An introduction to Moral Philosophy
Chapter 1: Moral Philosophy and Moral Reasoning
KORT OVERZICHT Meta-ethiek, normatieve ethiek en toegepaste ethiek (Nederlands)
Meta-ethiek stelt vragen over de aard en het bestaan van waarde en onze kennis ervan. Voorbeelden
van meta-ethische vragen zijn: Zijn waarden objectief? Hoe weten we welke dingen of acties goed
zijn?
Normatieve ethiek stelt vragen over wat we zouden moeten doen en hoe we zouden moeten leven. Is
er een set morele principes die ik zou moeten volgen, of misschien een andere beslissingsprocedure
om goed van kwaad te onderscheiden?
Toegepaste ethiek (applied ethics) stelt vragen over specifieke morele problemen, zoals of abortus of
terrorisme soms toegestaan zijn, of of het juist was om de atoombom te gebruiken in de Tweede
Wereldoorlog. Normatieve theorieën worden vaak gebruikt om deze vragen te beantwoorden,
hoewel verschillende normatieve theorieën verschillende antwoorden kunnen geven.
Quick review Meta-Ethics, Normative Ethics and Applied ethics (Engels)
Meta-ethics asks questions about the nature and existence of value and our knowledge of it.
Examples of meta-ethical questions include: Are values objective? How do we know what things or
actions are good?
Normative ethics asks questions about what we should do and how we should live. Is there a set of
moral principles that I should follow, or perhaps some other decision procedure for telling right from
wrong?
Applied ethics asks questions about specific moral problems, such as whether abortion or terrorism
are sometimes permissible, or whether is was right to use the atomic bomb in the Second World War.
Normative theories are often used to answer these questions, although different normative theories
may give different answers.
KORT OVERZICHT Logical Argument (Nederlands)
Een argument is een logische deductie die begint bij een of meer premissen en eindigt met een
conclusie.
Een argument is geldig als de conclusie correct is afgeleid uit de premissen. Het argument is
ongeldig als de conclusie van het argument niet kan worden afgeleid uit de premissen, zelfs als de
conclusie waar is. Als de premissen waar zijn en de deductie geldig is, dan is het argument geldig en
moet de conclusie ook waar zijn.
Een manier om de geldigheid te testen, is door te vragen of het mogelijk is dat de conclusie onwaar is
terwijl de premissen waar zijn. Als de conclusie mogelijk onwaar zou kunnen zijn terwijl de premissen
waar zijn, dan is het argument ongeldig.
Soms heeft een argument een impliciete premisse (een bewering die niet expliciet wordt vermeld),
die moet worden toegevoegd bij het evalueren van de geldigheid van het argument.
,Logica laat je zien wat volgt uit bepaalde overtuigingen, of wat er niet mee consistent is, maar kan je
niet laten zien of een overtuiging al dan niet waar is. Een argument geeft je alleen reden om een
conclusie te geloven als je al reden hebt om de premissen te geloven. Op dezelfde manier toont een
onjuiste conclusie die op geldige wijze uit een reeks premissen wordt afgeleid, aan dat ten minste één
van de premissen onjuist is.
Quick review Logical Argument (Engels)
- An argument is a logical deduction starting from one or more premises and ending with a
conclusion.
- An argument is valid if the conclusion is correctly deduced from the premises. The argument is
invalid if the conclusion of the argument cannot be deduced from the premises, even if the conclusion
is true. If the premises are true, and the deduction is valid, then the argument is sound and the
conclusion must be true as well.
- One way to test for validity is to ask whether it is possible for the conclusion te be false while the
premises are true. If the conclusion could conceivably be false while the premises are true, then the
argument is invalid.
- Sometimes an argument has an implied premise (a claim that is not explicitly stated), which must be
added when evaluating the validity of the argument.
- Logic shows you what follows from certain beliefs, or what is not consistent with them, but cannot
show you whether or not a belief is true. An argument only gives you reason to believe a conclusion if
you already have reason to believe the premises. Likewise, a false conclusion validly deduced from a
set of premises demonstrates that at least one of the premises is false.
HOOFDSTUKOVERZICHT
Samenvatting H1
In dit hoofdstuk heb ik het idee van morele filosofie geïntroduceerd als een reflectie op de aard van
moraliteit en de morele problemen waarmee we worden geconfronteerd, en ik heb gesuggereerd dat
een voordeel van het bestuderen van morele filosofie is dat het je helpt je morele kijk op het leven te
vormen, te begrijpen wat belangrijk is bij het nadenken over de verscheidenheid aan levenskeuzes
waarmee jij en anderen onvermijdelijk te maken zullen krijgen.
Ik heb het onderscheid uitgelegd tussen:
(a) meta-ethiek - vragen over de aard en het bestaan van waarde;
(b) normatieve ethiek - vragen over wat we zouden moeten doen en hoe we zouden moeten leven;
(c) toegepaste ethiek - vragen over specifieke morele problemen.
Vervolgens heb ik enkele redeneertechnieken geïntroduceerd die algemeen worden gebruikt in de
morele filosofie. Ik heb deze methodologische kwesties opgesplitst in vier typen:
(a) formele methoden die van toepassing zijn op elke vorm van redeneren;
(b) informele methoden die ook van toepassing zijn op alle vakgebieden;
(c) gedachte-experimenten en morele intuïties;
(d) enkele speciale morele argumenten, waaronder universalisering, hellende-hellingargumenten, de
leer van het dubbele effect en het is/ought-onderscheid.
, Hoewel geen van deze methodologieën onfeilbare regels biedt over hoe je je bezighoudt met morele
filosofie, zijn ze allemaal nuttige startpunten. Maar, zoals ik ook uitlegde, zijn er ook
veelvoorkomende valkuilen in moreel redeneren, zoals framing en confirmation bias, die we beter
kunnen vermijden. Tot slot legde ik het plan van de rest van dit boek uit.
CHAPTER REVIEW
Summary H1
In this chapter, I have introduced the idea of moral philosophy as a reflection on the nature of
morality and the moral problems we face, and I have suggested that one benefit of studying moral
philosophy is that it helps you form your moral outlook on life, understanding what is important in
thinking through the variety of life choices you and others inevitably will face.
I explained the distinction between
(a) meta-ethics - questions about the nature and existence of value;
(b) normative ethics - questions about what we should do and how we should live;
(c) applied ethics - questions about specific moral problems.
I went on to introduce some techniques of reasoning that are commonly used in moral philosophy. I
split these methodological issues into four types:
(a) formal methods that apply to any form of reasoning;
(b) informal methods that also apply to all subject areas;
(c) thought experiments and moral intuitions;
(d) some special moral arguments, including universalization, slippery slope arguments, the doctrine
of double effect, and the is/ought distinction.
While none of these methodologies provide infallible rules about how to engage in moral philosophy,
they are all useful starting points, But, as I also explained, there are also common pitfalls in moral
reasoning, such as framing and confirmation bias, that we would do well to avoid. Finally, I explained
the plan of the rest of this book.
