H1 Het begrip opvoeding
Griekse woord paidagooogia → pais: kind, agogein: leiden, dus kinderleiding
Andere woorden voor pedagogiek:
- Opvoedkunde richt zich op de vaardigheden van de opvoeder
- Opvoedingsleer richt zich op het vergaren van kennis over opvoeden
- Opvoedingswetenschap richt zich op het ontwikkelen van theorieën over en
methoden met betrekking tot opvoeden.
pedagogiek maakt gebruik van psychologie, sociologie, filosofie en theologische en
andragogische wetenschappen → hulpwetenschappen. (Civas 2009)
Definitie opvoeding:
● Langeveld: alle omgang tussen het kind en volwassenen. Liefde, geborgenheid en
aandacht moeten hierbij een rol spelen.
● Malschaert en Traas: bij een opvoedrelatie moeten intimiteit en veiligheid een rol
spelen.
● Rispens, Hermanns en Meeus: de vier basisdimensies: ondersteuning bieden,
instructie geven, grenzen stellen en controle uitoefenen.
● Kuipers: opvoedingsdoelen die gericht zijn op zelfstandigheid, zelfredzaamheid en
zelfvertrouwen.
De echte definitie is geworden: opvoeding is alle omgang tussen ouder en kind waarbij
gericht een relatie wordt aangegaan. in deze omgang biedt de ouder het kind liefde,
geborgenheid, veiligheid, intimiteit, aandacht, grenzen, instructie, ondersteuning en controle.
hierdoor zal het kind tot zelfontplooiing komen en over het nodige zelfvertrouwen en de
nodige zelfstandigheid en zelfredzaamheid beschikken om richting te geven aan zijn verdere
leven.
sprake van opvoeding als er (1) wederzijds respect is, het kind voldoende (2) veiligheid heeft
en kan rekenen op zijn ouder en dat het kind wordt (3) uitgedaagd om eigen beslissingen te
nemen en vertrouwen heeft.
de vier basisdimensies:
1 ondersteuning bieden
De ouders drukken liefde en zorg uit naar het kind en ondersteuning is gericht op het
fysieke en emotionele welzijn van het kind waardoor het zich begrepen en geaccepteerd
voelt.
ondersteunend opvoedgedrag: bemoedigen, accepteren, helpen, samenwerken, affectie
tonen en liefdevol omgaan met het kind, aandacht en interesse tonen voor de
handelingen, gedragingen en signalen van het kind en adequaat daarop reageren,
vertrouwen in het kind laten blijken.
Warmte en affectie duiden op de emotionele beschikbaarheid van de ouder, wat een
positieve ontwikkeling op het kind ervaart.
sensitiviteit: gevoelig zijn voor de signalen die je kind afgeeft
responsiviteit: de mate van adequaat reageren op de signalen die het kind aanduidt.
, Hierdoor kan het kind een bepaalde invloed uitoefenen op de buitenwereld.
ondersteuning heeft te maken met een handeling van de ouder naar het kind, zoals straffen
en belonen.
Een straf wordt ter ondersteuning van het gewenste gedrag aan het kind opgelegd.
een beloning bestaat uit een psychische of emotionele beloning, kusje/knuffel, of een
materiële beloning, een boek.
- warmte
- affectie
- responsiviteit
- betrokkenheid
- emotionele ondersteuning / straffen en belonen
- aandacht
Instructie geven
duidelijk maken aan het kind wat de bedoeling van iets is en welk gedrag er van hem
verwacht wordt. hierdoor wordt de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van het kind
bevordert. als kinderen overladen worden met instructies van de ouder kan het kind geen
eigen initiatieven durven ontplooien en zal het kind te veel bezig zijn met wat de ouder zou
denken van de acties die het wil ondernemen, waardoor het niet durft te handelen.
- aangeven welk gedrag van het kind verwacht wordt
- verantwoordelijkheid leren
- het kind hulp bieden om zich te ontwikkelen
Controle uitoefenen
autoritaire controle: opvoedgedrag waarbij de ouder druk uitoefent op het kind om het
juiste gedrag te laten vertonen. hierbij hecht de ouder vaak veel waarde aan rust en
regelmaat en gehoorzaamheid, er is geen sprake van gelijkwaardigheid tussen ouder en
kind.
autoritatieve controle: gedragingen van de ouder waarbij uitleg gegeven wordt aan het
kind en eisen worden gesteld aan zijn zelfstandigheid. hierbij wordt onderhandelt en houdt
de ouder rekening met het kind. het heeft een positief effect op het kind
- autoritair - onderdrukken negatief gedrag, machtsuitoefening, strikte regels
- autoritatief - stimuleren positief gedrag, uitleggen en verklaren
Grenzen stellen
De wijze waarop de ouder het kind straft of beloont om het gewenste gedrag te vertonen,
grenzen aangeven en het leren omgaan met normen en waarden van anderen en zichzelf.
- respect voor autonomie kind
- straffen
- belonen
- zelfstandigheid
- zelfredzaamheid
Alle dimensies zijn met elkaar verbonden