Gladde spiervezels
• Spoelvormig uitgerekte cel (0,2mm)
• Kern
• Sarcoplasma bevat zeer dunne draadvormige elementen (myofibrillen)
® Homogeen
• Inwanden van organen en bloedvaten
• Worden geïnnerveerd door vezels uit autonome zenuwstelsel
o Niet door wil te beïnvloeden: onwillekeurige spiervezels.
Hartspiervezels
• Ongeveer zelfde bouw als gladde spiervezels
• Myofibrillen onder microscoop dwarse streping ® lichte en donkere stukken wisselen
regelma<g af
• Worden geïnnerveerd door vezels uit autonome zenuwstelsel
o Niet door wil te beïnvloeden: onwillekeurige spiervezels.
Dwarsgestreepte spiervezels
• Door pezen of peesbladen verbonden met de bewegende delen van het lichaam
Vezels liggen in bundels ® bundels vormen spierbuik ® deze wordt omgeven door
bindweefselmembraan (epimysium of spierfascie)
• Vezels zijn nucleaire cellen die sarcoplasma en myofibrillen bevaQen.
• Membraan van spiercel is sarcolemma.
• Spierkernen liggen tegen sarcolemma aan en zijn ovaalvormig met lange as van het
ovaal in lengterich<ng van spiervezel.
• Myofibrillen onder microscoop dwarse streping ® lichte en donkere stukken wisselen
regelma<g af
• Z-lijnen verdelen de myofibril in sarcomeren.
,• Myofibril is opgebouwd uit myofilamenten.
o Dikke filamenten ® bestaan uit het eiwit myosine
o Dunne filamenten ® bestaan uit het eiwit ac<ne
o Deze filamenten overlappen elkaar gedeeltelijk, dit verklaart dwarse streping.
o Bij contrac<e van een spier schuiven de myosine- en ac<ne filamenten in elkaar
totdat ze de Z-lijnen bereiken.
• Tussen de myofibrillen ligt sarcoplasma. Dit is rijk aan glycogeen.
• Mitochondriën bevaQen het eiwit myoglobine, dit kan zuurstof binden. ® naar het
aantal mitochondriën en de hoeveelheid myoglobine die aanwezig zijn, worden de
spiervezels verdeeld in 3 typen: I, IIA en IIB.
o Type-I vezels:
§ Aerobe stofwisseling
§ Langdurig gebruik (nauwelijks vermoeibaar)
§ Sterk gevasculariseerd: rode vezels
§ Langzame spiervezels
§ Langdurige inspanning (wel marathonloper, geen sprinter)
o Type-IIB vezels:
§ Anaerobe stofwisseling
§ Glucose is primaire energiebron
§ Kort gebruik (snel vermoeibaar)
§ WiQe vezels
§ Snelle spiervezels
§ Bij contrac<e veel kracht leveren, want grotere dwarsdoorsnede
o Type-IIA vezels:
§ Intermediaire vezeltype
§ Rode vezels
§ Tussenposi<e qua krachtlevering
• Pezen/peesbladen:
o Bestaan uit collagene vezels, in bundels gerangschikt
o Omgeven door losmazig bindweefsel (peritendineum)
o Op de overgang van spierbuik en pees bestaat nauwe rela<e tussen beide
structuren ® epimysium zet zich voort in peritendineum, collagene vezels
liggen ingebed in vingervormige instulpingen van uiteinde van spiervezel.
o Aanhech<ngen:
§ Oorsprong (origo)
§ Inser<e
§ In arm en been is origo proximaal en inser<e distaal
§ Bij dorsale rompspieren is origo caudaal en bij ventrale rompspieren is
inser<e caudaal
o Pezen met kleine aanhech<ng: geleidelijke overgang ® vezelig bindweefsel ®
vezelig kraakbeen ® verkalkt kraakbeen ® been
o Pezen die aan wrijving blootstaan worden meestal omgeven door synoviale
peesschede (vagina synovialis tendinis): dubblewandige bindweefselkoker
gevuld met synovia, binnenwand is vast met pees verbonden.
o De bursae synoviales hee^ dezelfde func<e als peesscheden. Bestaan uit
dunne wand en een holte gevuld met synovia. Staan in verbinding met
gewrichtsholte.
