In dit document is de gehele examenmatrijs uitgewerkt. er staan zowel steekwoorden en begrippen in als plaatjes die de toetsterm verhelderen. Ook staan er simpele schema's in die je gemakkelijk dingen laten onthouden. Ik heb mijn examen hierdoor in 1x gehaald!
Strafrecht samenvatting
Heeft brede kennis van strafrecht en strafprocesrecht
1.1 De kandidaat stelt in een situatie vast of het strafrecht van toepassing is
Verboden gedragingen= wie zich schuldig maakt aan een verboden gedrag is strafbaar
1.2 De kandidaat beschrijft de reikwijdte van het strafrecht (strafrechtelijk legaliteitsbeginsel,
territorialiteitsbeginsel en personaliteitsbeginsel).
Legaliteitsbeginsel (art 1 Sr)= een bepaalde gedraging is alleen strafbaar als deze gedraging
op het moment van de daad al strafbaar was (geen terugwerkende kracht).
Als de wet veranderd krijgt de verdachte straf in zijn/haar voordeel.
Territorialiteitsbeginsel (art 2 Sr)= iedereen die op Nederlands grondgebied een strafbaar
feit pleegt (vb. Een Duitser die in Amsterdam geld verduistert is strafbaar op basis van dit
beginsel.)
Personaliteitsbeginsel (art 5+7 Sr)= bij sommige misdrijven doet het er niet toe waar ze
worden gepleegd. Als ze door een persoon met de Nederlandse nationaliteit worden
gepleegd, is de Nederlandse strafwet van toepassing.
1.3 De kandidaat beschrijft de doelen van het strafrecht (vergelding, preventie, resocialisatie,
voorkomen van eigenrichting).
1) Vergelding= straffen van de dader om hem pijn toe te brengen omdat hij dat zelf ook heeft
gedaan
2) Preventie=
2a) Generale preventie= strafdoel is erop gericht om de samenleving te weerhouden
van strafbare feiten.
2b) Speciale preventie= voorkomen dat de dader nieuwe strafbare feiten pleegt.
3) Resocialisatie= proberen de dader in de maatschappij terug te brengen
4) Voorkomen van eigenrichting= proberen te voorkomen dat het slachtoffer de dader zelf
straft
1.4 De kandidaat beschrijft wat de rol is van diverse personen in het strafrecht (rechter,
officier van justitie, politieambtenaar, rechtercommissaris, verdachte, advocaat, slachtoffer,
getuige)
Rechter= Beslist of bewijs wettig en overtuigend is en bepaalt de strafmaat. Er bestaat een
politierechter en meervoudige kamer.
Officier van justitie= leidt het vooronderzoek en weegt af wat de meest passende interventie
is. Uiteindelijk presenteer je de bevindingen van het strafrechtelijk onderzoek op zitting en
leg je een strafeis voor aan de rechtbank.
, Politieambtenaar= de handhaving van de openbare orde en veiligheid, het opsporen en
onderzoeken van strafbare feiten, het verrichten van aanhoudingen, directe hulpverlening en
verkeersregeling.
Rechtercommissaris= Houdt toezicht op een zorgvuldige gang van zaken tijdens
vooronderzoek en mag niet in dezelfde zaak ook nog optreden als rechter
Verdachte= iemand die kan worden aangemerkt als uit feiten en omstandigheden blijkt dat
er een redelijk vermoeden is dat diegene zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit
Advocaat= verdachte bijstaan bij het proces
Slachtoffer= Eist een schadevergoeding voor geleden schade
Getuige= legt een getuigenverklaring af over wat u heeft gezien of gehoord
1.5 De kandidaat bepaalt voor een gegeven deel van een strafbepaling welk onderdeel dit is
(delictsomschrijving, kwalificatie of sanctienorm)
1) Delictsomschrijving= de beschrijving van het verboden gedrag. Er staat in beschreven wat
niet mag.
2) Kwalificatie= de juridische naam van het strafbaar gedrag. (sommige strafbepalingen
ontbreekt de kwalificatie. In dat geval geeft de wetgever het verbodengedrag geen juridische
naam)
3) Sanctienorm= maximum straf die de rechter voor het verboden gedrag mag opleggen.
1.6 De kandidaat beschrijft de voorwaarden voor strafbaarstelling (strafbaar handelen, het
vallen onder een wettelijke strafbepaling, wederrechtelijkheid en schuld)
Strafbaar handelen= in het recht omschreven gedraging waarop straf gesteld is.
Het vallen onder een wettelijke strafbepaling= wil een bepaalde handeling strafbaar kunnen
zijn, deze handeling omschreven moet staan in een wettelijke strafbepaling. Dit wordt ook
wel het legaliteitsbeginsel genoemd.
Wederrechtelijkheid= Wederrechtelijkheid is naast de bestanddelen (onderdelen van de
delictsomschrijving) een voorwaarde voor strafbaarheid (net als schuld) . Met
wederrechtelijkheid wordt bedoeld dat het gedrag in strijd is met het recht. (vb. als iemand
een boek wegneemt zonder toestemming en mee naar huis neemt)
Schuld= dient de daad aan de dader verweten te kunnen worden. Hij moet erg slordig zijn
geweest of zeer onzorgvuldig hebben gehandeld of de bedoeling hebben gehad de daad te
plegen. Geen schuld=geen straf
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper meikesanders1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,46. Je zit daarna nergens aan vast.