Week 1: overlast in de wijk, de burgemeester als sheriff
Vraag 1 - Casus Meijer Berends
De heer en mevrouw Meijer wonen al veertig jaar in een vierkamer hoekappartement in een
appartementencomplex in Tulpendam, dat zij huren van woningbouwvereniging Woonzorg. In het
complex zijn zowel huurwoningen als koopwoningen aanwezig. Tot voor kort woonden er in het
appartementencomplex alleen rustige en over het algemeen al op leeftijd gekomen mensen. Een jaar
geleden is dit veranderd. Nadat de bovenburen hun appartement hebben verruild voor een
aanleunwoning, heeft de familie Berends haar intrek genomen in het appartement op de derde
etage. Ook deze familie huurt haar appartement bij Woonzorg. De twee zonen van 18 en 20 jaar,
draaien de hele dag keiharde heavy metal muziek en blowen ook veelvuldig. Moeder Berends heeft
de huurovereenkomst getekend.
Meneer Meijer heeft al ontelbare keren gevraagd of het niet wat zachter kan, vooral ’s avonds laat. In
het begin werkte dat, maar sinds een paar maanden is de relatie tussen de Meijers en de familie
Berends ernstig verstoord; de jongens Berends trekken zich nergens meer wat van aan. Als Meijer ’s
avonds thuiskomt van de biljartclub, stoot hij nog wel eens met de achterkant van zijn keu tegen het
betonnen plafond van zijn hobbykamer om hen tot rust te manen. Meestal heeft dit een averechts
effect en wordt hij getrakteerd op extra decibellen. Om het echtpaar Meijer te pesten drukken de
jongens Berends elke keer bij het naar boven of beneden gaan – ongeacht het tijdstip – op de bel van
het echtpaar. Ook de andere bewoners van het complex hebben last van het geluid, maar die zijn
zodanig geïntimideerd door de familie Berends dat zij er niets van durven te zeggen.
Op een dag ontdekt Meijer dat de jongens Berends een gat in hun vloer en zijn plafond hebben
geboord en daar smeulende sigarettenpeuken door gooien. Ook ruikt hij nu constant de wietlucht.
Meijer heeft woningbouwvereniging Woonzorg meteen hiervan op de hoogte gesteld. De jongens
Berends weigeren een medewerker van Woonzorg, die polshoogte komt nemen, de toegang. Ze
zeggen dat de gaten zijn ontstaan door het bonken met de keu tegen het plafond door Meijer.
De familie Meijer klaagt bij de burgemeester over de overlast, zoals de intimidatie en het gat dat in
het plafond is geboord. Welke juridische mogelijkheden heeft de gemeente om op te treden tegen
het overlast gevende gedrag van de familie Berends?
Bespreek ten minste drie mogelijk instrumenten en geef aan welke u in dit geval het meest geschikt
vindt. Betrek tevens de uitspraak van de Afdeling van 6 juni 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:1836) in uw
antwoord en de uitspraak van Rb Midden-Nederland, 26 juni 2020, ECLI:NL:RBMNE:2020:2376.
De uitspraak van 6 juni 2018 gaat over de inzet van artikel 174a Gemeentewet (sluiten van de woning
door burgemeester). In die zaak had een bewoner volgens de politie jarenlang, door zijn gedrag in en
om zijn woning, voor veel overlast en angst bij de buren gezorgd. De burgemeester mocht deze
openbare ordeverstoring aanmerken als bijzonder ernstig en daarom afwijken van het in de
beleidsregel neergelegde uitgangspunt dat een waarschuwing wordt gegeven alvorens tot sluiting
wordt overgegaan.
→ Artikel 174 Gemeentewet is niet inzetbaar bij geluidshinder en stank.
,Uitspraak van 2018 zeldzame vorm waar wel artikel 174a Gemw. wel van toepassing was. Het was
iemand met psychische problemen en drugs problematiek, in 2012 was de woning al twee keer in
brand gevlogen en in 2015 gebeurde het weer. Het waren verifieerbare en objectieve gegevens dat er
overlast werd veroorzaakt. Het betreft dus een heel hoge lat.
In de casus was het ergste wat in de buurt komt van bedreiging van gezondheid en veiligheid
omwonenden het gedoe met de peuken, dat is dus niet zwaar genoeg.
Wet aanpak woonoverlast; artikel 151d Gemeentewet. De raad kan bij de verordening bepalen dat
degene die een woning gebruikt er zorg voor draagt dat door gedragingen in of vanuit die woning
geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.
Bij overtreding is de burgemeester bevoegd tot bestuursdwang/dwangsom: gedragsaanwijzing.
Voorbeelden hiervan zijn in dit geval beperkt gebruik van geluidsapparatuur, schoonmaak
verplichting op regelmatige basis en verbod van intimidatie naar buren.
Hierbij hoort uitspraak van 26 juni 2020: daar was een last onder dwangsom opgelegd met
gedragsaanwijzingen. Hinder vond plaats in nachtelijke uren, en had veel invloed op buurtbewoners.
Gedragsaanwijzingen raken ongestoord genot van de woning en maken daarmee inbreuk op artikel 8
EVRM. De belangen van de bewoners moesten worden afgewogen tegen het algemene belang bij
openbare orde en veiligheid. Dit is echter geen reden om een voorlopige voorziening te treffen. Deze
uitspraak laat zien dat de burgemeester zich een procedurefout kan veroorloven bij het opleggen van
een gedragsaanwijzing. Hierin kan dus geen reden zijn gelegen voor de terughoudendheid van
burgemeesters om gebruik te maken van de bevoegdheid.
