SYSTEMATIEK W1
… (VANAF) WANNEER BEN JE ONDERNEMER (MET EEN ONDERNEMING) / VERRICHTER VAN WERKZAAMHEDEN (ROW)?
VOORKENNIS
Boxenstelsel – Inkomenscat.-en – Wet IB = MANIER OM NIET IEDER HETZELFDE TE BELASTEN
➔ De afbakeningen van inkomenscategorieën is van belang ivm of kosten die worden gemaakt om inkomsten te verwerven al dan niet fiscaal in mindering worden gebracht. Zo kunnen bv. kosten
die moeten worden gemaakt voor loon uit dienstbetrekking, niet ten laste van het loon in mindering worden gebracht.
1. BOX 1 ➔ Inkomen uit werk en woning
Voordelen die verband houden met het verrichten van arbeid:
• Winst uit onderneming
• Loon uit dienstbetrekking
• Resultaat uit overige werkzaamheden
• Periodieke uitkeringen en verstrekkingen
• Inkomsten uit eigen woning
➔ In heel box I geldt het progressieve tarief.
2. BOX 2 ➔ Inkomen uit aanmerkelijk belang
Inkomen dat verband houdt met aandelen (minimaal 5%).
3. BOX 3 ➔ Inkomen uit sparen en beleggen
Inkomen uit vermogen.
1) BRONNENLEER = WANNEER INKOMEN ?
Voordat wordt bepaald op welke wijze, volgens de Wet IB, inkomsten belast moet worden, eerst:
1. Sprake van bron van inkomen (van belang voor Box 1)?
2. Op welke wijze moeten de inkomsten belast worden?
○ Onder welke inkomenscategorie (boxenstelsel) valt het voordeel? Art. 2.14 IB = rangorde: WUO> LUDb > RUOW.
Sprake van 'bron van inkomen' indien:
1) Sprake van Deelname aan het Economisch verkeer (stelen ook ec.verk, ruilhandel (= betaling vs tegenprestatie) is te beperkte uitleg ec.verk. (Bankoverval)) als er
geen sprake is van Familiesfeer. (of privésfeer..)
Hierbij:
I. Familiesfeer = 'gebruikelijke kader van wederzijdse hulp of bijstand' (GKWHB) (Verzorgen zieke echtgenoot), tenzij:
- Maar Schoonmaakwerkzaamheden etc. (huishoudelijke werkzaamheden) in de familiesfeer wel belast!!
- PGB is bedoeld om in ec.verk. zorg in te kopen, dus ≠ GKWHB (Verzorgen gehandicapte zoon uit PGB).
- WG1: Tussenkomst van gastouderbureau (oppassen) ≠ GKWHB.
- Geld krijgen van familie voor schilderwerk ≠ GKWHB (Klussen in huurpanden ouders).
II. Hobbysfeer = vaste jur, beoogt geen voordeel:
- Hobbyboerderijtje (HR 4 december 1935) = plots te veel worteltjes -> verkopen.
- Uit liefhebberij fokken van rashondjes (HR 10 oktober 1951) = plots te veel hondjes -> verkopen.
III. Vriendendienst = beoogt geen voordeel.
Sinds het Staatscommissie- & Medische proeven-arrest aangevuld door de Recepten & Vriendendienst & Piramidespel arresten:
Nieuwe (cumulatieve) Voordeelcriterium:
2) Wel sprake van VBVA / LSAIVS ? + Voordeel wel verwacht ? (Recepten) = Obj. voordeeltoets
3) Wel sprake van VD ? + Voordeel wel beoogt ? (Recepten, Vriendendienst & Piramidespel) = Subj. voordeeltoets
= onbelast!
2) Geen sprake van VBVA / LSAIVS (Recepten) = Obj. voordeeltoets
3) Geen sprake van VD (Recepten, Vriendendienst & Piramidespel) = Subj. voordeeltoets
= belast! > Sws voordeel beoogt & verwacht, dus hoeft niet meer te te toetsen aan voordeeltoets… !
➔ Daarbij werpen feiten en omstandigheden van eerdere jaren een licht op of in het huidige
jaar sprake is van een (2) objectieve voordeelsverwachting (HR 11 juni 2011, BNB 2011/246, Benefit of hindsight arrest), indien:
● Geen sprake is van een nieuwe omstandigheid, dan is er ook géén verandering in de voordeelsverwachting.
