen in de VS is dat de prijs in Canada lager is. Dan kunnen vragers zich
verplaatsen naar de markt in Canada. De markten moeten dus strikt gescheiden zijn.
, De bovenstaande tekening is een monopolist die op 2 markten verkoopt, bijvoorbeeld Nederland en
België. De MR is twee keer zo steil als de D lijn en deze kan je dus altijd tekenen. S MR is
gesommeerde marginale opbrengst. Het optimum van de gesommeerde marginale opbrengsten
moet je doortrekken naar beide markten.
Mogelijke overheidsingrijpen bij monopolie
1. Publiek eigendom & management
2. Overheidsregulering van private monopolie
3. Exclusieve contractering (concurrentie om de markt) --> college 3.3
4. Strikte handhaving mededingingsregels --> colleges 4.3 & 5.1
5. Laissez-faire beleid (niet mee bemoeien)
Monopolie: minder X-inefficiency
Voorbeeld overheidsingrijpen: prijsregulering via maatstafconcurrentie
o Aanbieders financieel afrekenen op hun relatieve prestaties
o Concurrentie door vergelijking
o Benchmarking = alleen 'naming & shaming'
Verschillen wel inzichtelijk maken (kwaliteitsverschillen), maar je rekent
partijen er niet op af
Methodologische uitdaging: bepalen relatieve efficiëntie
o Technische efficiëntie
o Allocatieve efficiëntie
o Kostenefficiëntie
Veelgebruikte methode: dataomhullingsanalyse (Data Envelopment Analysis, DEA)
Efficiëntievergelijking via DEA
Input georiënteerd = verschillen in input bij dezelfde output
Output georiënteerd = verschillen in output bij dezelfde input
Bepalen mate van inefficiëntie
o Grenslijn vaststellen (= 'omhulling')
o Afstand berekenen tot grenslijn
Grotere afstand = grotere mate van
inefficiëntie
7 ziekenhuizen, 4 liggen op grenslijn. Dit zijn de efficiënte instellingen
(best practices). Formule: Het punt tot aan de grenslijn neem je als
percentage van de hele lijn. Er zijn ook kostenlijnen, waarmee je kan
kijken bij welke best practice de kosten het laagst zijn.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper louiseoudeelferink. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.