100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Individuele schrijfopdracht fia 2.1 en fia 2.2 €10,49   In winkelwagen

Essay

Individuele schrijfopdracht fia 2.1 en fia 2.2

 274 keer bekeken  1 keer verkocht

Verslag afgesloten met een E (excellent). Succes met het schrijven!

Voorbeeld 2 van de 5  pagina's

  • 4 december 2019
  • 5
  • 2018/2019
  • Essay
  • Onbekend
  • Onbekend
Alle documenten voor dit vak (2)
avatar-seller
liekejanssen11
Individuele schrijfopdracht FIA 2.1 & 2.2
VRAAG 1
In de ‘March for Science’ komen ideeën naar voren die zowel in het logisch empirisme van de Wiener
Kreis als in het kritisch rationalisme van Karl Popper terugkomen. Met name het logisch empirisme
was duidelijk te herkennen. Zo wordt op de website benadrukt dat de ‘March for Science’ een
onpartijdige gemeenschap is die niet handelt vanuit een politieke partij. De ‘March for Science’ pleit
voor een toekomst waarin wetenschap volledig wordt omarmd door beleid. Hierdoor zou er
uiteindelijk sprake moeten zijn van een beleid die volledig op wetenschap gebaseerd is, een evidence-
based beleid (Mai Yang, 2018). In het logisch empirisme wordt er gesproken over een demarcatie
tussen wetenschap en politiek. De Wiener Kreis probeerde de wetenschap boven de politiek te
verheffen aan de hand van verificatie. Hiermee werd geprobeerd wetenschap van de politiek te
onderscheiden en de grenzen van de wetenschap duidelijk te markeren. Verificatie is het zoeken naar
waarnemingen die een hypothese bevestigen. Volgens het logisch empirisme zou elke theorie namelijk
terug te leiden moeten zijn naar een waarneming. Feiten zijn dus beperkt tot wat empirisch te
verifiëren is. Een reeks van specifieke waarnemingen worden door inductie omgevormd tot algemene
uitspraken en regels, een theorie (Leezenberg & de Vries, 2017). De ‘March for Science’ geeft, zoals
eerder aangegeven, duidelijk aan dat het onpartijdig is en zich wil onderscheiden van de politiek. Net
als in het logisch empirisme is er hier dus sprake van een demarcatie tussen wetenschap en politiek.
Om zichzelf te onderscheiden van de politiek streven zij naar een beleid dat evidence-based is. Een
beleid zou volgens hen gebaseerd moeten zijn op het best beschikbare bewijsmateriaal dat geïnduceerd
is uit een serie van waarnemingen die een hypothese verifiëren.
Uit de film ‘Dallas Buyers Club’ blijkt duidelijk dat er in de praktijk geen demarcatie is tussen
wetenschap en politiek. Er is juist sprake van een verwevenheid. In de film was te zien dat er in de
Verenigde Staten onenigheden ontstonden als het ging om de behandeling van aids. Vanuit de
overheid speelt in de Verenigde Staten de FDA een grote rol als er gesproken wordt over medicijnen.
De FDA is verantwoordelijk voor het beschermen en promoten van de publieke gezondheid. Het
controleert en heeft supervisie over de kwaliteit en goedkeuring van voeding en medicijnen. In
tegenstelling tot de gedachtegang van het logisch empirisme staat de FDA niet los van de wetenschap.
Het is namelijk sterk verbonden met de farmaceutische industrie. Het FDA-budget wordt gefinancierd
door vergoedingen die geïnd worden bij geneesmiddelenfabrikanten. Onder andere hierom was de
FDA erg gebrand op het onderzoek naar het medicijn AZT. AZT zou het virus dat aids veroorzaakt
afremmen. Wanneer AZT na nader onderzoek voor genezing zou zorgen, zou dit veel winst betekenen
voor de farmaceutische industrie en een groter budget voor de FDA. Echter, patiënten kwamen
erachter dat de behandeling met AZT erg schadelijk kon zijn. Uiteindelijk ontstond de ‘Dallas Buyers
Club’, een groep patiënten die opzoek ging naar een alternatieve behandeling onder leiding van Ron
Woodroof. Er werd door hen minder gefocust op de oorzaak van aids maar meer op het bestrijden van
de symptomen. Met name peptide T en vitamine C leken een positieve uitwerking te hebben op
aidspatiënten en de ‘Dallas Buyers Club’ werd dan ook steeds groter. Echter, deze alternatieve
behandeling was voor de farmaceutische industrie en de FDA minder winstgevend. Dit zorgde voor
conflicten (Kernmode, 2014).