, ● Wel sprake is van een nieuwe omstandigheid, dan is er ook een verandering in de voordeelsverwachting.
LET OP, belangrijke regel uit: Piramidespel-arrest!
Belastingdienst gebruikte de redeneringen uit het Receptenarrest om op de balans wel de baten van de succesvolle piramide deelnemers te krijgen, maar niet de
aftrekbare kosten ("inkomensbesteding") van de spelers onder aan de piramide.
HR – Je moet altijd èn bij voorbaat adhv de Recepten-criteria vaststellen of er wel/niet sprake is van redelijkerwijs te verwachten baten / beooging ervan en deze
vaststelling verder aanhouden bij de te beoordelen activiteiten.
➔ GEEN BRON ≠ INKOMEN ≠ 2,3 & 4) NIET RELEVANT !
2) EERSTE BEDRIJFSHANDELING / AANVANG ONDERNEMING:
Een objectieve (materiële) onderneming onstaat bij de “Eerste Bedrijfshandelingen” (= "Aanvang Onderneming"), dat zijn:
● handelingen die een BP verricht \
● ter uitvoering van zijn voornemen ⟩·· Mislukte bedrijfsovername HR 25-10-'00, BNB 2001/9
● om een onderneming te starten. /
Waarbij een mislukte, of zelfs doodgeboren, onderneming óók een onderneming is in de zin van 3.4 IB (HR 14-06-'72, BNB/1973 Verzinkerij & HDH 20-02-'73, BNB
1974/29 Mislukte antiekhandel).
3) ONDERNEMINGSBEGRIP
Duurzame organisatie van kapitaal & arbeid (Duurzaamheidsvereiste, Jur jr1)
- waarmee door deelname aan het EV
- winst wordt beoogd en verwacht.’ → al getoetst bij Bron van inkomen
Belangrijke kennis mbt duurzaamheidsvereiste in de IB, de IB ziet nl. 3 componenten:
1. De ondernemer(s)
➔ de persoon/personen
2. De subjectieve onderneming
➔ is de verzamelnaam voor:
- de rechtskanaal/-verbinding die de ondernemers-personen verbinden met de objectieve onderneming,
- de rechtsvorm, en
- de evt. rechtsconstructie(s) in de zin van verschillende (lagen van) rechtsvormen die in samenhang gebruikt worden.
3. De objectieve onderneming
➔ de feitelijke-, objectieve-, inhoudelijke onderneming zoals die eruit ziet in de praktijk.
Met deze kijk/componenten heeft de HR de volgende arresten vast gesteld:
● Duurzaamheidsvereiste geldt niet voor het subjectieve deel van de onderneming (HR 12 september 2008, BNB 2009/34). Alléén op niveau van de obj.
(materiële) onderneming, bv:
- Campingonderneming/-activiteiten.
- Aandeel nemen in bv. een VOF, als beherend vennoot - wordt een dergelijke eis dus niet gesteld .
Waarnemerschap
● O.g.v. het arrest: HR 5 december 1990, BNB 1991/38 is bepaald dat waarnemen op zichzelf ook een objectieve onderneming is en niet de sfeer waar de
onderneming waarvoor waargenomen wordt.
● Hierbij zijn o.g.v. een waarnemend notaris (HR 24 april 1963, BNB 1963/191 en HR 5 december 1990, BNB 1991/38), een waarnemende huisarts (HR 20
december 2000, BNB 2001/88) en een waarnemende tandarts (HR 11 juli 2003, BNB 2003/313) voor het waarnemen aanvullende regels gesteld aan het
duurzaamheidsvereiste:
1. Enkele waarneming mag niet, er moet een duurzaam karakter zijn, dus meerdere (keren) waarnemingen.
2. Niet streven naar incidentele waarneemopdrachten, maar naar continuïteit dmv verschillende opdrachten.
3. Voldoende zelfstandigheid t.o.v. opdrachtgever.
4. Moet ondernemersrisico lopen.
Bundelproblematiek
● Ook als je veel verschillende ondernemingen hebt (geen sprake van hetgeen in hulpfactoren? = aanmerkelijk belang) wordt er niet naar al die
ondernemingen apart gekeken, maar wordt alles gebundeld naar "het ondernemen van veel ondernemingen". De objectieve onderneming is dan
'grootkoopmanschap' (o.g.v. oude jurisprudentie 'grootkoopmanschap').
