Abductie Op basis van aantal aanwijzingen tot conclusie komen, waarbij
conclusie de meest zuinige is met minste verbeeldingskracht, die het
dichtste bij de aanwijzingen ligt. Minste fantasie bij nodig, zo dicht
mogelijk bij de feiten blijven.
Inference to the best explanation = best mogelijke verklaring voor
een fenomeen zoeken. Er zijn echter geen regels etc om te bepalen
welke verklaring het beste is.
Agrippa’s trilemma drie alternatieven om te bepalen wat onze beliefs rechtvaardigt:
- onze beliefs zijn niet gerechtvaardigd
- onze beliefs worden ondersteund door een oneindige keten van
rechtvaardiging
- onze beliefs worden ondersteund door een cirkelredenering
Trilemma = kiezen uit 3 dingen.
Dit trilemma vermijden dmv infinitisme, coherentisme of
foundationalisme.
(Anti-)realisme Gaat over waarheid. Ontkennen dat waarheid, in principe, onze
Hfst 14 capaciteit om te weten kan overtreffen. Realisten zeggen dat dus onze
beste mening van wat de waarheid is, false kan zijn. Anti-realists zijn
het hier niet mee eens en zeggen dat er geen verschil kan zijn tussen de
waarheid en de beste mening. Waarom zou je er van uit gaan dat het
fout kan zijn, als alles er op wijst dat het true is. Waarom dat dat niet
gewoon als de waarheid behandelen?
Datgene wat we aan het einde van de inquiry (onderzoek) vinden, is de
waarheid. Helpt niet tegen het scepticisme, want we zijn nog niet aan
het einde van de inquiry. En onze beliefs kunnen dus helemaal fout
zijn.
Hoe weten we dat we het einde van de inquiry hebben bereikt? Er kan
immers altijd nieuw bewijs komen.
Realisme = sterke vorm van objectivisme
Bij brein in kom probleem zou anti-realisme zeggen, omdat je het
verschil niet kunt zien tussen wel of niet in kom zijn, dat het niet
uitmaakt of je brein in kom bent of niet!
A priori Onafhankelijk van ervaring/empirisch onderzoek. Kan vanuit stoel bij
(kennis/justification) wijze van. Kan taalkundig, logisch, wiskundig. Vb:
alle vrijgezellen hebben geen vriend/vriendin (taalafspraken)
A posteriori empirical kennis – afhankelijk van ervaring. Vereist onderzoek, dus
(kennis/justification) kan bij wijze van niet vanuit stoel. Vb:
- Washington ligt in Amerika opzoeken in atlas
Argument from illusion Dit suggereert een indirect model van perceptuele kennis: dat wat we
direct waarnemen bij het vormen van deze kennis is een sensorische
impressie (seeming) op basis waarvan we een inferentie maken van
hoe de wereld is
Argument van Descartes Tegen scepticisme: Weten niet zeker of brein in kom-verhaal klopt, daar
denken we nu dus over na. We weten dus in ieder geval dat we kunnen
denken. Als ik denk, moet er iets zijn dat denkt ik denk dus ik ben.
Alle mental states zijn zeker: alles wat er in mijn geest gebeurt, kan ik
weten, en verder weet ik niets.
, Chicken sexer case Chicken sexer is iemand die is opgegroeid bij kippen en daardoor een
betrouwbare eigenschap heeft ontwikkelt om geslacht van kippen te
kunnen bepalen. Ze hebben echter false beliefs over manier waarop ze
dat doen: ze denken via zicht en tast, maar eigenlijk via geur. Hij heeft
false beliefs en kan zijn dat hij nog niet heeft vastgesteld of zijn
eigenschap betrouwbaar is. Weet hij het dan? Verschillende
meningen over
Closure principe (hfst Als ik een aanname weet, en ik weet dat deze aanname een tweede
13) aanname met zich meebrengt, weet ik de tweede aanname ook. Dus:
als ik weet dat ik aan tafel zit, weet ik dat ik niet in een kom drijf, en dat
ervaringen worden gevoed. Maar: uit het argument blijkt (premisse 1)
dat we dit nooit zeker kunnen weten, dus weet ook niet dat ik aan tafel
zit.
Omdat ik niet kan weten of ik geen brein in kom ben, kan ik niet weten
of ik wel achter tafel zit nu.
Cognitief vermogen Net als epistemische deugd een karaktertrek, maar deze is natuurlijk en
aangeboren, en niet aangeleerd. Behoeft vaak geen reflectie, itt
epistemische deugd. Zorgt ervoor dat je reliably true beliefs kunt
vormen. Vb: zicht
Coherentisme Reactie op Agrippa’s trilemma. Optie 3 aannemen: cirkelredenering kan
onze beliefs rechtvaardigen. Cirkel moet wel groot zijn. Willard van
Orman Quine. Beliefs zitten in een netwerk. Wereldbeeld vormt onze
beliefs en beliefs zijn zo gerechtvaardigd. Dit hoeft niet goed te zijn,
misschien zijn we niet kritisch genoeg.
Contextualisme Reactie op de sceptische hypothese – Pragmatisch. Kennis hangt erg van
Hfst 13 omgeving af. Stel je voor dat ‘weten’ ook context-afhankelijk is
sceptict gebruikt woord meer veeleisender dan ‘gewoon’ mens. Wat
betreft onze eigen, dagelijkse standaarden (in normale context) weten
we veel, maar volgens (hoge) standaarden van sceptict weten we niks.
Hangt van context af of we denken dat we kennis hebben. Scepticisme
bestaat gewoon naast deze opvatting.
Kritiek: we kunnen niet alle mogelijkheden van fouten wegwerken, dus
we kunnen niet iets zeker weten.
Credulisme we hoeven niet altijd verdere gronden hebben voor een testimonial
belief. We kunnen deze beliefs (rechtvaardig) houden tenzij er een
reden is voor twijfel. Je bent volledig justified bezig als je beliefs houdt
totdat er bewijs naar boven komt dat in strijd is met deze beliefs.
Thomas Reid.
Echter: misschien moeten we toch wat kritischer zijn over informatie
die we verkrijgen dan deze theorie suggereert.
Deductie Logische stappen (via premissen) kennis. Premissen leiden tot
conclusie.
Leidt tot zekere kennis, itt inductie.
Deontic epistemic Vorm van epistemische rationaliteit. Belief is rationeel zo lang bij het
rationality vormen van dat belief men niet in strijd is gekomen met een
epistemische norm, vanuit zijn/haar perspectief (of norm klopt maakt
niet uit, maar hij/zij kan er zelf niks aan doen als de norm niet klopt)
Epistemische deugd (Aangeleerde) karakterkenmerk die je beter maakt in het achterhalen