Leiderschap en innovatie
Werkcollege organisatiekunde
Verticale coördinatie: informatie en regelsystemen, richtlijnen, regels en toezicht, opleiding en
training.
Horizontale coördinatie: afstemming zonder tussenkomst van hiërarchisch bovengeschikte.
Collegiale werkgroep, informele coaching.
Weinig hiërarchische niveaus: platte organisatie, span of control groter
Veel hiërarchische niveaus: gelaagde organisatie, span of control kleiner
Bureaucratische organisatievorm:
- Hiërarchische opbouw, uitsplitsing van taken
- Mensen laten zich leiden door regels en procedures, niet door persoonlijke voorkeuren
- Zorgvuldig, consistent
- Werving op basis van deskundigheid
Doel bureaucratisme:
Scherp doorgevoerde taakverdeling, strakke lijnen, sterk geobjectiveerde criteria
Kan leiden tot afwenteling van verantwoordelijkheid, fragmentering, risico mijding,
dehumanisering
Goal displacement:
Doelverschuiving, de middelen om het doel te verkrijgen zijn een doel op zich. Dus
regels naleven zonder dat dit bijdraagt aan iets.
Professionele organisatievorm: relatief ingewikkeld werk dat gespecialiseerde kennis vereist,
primair hoogopgeleide professionals, professionals identificeren zich sterk met hun werk.
Projectmatige organisatievorm: projectteams of projectgroepen, structuur is ad hoc en
flexibel, weinig formalisatie en hiërarchie, onzekerheid over wie de baas is.
Organisatiecultuur: verwijst naar de manieren waarop mensen denken en doen in een
organisatie, voorbeelden van cultuur, voorbeelden van verschillen in cultuur,
De machtsverhouding tussen individuen en organisaties is bijna altijd in het voordeel van de
organisaties. Organisaties kunnen vaak op meer en betere financiële, technische en
administratieve ondersteuning rekenen dan individuen.
Staatkundige opbouw van het openbaar bestuur: de constitutionele monarchie, de
parlementaire democratie, de gedecentraliseerde eenheidsstaat.
Organisaties in het openbaar bestuur zijn afzonderlijke onderdelen met bepaalde taken en
functies zoals reinigingsdienst, regionale inspectie voor volkshuisvesting of zorgorganisatie.
Organisatiestructuur is de wijze waarop de taken in een organisatie zijn verdeeld en de wijze
waarop het verrichten daarvan vervolgens wordt gecoördineerd.
Taakverdeling zorgt voor opsplitsing van werk in deelwerkzaamheden. Het gaat hierbij om de
toewijzing van activiteiten aan individuele organisatieleden en om de verdeling van taken
tussen eenheden in de organisatie.
, Belangrijk voordeel Belangrijk nadeel
Doelbeginsel Doelbereiking en inhoudelijke Efficiencyoverwegingen raken op
afstemming staan voorop de achtergrond
Procesbeginsel Bereiken van schaalvoordelen en Veronachtzaming van de inhoud:
vergaande specialisatie proces wordt doel op zich
Klantbeginsel Ontstaan van een hechte band met Verwevenheid gaat ten koste van de
cliënten ongeorganiseerde belangen
Geografisch beginsel Fysieke (en gevoelsmatige) Fysieke (on gevoelsmatige) afstand
nabijheid van het werkterrein tot de centrale organisatie
Span of control is het aantal mensen of organisatie-eenheden dat een manager of ander soort
leidinggevende onder zich heeft. Dit is contingent, afhankelijk van de omvang en het type
organisatie, het soort taken die de medewerkers moeten uitvoeren en de ervaring van de
medewerker en de manager.
Coördinatie wordt gebruikt ter aanduiding van de afstemming die nodig is nadat het werk
over verschillende mensen, afdelingen en niveaus verdeeld is.
