SAMENVATTING VAN ALLE STOF, GRIEKSE BRONSTIJD T/M GOTIEK
Grieken bronstijd/ Aegeïsche kunst H4
Stratigrafie: het dateren/ordenen van objecten op basis van hun positie in de grond
Typologie: stijlen of motieven die gedeeld wordt door verschilende culturen. Komt altijd terug in de
kunstgeschiedenis.
Cycladische cultuur
3000-1600 v Chr
Rijke cultuur door handel tussen eilanden, dit zie je aan de grafrituelen. Brons was een belangrijke
grondstof, Sifnos en Kipnos belangrijke koperbronnen. Hierdoor kwam zeevaart op gang. En oa. ook
voor toevoer van voedsel en goederen want op het eiland zelf vaak niet genoeg middelen.
Cycladen idolen
Voornamelijk vrouwen uit marmer met een schematische vormgeving, die door de tijd heen steeds
minder naturalistisch worden. Hierbij was er wel een toenemend belang van decoratie op de
poppetjes. Als het mannen waren deden ze iets bijzonders. Bijv. harpspelen. Idolen gevonden in
rituele en individuele graven. Ook fragmenten hiervan gevonden die opzettelijk kapot zijn gemaakt.
Minoische cultuur
1900-1600 v Chr
Arthur Evans groef een paleis op.
Vroege paleis periode: 2100-1700 v Chr
Late paleis periode: 1600-1100 v Chr
Schrift!: Linear A
Paleis van Knossos heeft centraal hof met kamers eromheen. Geen centrale facade, en geen
verdedigingsmuur! Minoische zuilen te zien, die naar beneden toe smaller worden.
Functie van het paleis bij Knossos
Economisch centrum: opslag van landbouwgewassen, er zijn vazen gevonden voor opslag (stierkop
rhyton 1500-1450, oogstvaas Ayia Triada ca. 1500 v Chr) en werktuigen van staal.
Oogst en landbouw dus belangrijk.
Rituele functie: Grandstand fresco ca 1600 v Chr. Fresco= schilderen van nat pleisterwerk/aardwerk.
Je ziet een tribune met grote menigte met wit afgebeelde vrouwen en bruin/gekleurd afgebeelde
mannen. Bovenin groot afgebeeld priesteressen. Wat vind zich plaats in het midden?Gevonden in
ruimte aan het centrale hof, heeft het daar plaats gevonden? Wat heeft er plaats gevonden? ->
sommige zeggen dat het Stierspringfresco uit ca. 1500 v Chr het antwoord geeft, dat met hier bezig
was met stierspringen. Stier en vrouw spelen iig een belangrijke rol in de Minoische cultuur. Ook te
zien: slangengodin van Faience ca. 1600 v Chr, dat is glasachtig aardewerk, een tussenvorm tussen
, aardewerk en glas in met een glazuurlaagje erop. Dit duidt allemaal op rituelen in het paleis van
Knossos.
Knossos is het grootste paleis wat er is gevonden in het Egeisch gebied.
Rond 1500 is alles vernietigd maar niet Knossos en Chania. Hierna zien we dat deze een troonzaal
krijgen, wat duidt op andere machthebbers in deze tijd.
Akroteri,Santorini
Bewaard onder vulkanisch as, eiland onder grote invloed van de Minoïsche cultuur omdat het dichtbij
lag, te zien aan de fresco’s. Je ziet veel natuur en rituele scenes. Netzoals in Knossos op fresco’s
geen wapens of vechtscènes, geen verdedigingsmuren (er was weldegelijk oorlog/gevecht en
overname maar dit speelde dus geen rol in de kunst en iconografie!)
Scheepsfresco’s ca. 1550 v Chr: processie met boten, duidelijk geen handel, misschien ritueel.
Figuren kijken allen een kant op, naar knossos? Natuurelementen belangrijk, het belang van zeevaart
duidelijk
Kortom was de Minoïsche cultuur dus niet in zijn kunst bezig met oorlog of overname, maar meer met
het belang van de natuur en zee(vaart), ook speelde rituelen en religie mogelijkerwijs een grote rol, te
zien aan de opgravingen van godinnen figuren en ritueelfresco’s.
Myceense cultuur
1600-1100 v Chr
Schrift: linear B
Myceens nav opgraving van de stad Mycene. (Heinrich Schliemann)
Gevonden:
- Grafcirkel A: 6 schachtgraven, collectieve graven. va 1600 v Chr. Vol met goud, wapens en
zwaarden. Thematiek op deze objecten is volstrekt anders dan in de Minoische cultuur.
Wapens vechten en geweld staan hier centraal.
- Dikke verdedigingsmuren, bijv. de Leeuwenpoort 1500-1300 v Chr. Dit is de eerste
monumentale architectuur/constructie van Griekenland.
- Schathuis van Atreus ca. 1300 v Chr: tholos e rg theatrale tombes gevuld met allerlei rijkdom.
Vooral wapens en goud.
- Masker van Agamemnon: bleek niet van Agamemnon want bleek uit 1600-1500 en
Agamemnon leefde in de 13de eeuw.
Je ziet een overlap van de Minoïsche traditie in de Myceense kunst terug. De stijl komt overeen, maar
de thematiek is anders. Voorbeeld: Tarzan fresco’s ca. 1250 v chr, kringeltjes om landschap aan te
geven netzoals bij Minoïsche cultuur, maar duidelijk een vechtscène te zien.
De vaphio-kopjes (4.29) zijn uniek omdat ze een paar lijken te vormen, maar ze zijn dit waarschijnlijk
niet: op het ene kopje probeert men een stier te vangen door het met een koe te lokken, op het andere
kopje proberen ze de stier met netten te pakken. Men denkt dat het eerste kopje Minoïsch is omdat
het ‘vredelievender’ is en het tweede kopje Myceens want ‘gewelddadiger’. In werkelijkheid weten we
weinig van de interactie tussen de twee beschavingen.