1 Ioniserende straling
Ioniserende straling maakt ionen van moleculen. De 4 belangrijkste soorten zijn:
- α-stralingstraling (heliumkernen): zijn groot en zwaar waardoor ze gemakkelijk botsen
en hun energie verliezen waardoor deze straling al met een vel papier tegen
te houden is.
- β-stralingstraling (elektronen): verliest zijn energie in een soortgelijk proces als
alfadeeltjes, maar zijn minder zwaar. De straling kan nooit volledig gestopt
worden.
- γ-stralingstraling (elektromagnetische straling vanaf 125 eV): fotonen botsen met
elektronen, maar verliest niet al zijn energie.
- Uv-stralingstraling (elektromagnetische straling tot 125 eV): heeft vrijwel dezelfde
eigenschappen als γ-straling, maar heeft fotonen met een energie kleiner dan
10eV waardoor de straling minder diep doordringt.
α- en β-straling geven per ionisatie 10 eV energie af aan een molecuul, bij γ- en
röntgenstraling ligt deze energie tussen 0 eV en de fotonenergie. De maximale
indringdiepte heet dracht.
Formules:
- Als de energie van een foton, groter is dan de ionisatie-energie in een
molecuul, kan er ionisatie optreden. Dit wordt gegeven door:
E=h∙f
h = constante van Planck, in joule seconde (J s)
f = frequentie, in hertz (Hz)
- De energie die ioniserende straling afgeeft, wordt de stralingsdosis genoemd en
wordt gegeven door:
E
D=
m
D = stralingsdosis, in gray (Gy)
E = geabsorbeerde energie, in joule (J)
m = massa vd stof die de straling absorbeert, in kilogram (kg)
2 Stralingsbronnen
Röntgenstraling ontstaat wanneer snelle elektronen worden afgeremd in materie
waarbij een deel van hun energie wordt omgezet in fotonen.
Bij verval van radioactieve isotopen kunnen vier soorten straling vrijkomen:
- α-straling (positief geladen heliumatomen)
- β−¿¿ -straling (elektronen)
- β +¿¿-straling (positronen)
- γ-straling (geen deeltjes met massa, alleen energie)
Bij radioactief verval (kernreactie) verandert een atoomkern afhankelijk van het soort
verval. Zorg ervoor dat de vervalvergelijking kloppend is:
- Bij α-verval neemt het massagetal A met 4 af en het atoomnummer Z met 2
- Bij β−¿¿ -verval blijft A gelijk en neemt Z met 1 toe
- Bij β +¿¿-verval blijft A gelijk en neemt Z met 1 af
Een metastabiel isomeer is een atoomkern die na een vervalreactie nog niet stabiel is
en één of meer fotonen (gammastraling) uitzendt voordat het stabiel is.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper susmitadey. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.