, • Spieren worden geïnnerveerd door zenuwen ® die bestaan uit motorische en
sensibele vezels.
o Motorische eenheid is het geheel van:
§ Motorische zenuwcel (motoneuron) in het ruggenmerg of hersenstam
§ Zijn zenuwvezel (axon)
§ Alle spiervezels die hierdoor worden geïnnerveerd.
o Motorische eenheden:
§ Oogspieren en kleine handspieren bestaan uit vele kleine motorische
eenheden
§ Schoudergordel en bekkengordelspieren bestaan uit rela<ef weinig
motorische eenheden maar bevaQen veel spiervezels per eenheid.
College 1: Inleiding anatomie
Algemene gewrichtsleer
Indeling naar de aard van de verbinding ® junctura = verbinding
• Ossea ® bot
o Geen beweeglijkheid
o Uitsluitend voor stevigheid
o VB: de vergroeiing van de drie heupbeenderen tot één
bekkenhel@
• Fibrosa ® bindweefsel
o Syndesmosis
§ Bandverbinding tussen boQen
§ Geringe beweeglijkheid
§ Elas<sche aanpassing aan belas<ng
§ VB: Het bindweefselschot tussen Bbia en fibula
o Sutura
§ Zeer smalle spleten met bindweefsel gevuld
§ VB: De schedelnaden van een volwassene
• Car<laginea ® kraakbeen
o Synchondrosis
§ Hyalien kraakbeen
§ VB: De verbindingen tussen de (onderste) ribben onderling
en de (bovenste) ribben met het
sternum
o Symphysis
§ Vezelig kraakbeen
§ VB: de symphysis pubica
, • Synovialis ® vloeistof
o Car<lago ar<cularis (kraakbeen op gewrichtsuiteinden)
o Capsula ar<cularis (gewrichtskapsel)
o Cavum ar<culare (gewrichtsspleet)
o Kop/kom
o Synovia (gewrichtsvocht)
o VB: de arBculaBo genus
Indeling naar aantal boHen binnen het kapsel (geldt alleen voor junctura synovialis)
• Ar<cula<o simplex = enkelvoudig gewricht
o Twee botstukken komen samen
o VB: arBculaBo coxae
• Ar<cula<o composita = samengesteld gewricht
o Meer dan twee botstukken komen samen
o VB: arBculaBo cubiB
• Ar<cula<o duplex = bicondylair gewricht
o Twee botstukken op meer dan één plaats met elkaar verbonden
o VB: ulna en radius zijn bij zowel elleboog als pols met elkaar verbonden
• Ar<cula<o complexa = gewricht waarin disci of menisci voorkomen
o VB: arBculaBo genus
Indeling naar de vorm van de botuiteinden (type verbinding)
• Ar<cula<o cylindrica = cylinder
o Ginglymus = scharnier
§ As loodrecht op lengte-as beide botstukken
§ VB: knie, elleboog
o Trochoidea = draai of rol
§ As in de lengterich<ng van bewegende botstuk
§ VB: tussen ellepijp en spaakbeen
• Ar<cula<o sellaris = zadel
o 2-assig; botuiteinden zijn zowel kop als kom (convex + concaaf)
o VB: duim
• Ar<cula<o ellipsoidea = ellipsvormig
o 2-assig; zowel rota<e als transla<e
o VB: pols
• Ar<cula<o sphaeroidea = kogel
o Kan alle kanten op roteren (3 assen, assen loodrecht op elkaar)
o VB: schouder, heup
• Ar<cula<o planafibrosa = vlak
o Transla<es in alle rich<ngen; rota<e om eigen as
Bewegingen
Bewegingen in een SagiQaal vlak Transversaal vlak Frontaal vlak
Gaat om een Frontale/transversale Longitudinale as SagiQale as
as (exorota<e, (abduc<e, adduc<e)
(anteflexie, retroflexie) endorota<e, rota<e)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper robinramaekers04. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,45. Je zit daarna nergens aan vast.