BLOK 1
Afkortingen S, P en M
S = is subject. Hij/ zij ondergaat de oefening.
Note: het subject heeft altijd gelijk!
Al lerend voelen: het is nuttig om de impact te ervaren van wat je zelf doet
P = programmeur. Hij/ zij voert de oefening uit.
Al doende leren en leren van feedback.
M = meta. Hij/ zij observeert, let op de tijd en geeft feedback aan de programmeur.
Note: geeft feedback d.m.v. goed, beter, best. Laat het woord “maar” achterwege.
Al waarnemend leren: zien en luisteren hoe NLP werkt.
Rollen rouleren van subject meta programmeur subject etc.
Ethiek binnen NLP
Binnen NLP worden 6 ethiek regels gehanteerd:
1. Het tonen van respect voor de waardigheid en integriteit van het individu in woord en daad.
2. Nooit bewust veranderingen provoceren of interventies doorvoeren die schadelijk zijn voor de
ecologie van het individu in kwestie.
3. Respect hebben voor – en belang hechten aan – het confidentiële karakter van de relatie met het
subject.
4. De kennis van NLP nooit voor persoonlijk voordeel gebruiken wanneer dit schadelijk is voor iemand
anders.
5. De autonomie van het individu, het recht op informatie, de vrijheid van keuze en het besluitrecht en
het oordeel behouden.
6. Certificatie op gelijk welk niveau geeft niet het recht jezelf psychotherapeut te noemen.
Ontstaan van NLP
De grondleggers van NLP zijn Richard Bandlier en John Grinder die anno 1972 elkaar ontmoette op
de Universiteit, waarna een reeks van experimenten plaats vonden, die resulteerden in het NLP –
model.
John Grinder was doctor in taalkunde en Richard Bandlier was een student wiskunde, wiens
interesse uitging naar logische algoritmen. Daarnaast bestudeerde hij allerlei theorieën die met
menselijk gedrag te maken hadden.
NLP werd een model om te modelleren: is iets leren van een rolmodel (een mens) door nauwkeurig
te observeren hoe iemand iets doet en door de cruciale componenten van die werkwijze in een
structuur te gieren die overdraagbaar is en dezelfde resultaten geeft.
Zij richtten zich met name op therapeutische deskundigen waarbij zij de vraag stelden: “Hoe slagen
die mensen erin succes te behalen waar anderen falen?”
Zij ontdekten dat elke taal zich bedient van predicaten die overeenstemmen met de zintuigen, welke
als basis lag voor de keuze van de naam Neuro – Linguïstisch. Het woord Programmeren komt voort
uit de ontdekking dat mensen onbewust geconditioneerd zijn in het gebruik van bepaalde
taalpatronen.
1
, Wat is NLP?
NLP staat voor Neuro (met betrekking tot het brein) Linguïstisch (taal) Programmeren (taal gebruiken
om een effect te creëren in het brein).
Bij NLP staat de HOE – vraag/ het HOE? centraal. In tegenstelling tot de waarom?
Hoe doet iemand wat die doet en hoe kan het beter worden?
Als definitie van NLP wordt het volgende geschreven: NLP is een model, oftewel: een schematisering
van de werkelijkheid met een operationeel karakter. NLP is geen theorie aan zich, omdat het zich niet
bezig houdt met de inhoud, maar vooral met de vorm. Toepassing van het NLP model leidt tot meer
flexibiliteit, verantwoordelijkheid en meer keuzes.
De definitie van NLP wordt onderscheden in sub definities:
NLP is een model dat de structuur van de subjectieve ervaring beschrijft.
NLP is de studie van hoe iemand iets ervaart, welke cruciale elementen een rol spelen in deze
ervaringen en hoe die elementen samenhangen en elkaar beïnvloeden. Bijvoorbeeld: de manier
waarop iemand iets ziet, hoort en voelt, zal invloed uitoefenen op de betekenis die eraan verleend
wordt.
De componenten die in de structuur van de subjectieve ervaringen worden aangereikt, zijn
universeel: ze zijn bij alle mensen waarneembaar en toepasbaar. Ieder mens past deze structurele
componenten op strikt individuele wijze toe, wat aanleiding geeft tot zeer verschillende belevingen.
NLP is een communicatiemodel dat beschrijft hoe optimale communicatie tot stand komt.
NLP is een model dat de structuur van interpersoonlijke relaties beschrijft en weergeeft hoe mensen
effectief met elkaar communiceren, met als doel dat de boodschap die we uitzenden op een juiste
manier wordt ontvangen en andersom.
NLP is een model om te modelleren. Het beschrijft hoe we allerlei vaardigheden van iemand
kunnen leren.
