Samenvatting thema 2 - Gynaecologische aandoeningen
Kan bij een patiënt met gynaecologische klachten een anamnese afnemen.
Ga altijd na in welke levensfase de vrouw zich bevindt: De reproductieve (de periode vanaf
de eerste menstruatie tot een jaar na de laatste menstruatie) of de postmenopauzale fase.
- Menarche = allereerste menstruatie
- Menopauze = allerlaatste menstruatie
Algemeen:
- Cyclus/menstruatiepatroon: Regelmaat en duur voorafgaande cycli (voorafgaand aan
eventueel anticonceptiegebruik), verandering in lengte, hoeveelheid bloedverlies,
eerste dag laatste menstruatie, leeftijd menarche.
- Vaginale klachten: Irritatie, jeuk, droogheid, dyspareunie, afscheiding.
- Voorgeschiedenis: Operaties aan uterus, cervix en/of adnexa, endometriose,
bestraling onderbuik, chemotherapie.
- Anticonceptie.
- Aanwijzingen voor problematisch alcoholgebruik, angststoornis, hyperthyreoïdie. –
- Hinder en invloed klachten op functioneren en seksualiteit.
- Zelfzorg en zelfmedicatie.
Bij amenorroe:
- Zwangerschap en anticonceptie: Mogelijkheid zwangerschap, gebruik anticonceptie,
eerdere zwangerschap (lactatie, bevalling of abortus).
- Geneesmiddelen zoals antipsychotica en antidepressiva.
- Factoren passend bij functionele amenorroe: Stress en belastende
levensgebeurtennissen, laag lichaamsgewicht, sterke gewichtsveranderingen of
eetproblemen, intensieve sportbeoefening.
- Overig: Ontwikkeling secundaire geslachtskenmerken (borsten en pubisbeharing),
hyperandrogenisme (hirsutisme, acne, alopecia, stemverlaging), galactorroe (met
eventueel gezichtsveldstoornissen en hoofdpijn), opvliegers.
- Ervaren hinder: Beleving en ongerustheid, zwangerschapswens (actueel of
toekomstig).
Bij (abnormaal) vaginaal bloedverlies (in de reproductieve levensfase)
Aard van het bloedverlies en ervaren hinder:
begin, beloop, frequentie en duur, eventueel eerdere episode;
o ook bijzijn van urine/ontlasting?
regelmaat van cyclus: lengte en herkenbaarheid;
intermenstrueel en/of postcoïtaal bloedverlies;
hoeveelheid bloedverlies: doorlekken, ’s nachts moeten verschonen, grote stolsels,
veel bloedverlies bij verschonen, gebruik van dubbele bescherming;
klachten passend bij anemie, pijn, invloed op de seksualiteit, werkverzuim.
Aanwijzingen voor specifieke oorzaken:
mogelijkheid van zwangerschap;
anticonceptie: hormonale anticonceptie (regelmaat van inname, duur van gebruik),
spiraal;
pijn in onderbuik of toename menstruatiepijn;
risico op SOA;
1
,Samenvatting thema 2 - Gynaecologische aandoeningen
geneesmiddelengebruik (o.a. anticoagulantia, tamoxifen, misoprostol,
corticosteroïden, SSRI’s);
opvliegers;
ontstaan van klachten na sectio;
snel optreden van blauwe plekken, lang bloeden van wondjes, familiaire
stollingsafwijkingen.
In de postmenopauze
begin, beloop en duur, eventueel eerdere episode;
postcoïtaal bloedverlies;
geneesmiddelengebruik (zie boven);
risico op soa’s
I.v.m. de overgang:
- Vasomotorische klachten (opvliegers en nachtelijke transpiratieaanvallen): Aard,
frequentie, tijdstippen en beloop.
- Andere klachten of symptomen die de vrouw aan de overgang toeschrijft.
- Medicatie die vasomotorische klachten kan veroorzaken, zoals vaatverwijders,
tamoxifen en antidepressiva.
- Psychosociale factoren zoals werk, zorgtaken, steun omgeving, betekenis afsluiten
vruchtbare levensfase.
