Leren op school herkansing
Hoorcollege aantekeningen 1- school als pedagogische context
Generieke vaardigheden = intelligentie en executieve functies
- Vaardigheden met een breed effect
- Grotendeels aangeboren
- Voorbeeld: praten, luisteren, geheugen etc.
- Nadeel: lastig te identificeren, te meten
Specifieke vaardigheden = taal, lezen, spellen, begrijpend lezen, rekenen
- Vaardigheden met een smal effect, specifieke toepasbaarheid
- Grotendeels aangeleerd
- Moet je verwerven, bewust leren
Onderwijs is er om specifieke vaardigheden aan te leren en generieke vaardigheden toe te
passen. Generieke vaardigheden bepalen hoe makkelijk specifieke vaardigheden geleerd
worden.
Specifieke vaardigheden moeten goed worden aangeleerd. Aanwezigheid of afwezigheid van
domein specifieke kennis voorspelt prestaties terwijl de generieke vaardigheden vooral worden
toegepast.
Wanneer men ergens heel goed in is, is men niet per se heel slim maar heb je veel specifieke
kennis over iets. Er is dan kennis in je lange termijn geheugen door ervaring. De hoofdregel is dat
expert worden 10.000 uur of 10 jaar tijd kost.
Onderwijs is nodig voor:
- Persoonlijke ontwikkeling van kinderen
- Overdracht van maatschappelijke en culturele voorwaarden
- Voorbereiden deelname aan maatschappij
Kernfunctie basisschool = kinderen goed onderwijzen.
Elke school heeft kerndoelen waar aan de kinderen aan het einde van de basisschool moeten
voldoen. Elke school mag zelf invullen hoe ze deze doelen behalen. Bij belangrijke vakken zoals
Nederlands en rekenen zijn er ook nog tussendoelen en referentieniveaus. Elke school maakt op
basis van haar eigen invulling een leerlijn. Als er vroegtijdig wordt ontdekt dat een kind deze
leerlijn niet goed kan volgen dan wordt er een eigen leerlijn ontwikkelt met passende
doelstellingen voor het kind.
Continue toelaten = alle kinderen gaan de dag na hun 4e verjaardag naar school terwijl het
schooljaar wel vanaf 1 sept begint.
,Peildata bepalen wanneer kinderen het onderwijs instromen, als de peildatum 1 januari is bv
dan komen kinderen in een klas die tussen 1 januari en 31 dec van hetzelfde jaar geboren zijn.
Zo is een leerlingen die op 1 januari geboren is bijna twaalf maanden ouders dan het kind dat op
31 dec dezelfde leeftijd bereikt.
Zo gaan dus eigenlijk alleen kinderen die direct na de zomervakantie naar school gaan, precies 8
jaar naar school.
In ons onderwijsststeem geld dus:
- Hoe eerder in het jaar geboren hoe ouder
- Hoe later in het jaar geboren, hoe jonger
Doordat de verschillen in leeftijd soms wat groter zijn, ouden kinderen hier in het onderwijs
tegenaan kunnen lopen
Verachtert et al (2010)
- Jonge kinderen presteren gemiddeld minder goed met rekenen
- Verschillen in prestaties zijn in groep 4 kleiner dan in groep 3
- Jonge kinderen groeien sneller in rekenvaardigheden
Door de jaren heen worden de verschillen in leeftijd eigenlijk alleen maar groter. Dit komt
doordat de klassen door een selectieproces heen gaan, er doubleren kinderen en kinderen slaan
een klas over (versnellen). Met als doel dat de klassen steeds meer homogeen worden: kinderen
zijn steeds meer allemaal op hetzelfde niveau.
Doubleren
Voordelen doubleren
- Stof bouwt op
- Homogene groepen (cognitief gezien)
- Even de beste zijn (vertrouwen)
- Hard werken om door te gaan
Nadelen doubleren
- Kost de overheid/school veel geld
- Vriendjes gaan door
- Veel herhaling, minder uitdaging
- Stressvol
Resultaten uit het onderzoek van Goos et al (2021) geven aan dat er geen verschil is tussen de
kinderen die wel zijn blijven zitten en de kinderen niet zijn blijven zitten. Doubleren heeft dus
geen negatief effect maar ook geen positief effect. Andere bevindingen:
- Het psychosociaal functioneren van de doublanten lijkt het meest positief te worden
beïnvloed door blijven zitten
- De schoolcarrière en latere loopbaan van doublanten lijken het meest negatief te worden
beïnvloed door blijven zitten
,Versnellen
Voordelen versnellen
- Academische uitdaging
- Betere prestaties
Nadelen versnellen
- Minder aansluiting
- Emotioneel te hoog gegrepen
Hoewel versnellen positieve effecten heeft op schoolprestaties, heeft het nauwelijks effect op
sociaal emotionele ontwikkeling. Maar dit betekent wel dus dat versnellen in ieder geval geen
bewezen nadelige effecten heeft op korte of lange termijn. Waar moeten we wel rekening mee
houden:
- De voordelen zijn alleen groot voor zorgvuldige geselecteerde leerlingen
- En onder gunstige omstandigheden: geleidelijke overgang, onderdeel van een groep
worden
Big fish, little pond effect > Het effect van het functioneren in een omgeving waar het
gemiddelde niveau lager is blijkt een positief effect te hebben op het academische zelfconcept.