VRAAG 2
Het artikel van Hammer et al. (2013) gaat over het feit dat ‘the National Institute of Drug Abuse’
(NIDA) van de Verenigde Staten verslaving heeft uitgeroepen tot een hersenziekte. Aan de hand van
interviews met betrokkenen, zoals patiënten die behandeld worden voor verslaving en
verslavingswetenschappers, wordt dit ziektemodel in het artikel onderzocht en kritisch benaderd. Er
zijn velen die beweren dat verslaving ‘framen’ als een ziekte ervoor zal zorgen dat een verslaving
vaker therapeutisch behandeld wordt. Verder zou een moreel stigma worden weggenomen als er over

, een hersenziekte gesproken wordt. De conclusie van het onderzoek is dat het niet noodzakelijk is en
schadelijk kan zijn om verslaving te zien als een ziekte (Hammer et al., 2013).
Wanneer je dit artikel bekijkt vanuit de visie van Thomas Kuhn, zou je kunnen zeggen dat het
NIDA in haar eigen paradigma zit. Volgens Kuhn is een paradigma een soort theoretisch kader. Het is
een geheel van theorieën, filosofische veronderstellingen, overtuigingen en normen binnen een
gemeenschap van onderzoekers. Een paradigma heeft niet alleen invloed op interpretaties, het
verandert de observaties die wetenschappers maken. Een paradigma is een manier waarop je naar de
wereld kijkt (Kuhn, 1970). De wetenschappers van het NIDA zijn op een andere manier naar een
verslaving gaan kijken dan sociaalpsychologische wetenschappers dat doen, zij zitten in een ander
paradigma. Volgens Kuhn zijn verschillende paradigma’s ‘incommensurabel’ (Kuhn, 1970). Hiermee
wil hij zeggen dat het ene paradigma niet tot het andere paradigma te herleiden is. Verschillende
paradigma’s zijn dus niet te vergelijken met elkaar, met name doordat de communicatie en begrippen
ook totaal van elkaar verschillen. Bovendien is het niet mogelijk om meerdere paradigma’s
tegelijkertijd te zien. Een ander paradigma zorgt voor een radicale omslag in het denken. Dit zou ook
een oorzaak kunnen zijn voor de felle kritiek van wetenschappers die niet bij het NIDA horen. Zij
zitten namelijk in een ander paradigma en kunnen de logica van een ander paradigma simpelweg niet
zien, zij observeren de wereld op een hele andere manier. Zo zegt historicus Caroline Acker dat een
ziektemodel moet voldoen aan vier waarden (Hammer et al., 2013):
- Een ziekte moet wetenschappelijk te verklaren zijn
- Het moet valide te diagnosticeren zijn
- Het moet de basis zijn voor het ontdekken van nieuwe behandelingen
- Een ziekte-model zou de incidentie en prevalentie van de ziekte onder controle moeten
brengen
Echter, volgens Acker voldoet verslaving slechts aan twee eisen. Volgens haar zou de
ziektebenadering geen epidemiologisch nut hebben en is het lastig te diagnosticeren. Vanuit het
perspectief van haar paradigma is het dus niet mogelijk om een verslaving te zien als een hersenziekte.
Niet alleen de visie van Kuhn is te herkennen in het artikel, ook de visie van Bruno Latour is
duidelijk zichtbaar. Zo komt aan het einde van het artikel ter sprake dat verslaving volgens de auteurs
een bio-psychosociaal fenomeen is. Volgens Kushner zouden sociale en biomedische wetenschappers
gedwongen moeten worden om met elkaar samen te werken en een biocultureel begrip van verslaving
te vormen. Op deze manier zou het begrip verslaving een ‘hybride identiteit’ krijgen, waarin op het
eerste oog tegenstrijdige beweringen zijn samengevoegd. In de ogen van Latour zou het samenkomen
van twee verschillende domeinen in de wetenschap te maken hebben met het vormen van netwerken.
Wetenschap kan volgens Latour (1988) enkel functioneren aan de hand van bondgenoten en
netwerken. Binnen zo’n netwerk vallen veel menselijke actoren, symbolische elementen maar ook
materialiteit. Om deze reden wordt er gesproken van heterogene netwerken. Objectiviteit is de
uitkomst van een continu onderhandelingsproces die zich afspeelt in het netwerk. Om bondgenoten te
behouden is het namelijk noodzakelijk om compromissen te sluiten, zo geeft ieder onderdeel van een
netwerk zijn eigen draai aan het uiteindelijke feit. Hoe groter een netwerk is, hoe sterker het feit wordt.
Het wordt namelijk lastiger om een feit te falsifiëren als er veel verschillende actoren betrokken zijn
geweest (Latour, 1988). Het ontstaan van een hybride identiteit van het begrip verslaving zou volgens
deze gedachtegang dus voortkomen door het vormen van bondgenoten tussen twee verschillende
domeinen van de wetenschap. Door dialogen tussen wetenschappers zou er uiteindelijk een begrip
ontstaan die claims van beide domeinen bevatten, dit maakt het begrip verslaving sterker omdat het is
ontstaan uit een netwerk met een groot aantal bondgenoten.
De auteurs van het artikel gebruiken met name de theorie van Kuhn, waarbij ze spreken over
het ‘NIDA hersenziekte paradigma’. Er wordt kritisch gesproken over het paradigma waarin NIDA
zich bevindt. De auteurs zouden graag zien dat verslaving niet uit zijn sociale context getrokken
wordt. Deze ‘ziekte’ is volgens hen niet te begrijpen zonder een context omdat onder andere de
etiologie van een verslaving zonder context onverklaarbaar is. In plaats van het benadrukken van een
paradigma zouden de auteurs ook meer aandacht kunnen schenken aan het bestaan van netwerken. Bij
het gebruiken van de theorie van Latour zou bijvoorbeeld naar voren kunnen komen dat NIDA een
enorm groot netwerk heeft bestaande uit bondgenoten. Elk onderdeel van het netwerk heeft op zijn
eigen manier invloed uitgeoefend op de nieuwe benadering van een verslaving.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper liekejanssen11. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75632 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€10,49  1x  verkocht
  • (0)
  Kopen