➔ Relevante hulpfactoren vereist.
● Zelfde geldt voor als je veel commissariaten bekleed (normaal gesproken RUOW): de objectieve (materiële) onderneming is dan “groot koopmanschap”
van toezichtfuncties (o.g.v. HR 12 september 2008, BNB 2008/276 (7 commissariaten = onderneming) en HR 29 mei 2009, BNB 2009/129 (5
commissariaten = onderneming)).
➔ Relevante hulpfactoren vereist:
1. het aantal functies,
2. de eraan bestede tijd,
3. de beoogde continuïteit,
4. de omvang van de opbrengsten,
5. voldoende ondernemersrisico (hulpfactor) vanwege
- (i) het risico van het wegvallen van commissariaten en
- (ii) de aan de commissariaten verbonden aansprakelijkheidsrisico’s.
Absorptie problematiek
(Zie uitleg in notities van deze slide uit HC 23-24, zie ook slide casus: professor belastingdienst.)
Relevante hulpfactoren (verzameling Jur): ➔ alleen gebruiken indien vraagtekens er wel sprake is van een onderneming?
Kenmerken van een onderneming:
, 1. De duurzaamheid en omvang van de werkzaamheden
2. De grootte van de brutobaten
3. De winstverwachting
4. De aanwezigheid van (ondernemers)risico’s
a. Kostenrisico: plotse kostenverhoging die baten overtreffen
b. Afhankelijkheid van omzet (opdrachten/klanten, plots minder) HR 28 februari 1990, BNB 1990/107
c. Debiteurenrisico: niet-nakoming betalingsverplichting
5. De beschikbare tijd van de belastingplichtige
6. De bekendheid die aan de werkzaamheden wordt gegeven
= o.a. KvK-inschrijving. Is niet verplicht, maar wel een hulpfactor.
7. Het aantal opdrachten en/of het aantal opdrachtgevers ipv 1 opdrachtgever?
8. Het spraakgebruik [hoe ziet de maatschappij het / hoe komt het op hen over??]
9. Zelfstandigheid
Er is literatuur waar 20 hulpfactoren uit jurisprudentie is herleid.
LET OP, daarbij: Multi-factorbenadering Onderneming HR 4 mei 2012, BNB 2012/206:
> Alle relevante factoren,
> ter beoordeling of iets onderneming is,
> kunnen op zichzelf doorslaggevend zijn.
4) ONDERNEMERSBEGRIP
2.1) Belastbare Winst uit Onderneming (WUO) (Art. 3.2)
- ‘... is het gezamenlijk bedrag van de winst die de BP als Ondernemer geniet uit een of meer ondern.-en (…).
➔ Net zoveel Obj. (materiële)-, als Subj (het persoonsgebonden recht) Ondernemingen.
,- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -,
De overheid vond dat commanditaire vennoten geen recht mochten krijgen op het lage tarief van box 3, daarom:
Winstgenieter (genieten WUO):
• Ondernemer (= Broncrit + 3..5 IB + Rel.fact + Voornemen)
Winstgenieters, zónder Status van ondernemer:
• Uitbreiding ondernemersbegrip voor Medegerechtigde, ex 3.3 lid 1 sub a IB
- Commanditaire vennoot (zie onder),
- Echtgenoot is medegerechtigde conform HVR (in geval van “gerechtigd onverdeelde helft”), maar dit art. breidt hier niet uit! (W4).
• Houder bepaalde soort Schuldvordering, ex 3.3 lid 1 sub b IB ➔ Wetgever: lijkt te veel op Commanditaire Vennoot
- a) die in feite functioneert als 'eigen vermogen' vd onderneming; of
- b) waarvan de rentevergoeding;
- grotendeels afhankelijk is van de winst vd onderneming.
= Géén ondernemer en dus géén Ondernemersfaciliteiten, maar wel heffing (in Box 1
'WOU zónder de status 'ondernemer' ipv Box 3' uit Sparen & Beleggen').
'- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - '
2.2) Wanneer sprake van Ondernemer?
