Taak 6
Probleemstelling
Hoe werkt het proces van euthanasie?
Leerdoelen
Wat is de wetgeving omtrent euthanasie?
Overheid.nl – Hoofdstuk 2
1. De zorgvuldigheidseisen houden in dat de arts:
a) de overtuiging heeft gekregen dat er sprake was van een vrijwillig en weloverwogen
verzoek van de patiënt,
b) de overtuiging heeft gekregen dat er sprake was van uitzichtloos en ondraaglijk
lijden van de patiënt,
c) de patiënt heeft voorgelicht over de situatie waarin deze zich bevond en over diens
vooruitzichten,
d) met de patiënt tot de overtuiging is gekomen dat er voor de situatie waarin deze
zich bevond geen redelijke andere oplossing was,
e) ten minste één andere, onafhankelijke arts heeft geraadpleegd, die de patiënt heeft
gezien en schriftelijk zijn oordeel heeft gegeven over de zorgvuldigheidseisen,
bedoeld in de onderdelen a tot en met d, en
f) de levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding medisch zorgvuldig heeft uitgevoerd.
2. Indien de patiënt van 16 jaren of ouder niet langer in staat is zijn wil te uiten, maar
voordat hij in die staat geraakte tot een redelijke waardering van zijn belangen terzake in
staat werd geacht, en een schriftelijke verklaring, inhoudende een verzoek om
levensbeëindiging, heeft afgelegd, dan kan de arts aan dit verzoek gevolg geven. De
zorgvuldigheidseisen, bedoeld in het eerste lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
3. Indien de minderjarige patiënt een leeftijd heeft tussen de 16 en 18 jaren en tot een
redelijke waardering van zijn belangen terzake in staat kan worden geacht, kan de arts
aan een verzoek van de patiënt om levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding gevolg
geven, nadat de ouder of de ouders die het gezag over hem uitoefent of uitoefenen dan
wel zijn voogd bij de besluitvorming zijn betrokken.
4. Indien de minderjarige patiënt een leeftijd heeft tussen de 11 en 16 jaren en tot een
redelijke waardering van zijn belangen terzake in staat kan worden geacht, kan de arts,
indien een ouder of de ouders die het gezag over hem uitoefent of uitoefenen dan wel
zijn voogd zich met de levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding kan of kunnen verenigen,
aan het verzoek van de patiënt gevolg geven. Het tweede lid is van overeenkomstige
toepassing.
Haarhuis – euthanasie in de geestelijke gezondheidszorg
De praktijk van de euthanasie wordt steeds verder opgerekt. De nieuwe wet regelt
bijvoorbeeld dat euthanasie mogelijk wordt op demente mensen die eerder een geschreven
wilsverklaring hebben opgesteld.
Goede dood is een grondrecht; het is zelfs wettelijk vastgelegd in Nederland. Het gaat er
echter niet om ernstig lijden te voorkomen, maar om te zorgen voor een menswaardige
, manier van afsluiten van het leven. Mits aan de geldende criteria wordt voldaan. Er is al
sprake van ernstig lijden, als het verzoek om hulp bij zelfdoding wordt gedaan.
De checklisten zijn door de beroepsverenigingen landelijk opgesteld. Elke instelling zal
daaraan op eigen wijze uitvoering geven, maar het mag nooit een afwijkend beleid zijn ten
opzichte van de landelijke norm. De psychiater bewaakt het proces, of zorgt dat een collega
dat doet. De eigen behandelaar zal uiteindelijk aan het verzoek uitvoering geven. Op een
verzoek kun je alleen maar serieus ingaan als je een behandelrelatie hebt met jouw patiënt,
waarin deze vraag past. Meestal betekent dit dat de arts zorgt voor de benodigde medicatie.
In de psychiatrie hechten we eraan, dat de patiënt zelf het middel inneemt; het moet een
eigen besluit zijn tot het laatste moment. Alleen bij slikstoornissen zal de arts het middel
anders toedienen, per infuus bijvoorbeeld.
Wat zijn de richtlijnen omtrent euthanasie bij somatische en psychische klachten?
Haarhuis – euthanasie in de geestelijke gezondheidszorg
Ondraaglijk lijden in de geestelijke gezondheidszorg verschilt van ondraaglijk lijden in de
somatische zorg. Het enige verschil ligt in de reden of oorzaak. Verder moet het bij beide
vormen van zorg als hetzelfde probleem worden gezien. Psychiatrisch lijden kan net zo
uitzichtloos zijn en niet behandelbaar, kan net zo de waardigheid van jou als mens
aantasten, kan net zo veel verlies van kwaliteit van leven geven als somatisch lijden.
Een verzoek tot levensbeëindiging dient door een wilsbekwame persoon gedaan te worden.
De psychiatrische patiënt is in het nadeel bij verzoeken om hulp bij zelfdoding. Als iemand
bv. kanker heeft, kan de arts duidelijk stellen dat er geen behandeling meer mogelijk is op
grond van alle onderzoeken. In de psychiatrie is het veel moeilijker met onderzoeken aan te
tonen, dat er geen behandeling meer mogelijk is en dat een arts/psychiater dus zijn/haar
patiënt moet ‘opgeven’. De patiënt is immers niet in direct levensgevaar, ervaart wel zijn
psychiatrisch lijden als terminaal. Wilsbekwaam zijn bij het doen van een verzoek is zowel in
de somatiek als in de psychiatrie een noodzakelijke voorwaarde. De patiënt moet kunnen
overzien voor zichzelf en anderen wat de consequenties zijn van zijn keuze, ook gerekend de
tijd. Hij moet ook kunnen beoordelen wat zijn verzoek betekent ook in de toekomst gedacht.
Dat is bij onderzoek naar haalbaarheid van een verzoek een “conditio sine qua non.” Bij
wilsonbekwaamheid kan een verzoek niet worden gehonoreerd en zou het strafbaar zijn en
vervolgd worden. Psychiaters en SCEN artsen (Steun en Consultatie Euthanasie in
Nederland), zijn erin geschoold om de mate van wilsbekwaamheid vast te stellen. Bij
psychiatrische patiënten moet de diagnose gesteld zijn en het ziektebeeld mag niet de vraag
bepalen. Hiermee wordt bedoeld, dat er geen sprake kan zijn van suïcidaliteit of dat de
patiënt dood wil, omdat hij belaagd wordt door stemmen of waandenkbeelden. Jong
dementerenden kunnen op het moment, dat zij nog wilsbekwaam genoeg zijn het verzoek
doen.
KNMG Factsheet Euthanasie en psychiatrie
Patiënten met een psychiatrisch ziektebeeld kunnen in aanmerking komen voor euthanasie.
Zij kunnen binnen de kaders van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij
zelfdoding vallen.