Richtlijnen en regels, toezicht en leiding, opleiding en training zijn typisch voorbeelden van
verticale coördinatie. In iedere organisatie zijn er ook horizontale voorzieningen die voor
afstemming zorgen zonder tussenkomst van een hiërarchisch bovengeschikte. Hierbij kan het
gaan om informele coaching van nieuwkomers door ervaren mensen, de instelling van een
collegiale werkgroep of een permanente adviescommissie.
Cultuur is een gelaagd begrip, het verwijst zowel naar de wijze waarop mensen in een
organisatie zich gedragen, als naar de waarden en normen, ideeën en opvattingen, sentimenten
en emoties die aan dat gedrag ten grondslag liggen.
Bureaucratie staat er voor de macht die organisaties zich in het openbaar bestuur toe-eigenen.
Drie typen gezag: rationeel-legale autoriteit, traditionele autoriteit en charismatische
autoriteit. Dit zijn drie ideaaltypen: het zijn abstracte, hypothetische concepten die in de
werkelijkheid niet in zo’n pure vorm voorkomen.
Bureaucratische organisatievorm is een organisatievorm die uitgaat van rationeel-legale
autoriteit. Bureaucratie is een organisatievorm waarvan de structuur zich kenmerkt door een
hiërarchische opbouw, een vergaande uitsplitsing van taken en werving op basis van
deskundigheid.
Kenmerken bureaucratische organisatievorm:
Voor elk ambt is bepaald welke competenties medewerkers moeten bezitten
Medewerkers werken in een hiërarchische structuur, waar lagere medewerkers
ondergeschikt zijn aan hogere medewerkers
Voor medewerkers is het werk hun hoofdactiviteit, geen bijbaan
Werving en bevordering vinden plaats op basis van deskundigheid en ervaring
Er is een strikte, stelselmatige discipline en controle
Medewerkers ontvangen een salaris, en de hoogte hiervan is verbonden aan de
hiërarchische positie en is dus hetzelfde voor alle medewerkers in dezelfde rang en
met gelijke ervaring
Medewerkers werken met door de organisatie ter beschikking gestelde middelen.
Formalisatie is de mate waarin regels, procedures, instructies en communicatie op schift zijn
gesteld.
Administratieve lasten zijn de kosten om te voldoen aan informatie en
verantwoordingsverplichtingen die voortkomen uit wet- en regelgeving.
, Professionele organisaties verrichten relatief ingewikkeld werk dat gespecialiseerde kennis en
vaardigheden vereist. Zij worden bevolkt door professionals die een specialistische opleiding
hebben genoten en hun werk met een grote mate van zelfstandigheid vervullen.
Bureaucratische organisatie Professionele organisatie
Centralisatie: structuur die sterk is gericht op Decentralisatie: structuur die sterk is gericht op
bureaucratische beheersing en controle professionele autonomie en vrijheid
Cultuur waarin regels, richtlijnen en procedures Cultuur waarin formele positie en hiërarchie niet
belangrijk zijn zo belangrijk zijn
Coördinatie door standaardisatie van Coördinatie door standaardisatie van kennis en
werkprocessen vaardigheden
Gezag berustend op status, positie en hiërarchie: Gezag berustend op prestaties en vaktechnische
Wie de baas is, mag het zeggen deskundigheid: wie het weet, mag het zeggen
Loyaliteit aan de top Loyaliteit aan de professie
Met een projectorganisatievorm beogen organisaties voor een in de tijd begrensde en scherp
omschreven taak, een structuur op maat te leveren. Kenmerkend voor projectmatige
organisatievorm is dat de structuur ad hoc wordt vastgesteld en flexibel is. Er is weinig
formalisatie en hiërarchie. De cultuur benadrukt betrokkenheid en toewijding: er moet in korte
tijd en binnen strikte randvoorwaarden een belangrijke taak worden vervuld. De
veranderlijkheid van de projectstructuur leidt tot onzekerheid over wie nu eigenlijk de baas is.