Verbondenheidscrit: 3.4 (i, ii, iii), BNB 1963/205 (iii), BNB 1990/134 (iii), HR 14-06-16 (BNB 2016/321) + bbh artt. (iii):
I. 3.4: "Ondernemer: De BP (natuurlijk persoon, 1.1 IB), van wie voor rekening (en risico),"
II. 3.4: "Een (objectieve) Onderneming wordt gedreven" en
3.4: "Die rechtstreeks wordt verbonden voor verbintenissen betreffende die onderneming."
+ Rechtstreekse financiële band vereist BNB 1963/205 en BNB 1990/134:
Geen sprake van via
- HVR (jo. 3.3: 'medegerechtigde') of als afgeleide Erfgenaam
- ≠ Ondernemer
- Zelfs geen Winstgenieters zonder Ondernemersstatus.
Wel dmv
- Eenmanszaak en/of
- Personenvennootschappen (=ovk. tussen natuurlijke personen om samen een onderneming uit te oefenen) – 3 soorten:
1. Maatschap (uitoefening van beroep bv. advocaat of huisarts)
2. CV (uitoefening van bedrijf samen met geldschieters)
3. VOF (samenwerking ondernemers onder 1 naam)
(PV-en kunnen zelfstandig overeenkomsten sluiten, maar fiscaal worden ze niet erkend. I.a.w. PV-en worden niet zelfstandig in de belastingheffing betrokken. De
mensen/eenmanszaken? achter de PV-en wel; = "fiscale transparantie".)
+ Waarbij HR 14 juni 2016 (BNB 2016/321):
"De regels vh Burgerlijk recht bepalen of een BP, die WUO geniet, verbonden is voor verbintenissen betreffende de ondern."
Beherend vennoot VOF/Maatschap (ex 18 WvK) = ondernemer, want:
◆ O.g.v. 18 WvK hoofdelijk aansprakelijk voor alle schulden vd VOF,
◆ Voldaan aan verbondenheidscriterium ex 3.4 IB.
Beherend vennoot CV (ex 19 WvK) = ondernemer, want:
◆ O.g.v. 19 lid 1 (3de deelzin) WvK hoofdelijk aansprakelijk voor alle schulden ve CV,
◆ Voldaan aan verbondenheidscriterium ex 3.4 IB.
Commanditaire vennoot (geldschieter) (ex 19 WvK) ≠ ondernemer, want:
◆ O.g.v. 20 lid 3 WvK niet aansprakelijk jegens derden/schulden vd CV.
◆ Niet voldaan aan verbondenheidscriterium ex 3.4 IB
I.p.v. ondern.r ➔ 3.3 lid 1 sub a IB: Medegerechtigde tot ondern.vermogen:
➔ Géén ondernemer = géén Ondernemersfaciliteiten, maar wel heffing (in
box 1 'WOU zónder 'ondernemerstatus' ipv box 3 'Sparen & Beleggen')
➔ Verlies van Commanditaire Vennoot is aftrekbaar.
Tenzij
◆ Bij overtreden beheersverbod (mbt beheersdaden) van 20 lid 2 WvK, = ondernemer, want:
◆ O.g.v. 21 WvK hoofdelijk aansprakelijkheid wordt voor alle schulden en verbintenissen.
○ Let op, ook: zijn/haar naam mag niet in de firma worden gebezigd/gebruikt o.g.v. 20 lid 1 WvK.
Vanaf dat moment HR 23 januari 2009, BNB 2009/99 (Overtreding beheersverbod):
● voldaan aan verbondenheidscriterium ex 3.4 IB
● = ondernemer
○ HR: "niet van belang of de hoofdelijke aansprakelijkheid ook daadwerkelijk ingeroepen. Eenvoudige beheershandeling = fiscale
ondernemerschap.
➔ Het beheersverbod wordt geregeld overtreden, omdat klanten vaak niet weten dat zo'n commanditaire vennoot vanaf dan ook
aansprakelijk is.
,- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -,
W4 – Voor de goede orde: Switch van medegerechtigde ex 3.3 lid 1 sub a IB naar ondernemer ex 3.4 IB = géén staking (liquidatie) van de onderneming met een afrekening over
stille en fiscale reserves (evt. goodwill). Derrick geniet zowel voor als na de bestelling van de 10 kilo zeep inkomen uit de bron “Winst uit onderneming” = geen sfeerovergang