Deze definitie van NLP beschrijft hoe mensen in staat zijn iets nieuws te leren, of datgene dat ze
reeds geleerd hebben, te optimaliseren.
NLP omvat:
1. leren adequaat denken, waardoor we onze greep op en ons begrip van de realiteit vergroten en
belangrijke waarden kunnen vervullen.
2. Verwonderd zijn hoe ieder mens een andere manier heeft om zichzelf te zijn.
3. Kunnen afstemmen op – en leren van elkaar, waarbij respect voor de ander groeit en bevestigd
wordt.
Vooronderstellingen
Het succes van grootheden in de communicatie, hadden zij o.a. te danken aan het werken vanuit
bepaalde overtuigingen. Overtuigingen, die niet noodzakelijk waarheden zijn, echter die zeer zinvol
en effectief bleken te zijn in inter – en intrapersoonlijke communicatie. Ze werken zeer krachtig in onze
benadering naar mensen toe en in het geloof in het potentieel van mensen in het algemeen.
Binnen NLP worden 10 overtuigingen gehanteerd. Welke voor nu belangrijk zijn, zijn onderstaande 5:
1. De betekenis van je communicatie is de reactie die je krijgt, onafhankelijk van je bedoeling.
Note: dit houdt ook in dat jij al zender verantwoordelijk bent voor de boodschap die jij uitzendt en
verantwoordelijkheid moet nemen voor wat jij communiceert.
2. Mensen beschikken over die bronnen (hulpbronnen) die nodig zijn om hun doelen te realiseren.
3. Falen bestaat niet, er is alleen feedback.
2
, 4. Achter elk gedrag schuilt een positieve intentie.
5. De kaart is niet het gebied.
De overige 5 zijn:
1. Lichaam en geest vormen een eenheid.
2. Er bestaat altijd een andere keuze.
3. Er zijn geen problemen, alleen kansen waarvan je kunt leren.
4. Kracht is het vermogen om gewenste resultaten te bereiken.
5. Mensen maken de beste keuzes die voor hen ter beschikking staat op dat moment.
Feedback
Feedback betekent letterlijk terugkoppelen of reactie en is bedoeld om de bewustwording te vergroten
van diegene die de feedback ontvangt. Feedback is informatie die je nodig hebt om te groeien, te
verbeteren en dit ter ondersteuning van de persoonlijke ontwikkeling.
De basisregels voor het geven van feedback zijn als volgt:
1. Wees doelgericht en zintuigelijk specifiek in het formuleren van je feedback
2. Geef het verschil aan tussen de gebeurde en de gewenste situatie
3. Formuleer je feedback positief
4. Geef eventueel alternatieven na
Feedback wordt gegeven door aan te geven wat goed is (goed) wat verbeterd kan worden, geeft
eventueel alternatieven (beter) besluit met een tip waar de ander profijt van kan hebben (best).
Bovenstaande wordt ook wel het sandwichmodel genoemd.
De meta geeft zijn feedback in rapport met de programmeur:
Begin je feedback met een algemene indruk, gevolgd door enkele specifieke punten die de
Programmeur goed heeft gedaan en geef tot slot aan wat hij anders had kunnen doen
Baseer je feedback op zintuigelijke waarnemingen: ik zag dit, ik hoorde dat..
Gebruik zoveel mogelijk ik – statements in je taal
Maak onderscheid tussen de persoon en het gedrag van de persoon
Feedback gaat over de taak van de P
Geef je feedback alleen aan de persoon die het toekomt
Als je twijfelt aan je eigen feedback: geef dit aan en check het met de anderen
Ga na of je de ander begrijpt
Het 8 – staps communicatiemodel
Communicatie volgens NLP is niet dé intentie van de communicator, maar het resultaat dat bereikt
wordt.
Intentie (wat ik wil) Gedrag (wat ik doe) resultaten (wat ik krijg)
De weerstand die je tegenkomt, is een boodschap over hoe jij doet en niet over wat zij doen.
Voorwaarden en vaardigheden voor een flexibele en krachtige communicatie:
1. Nauwkeurige zintuigelijke waarneming: zien en horen met zin voor onderscheid.
2. Soepelheid – flexibiliteit: de wet van noodzakelijke verscheidenheid. “Als je blijft doen wat je altijd
doet, zal je blijven krijgen wat je altijd al gekregen hebt”.
3. Respect: zowel voor het uniek zijn en de integriteit van elk individu. De grondregel hierin is: geen
schade toebrengen!
Binnen NLP hanteren we HOE in plaats van waarom, NUTTIG in plaats van juist en verkeerd,
DOELEN in plaats van problemen en MOGELIJKHEDEN in plaats van beperkingen.
3