Wanneer de slimste leerlingen (grootste vissen) dus in een klas zitten waar het niveau lager is
dan hun niveau kan dat hun academische zelfconcept positief beïnvloeden. Als ze dan gaan
versnellen worden ze een grote vis tussen de grote vissen.
Literatuur hoorcollege 1
Artikel 1. Season of birth and school success in the early years of primary education
Season of birth effect > de relatie tussen het geboorteseizoen van het kind en metingen van hun
academische succes.
De cutoff datum is 31 dec, dit betekent dat de kinderen die geboren worden in het laatste
kwartaal van het jaar de jongste zijn van de klas.
Veel studies laten zien dat oudere kinderen in hetzelfde jaar het beter doen dan de jongere
kinderen op verschillende indicatoren van schoolsucces. De beste verklaring hiervoor is de
leeftijd positie effecten. Dee stelt dat de jongste kinderen in de klas in het nadeel zijn voor
verschillenden redenen:
- Jongere kinderen zijn mogelijk minder goed toegerust dan hun oudere leeftijdsgenoten
om aan de cognitieve eisen op school te voldoen
- Instructie is aangepast aan het gemiddelde kind waardoor instructie te moeilijk kan zijn
voor jongere kinderen.
Onderzoek: wat is de relatie tussen geboorteseizoen en academische prestaties?
Conclusie:
- Jongere kinderen (geboren in de laatste maanden van het kalenderjaar) blijven vaker
zitten dan oudere kinderen (geboren in eerste maanden van kalenderjaar).
, - Oudere kinderen lieten aan het begin van de eerste klas gemiddeld betere
wiskundeprestaties zien dan jongere kinderen
- De prestatiekloof in wiskundeprestaties werd tijdens de eerste 2 jaar van basisonderwijs
aanzienlijk kleiner, zo lieten kinderen geboren in de laatste 2 kwartalen een snellere groei
zijn op wiskunde dan kinderen geboren in 1ste kwartaal.
- Gedifferentieerde instructie in de klas heeft het dichten van de kloof in
wiskundeprestaties tussen jongere en oudere kinderen niet versneld.
Figure 1 indicates that the majority of
the accelerated children (84.21%) are
born in Quarter 1, while the majority
of the delayed children (43.79%) are
born in Quarter 4.
Artikel 2. Effectiveness of grade retention
Doubleren
- Uniforme intergratielanden: doubleren is de meest toegepaste praktijk om heterogeniteit
bij leerlingen aan te pakken (Frankrijk, Spanje, Portugal)
- Scheidingslanden: doubleren wordt gecombineerd met het groeperen en volgen van
vaardigheden om de heterogeniteit van leerlingen aan te pakken (duitland, BENELUX,
Zwitserland, Hongarije)
- A la carte intergratielanden: doubleren wordt alleen gebruikt als laatste remedie
wanneer groeperen, instellen, en nastreven van de vaardigheden de heterogeniteit van
leerlingen onvoldoende lijkt aan te pakken. (VS, VK, Canada, Australië en NZ)
- Geïndividualiseerde intergratielanden: doubleren wordt niet toegestaan of zelfden
toegepast, omdat heterogeniteit onder leerlingen wordt aangepakt d.m.v. verschillende
vormen van differentiatie en geïndividualiseerd onderwijs (Denemarken, IJsland, Finland,
Noorwegen en Zweden)
Theorieën; waarom blijven zitten?
- Maturationistische ontwikkelingstheorie = om de stof in het volgende jaar te snappen
moet de student de stof uit het betreffende jaar goed beheersen.
- Socioculturele ontwikkelingstheorie = de klas wordt meer homogeen dit leidt tot beter
voldoen aan behoeften van alle studenten
- Zelf determinatietheorie = door blijven zitten kan zelfvertrouwen, academische motivatie
en welzijn omhooggaan doordat blijvenzitters niet meer achterlopen op klasgenoten.
Waarom niet blijven zitten?