Lichamelijk onderzoek
Geen onderzoek nodig bij afwezigheid van postcoïtaal bloedverlies en zonder verhoogd
risico op soa:
gedurende eerste vijf jaar na menarche;
bij intermenstrueel bloedverlies tijdens (vooral eerste drie maanden van) gebruik van
hormonale anticonceptie.
Vaginaal toucher (VT) volstaat bij:
vrouwen met hevig menstrueel bloedverlies zonder intermenstrueel of postcoïtaal
bloedverlies.
Verricht in alle andere gevallen:
inspectie van vulva en perineum;
speculumonderzoek;
o maak eventueel cervixuitstrijk;
o indien wegens bloedverlies niet te beoordelen, op later tijdstip opnieuw
verrichten;
VT: palpeer uterus en adnexen (grootte, pijnlijkheid).
Diagnostiek
- Menstruatiekaart
- IS/VT zo nodig: bepaling cervixcytologie, chlamydia PCR of endometriumbiopt
(pipelle)
- Transvaginale echo
- Eventueel:
o Hb, MCV, ferritine bepaling
o Von willebrand screening
2
, Samenvatting thema 2 - Gynaecologische aandoeningen
Kan uitleggen wat wordt verstaan onder anovulatie, amenorroe, oligomenorroe,
polymenorroe, hypermenorroe, hypomenorroe, intermenstrueel bloedverlies, menorragie,
metrorragie, contactbloeding en postmenopauzaal bloedverlies.
Anovulatie: vrouw in vruchtbare levensfase die geen eisprong krijgt. Niet te verwarren met
amenorroe (geen menstruatie). Een vrouw met anovulatie kan ook menses krijgen.
o Metrorragie des vierges (= puberteitsmetrorragie; langdurige
vaginalebloedverlies aan begin van fertiele levensfase obv een anovulatoire
cyclus waarin persisterende follikels ontstaan)
Ovulatoire cycli zijn een voorwaarde voor een regelmatige
menstruatie. Iin de eerste 2 jaar na de menarche is ongeveer de helft
van de cycli anovulatoir. Ongeveer 5 jaar na de menarche is het
aandeel van ovulatoire cycli 80%.
o PCOS (
Vaak de volgende kenmerken/verschijnselen: oligomenorroe,
subfertiliteit, hirsutisme (overbeharing), overgewicht,
hyperardrogenisme (overmatige productie adrogenen)
oorzaak onbekend, wrs multifactorieel
stoornissen ontwikkeling ovariele follikels en
gonadotrofienehuishouding
insulineresistentie
obesitas komt vaker voor
o Perimenopauzaal
Anovulatie kan worden veroorzaakt door verschillende factoren:
1. Er is een probleem op hormonaal gebied dat wordt veroorzaakt door het niet goed
werken van de hypothalamus of hypofyse. Hierdoor worden de eierstokken niet
gestimuleerd door FSH en LH waardoor de eisprong uitblijft.
2. Er is een verstoorde hormonale wisselwerking tussen de hypofyse en de eierstokken,
bijvoorbeeld veroorzaakt door het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS).
3. Het niet functioneren van de eierstokken, bijvoorbeeld als gevolg van voortijdige
overgang.
4. Lactatie verstoort de normale cyclus.
Mogelijk speelt een verhoogde prolactine spiegel een rol; de oorzaak hiervan kan bij zowel
de 1e, 2e als de 4e factor liggen.
Amenorroe: > 6 maanden geen menstruatie in fertiele levensfase
- Primaire: uitblijven menstruatie >16jr
- Secondaire: Uitblijven menstruatie terwijl deze reeds aanwezig waren > 6 maanden
- Fysiologische amenorroe:
o zwangerschap, lactatie
- Functionele amenorroe:
o hormonale probleem zonder organische oorzaak in de hormonale regulatie
van de cyclus, bijvoorbeeld bij psychische stress, afvallen
Oligomenorroe: onregelmatige menstruatiecyclus, Een interval van > 35 dagen, maar < 6
maanden tussen de menstruaties.
3