Let op! Woningsluiting is ingrijpender dan een huisverbod.
Artikel 151d Gemwet zou hier uitkomst kunnen bieden. In de APV moet overgenomen worden dat
gedragsaanwijzing gegeven kan worden door de burgemeester. In lid 2 is vastgelegd dat dit alleen
gegeven kan worden als niet kan worden volstaan met minder ingrijpende maatregelen: overlast
moet dus wel een bepaalde omvang hebben. Gedragsaanwijzingen kunnen heel ingrijpend zijn!
Gedragsaanwijzing in deze casus zou als volgt moeten gaan: de APV moet zijn overgenomen, er moet
worden onderbouwd waarom het niet met een minder ingrijpend instrument kon. Hier zou je
kunnen zeggen dat ze niet hoger dan een bepaald decibel muziek mogen draaien, vloer herstellen,
stoppen met peuken erdoorheen gooien, stoppen met aanbellen. Stel ze houden zich hier niet aan,
zou het ultieme gevolg kunnen zijn dat ze 10 dagen hun woning niet in mogen.
Artikel 13b Opiumwet geeft een sluitingsbevoegdheid die oorpsronkelijk bedoeld was voor
cafés/coffeeshops. Sinds 2007 is deze ook van toepassing op woningen. Niet is vereist dat
daadwerkelijk harddrugs dan wel softdrugs zijn verhandeld. De enkele aanwezigheid van een
handelshoeveelheid drugs bestemd voor verkoop, aflevering of verstrekking verschaft de
bevoegdheid tot sluiting van de woning. Dit moet meer dan 5 gram softdrugs zijn.
Er wordt veel geblowd, maar er moet dan meer dan 5 gram worden aangetroffen. Hoe kan de
burgemeester dit conformeren dat er drugs in de woning ligt? Dit moet eigenlijk altijd via een
strafrechtelijk onderzoek. In deze casus zijn er niet genoeg aanknopingspunten om ervan uit te gaan
dat er zo veel drugs ligt.
, Artikel 17 Woningwet
Hier moet weer een onveilige situatie worden veroorzaakt, maar hierbij door de staat van je woning!
Je moet je woning in zo’n staat brengen dat het een gevaar voor je woning oplevert, zoals een
wietplantage (brandgevaar). Moet gepaard zijn met bedreiging van leefbaarheid of gevaar voor de
gezondheid vof veiligheid. Het enige wat hier in de buurt komt van de woning in een staat brengen
dat het gevaar veroorzaakt is het gaten boren in de vloer. Het moet gaan om een herhaaldelijk
overdreding!
Vraag 2 - Nabuurschap en nabuur haat
a. Vols noemt in het artikel ‘Over nabuurschap en nabuur haat in het recht’ drie argumenten vóór het
standpunt dat de overheid een rol zou moeten hebben bij de aanpak van woonoverlast en
burenhinder. Welke drie argumenten noemt hij?
Ten eerste blijken de privaatrechtelijke mogelijkheden niet altijd voldoende geschikt om het
probleem aan te pakken. Zo vormen bijvoorbeeld de kosten voor veel burgers een niet te nemen
horde bij het starten van een civielrechtelijke procedure. Bovendien durven slachtoffers een
dergelijke procedure soms niet te initiëren omdat ze bang zijn voor represailles (wraakacties).
Ten tweede raakt de aanpak van woonoverlast niet slechts een privaat belang, maar ook een publiek
belang. In veel zaken bedreigt de woonoverlast eveneens de openbare orde, de leefbaarheid van
wijken of de openbare veiligheid dan wel gezondheid. In dat geval dient de burgemeester of college
van b&w op te treden tegen de overlast.
Ten derde dwingen positieve verplichtingen voortvloeiend uit artikel 2 en 8 EVRM de lokale overheid
tot ingrijpen in situaties waarin de overlast de rechten van slachtoffers ernstig beperkt. Het EHRM
concludeert dat gebrekkig optreden tegen ernstige overlast tot een schending van deze artikelen
leidt. Het Nederlandse College voor de Rechten van de Mens en de regering erkennen eveneens dat
deze positieve verplichtingen bestaan bij de aanpak van woonoverlast.
b. Vols stelt vervolgens dat bij het tegengaan van woonoverlast het vrijheidsbeginsel en het
tijdigheidsbeginsel op gespannen voet staan met elkaar. Leg uit wat hij hiermee bedoelt.
Het vrijheidsbeginsel dwingt de overheid om de autonomie van de burger te respecteren en zich zo
veel mogelijk te onthouden van inbreuken op diens vrijheid. De overlast moet een zekere mate van
ernst hebben om overheidsingrijpen te rechtvaardigen (artikel 10 Gw).
Het tijdigheidsbeginsel benadrukt dat de lokale overheid tijdig tegen overlast moet optreden. Het is
zaak om de situatie niet uit de hand te laten lopen en slachtoffers zo snel mogelijk te helpen. Dit
beginsel komt bijvoorbeeld tot uiting in de positieve verplichtingen die voortvloeien uit het recht op
respect voor het privéleven van overlast slachtoffers.
Als strikt aan het vrijheidsbeginsel wordt voldaan, is vroegtijdig ingrijpen in het privéleven van de
overlastveroorzaker niet aan de orde. Als vroegtijdig wordt ingegrepen, dan komt doorgaans de
vrijheid in gevaar. De eis van minimale belangenaantasting functioneert daarom als een soort
scharnierpunt. Als de lokale overheid besluit op te treden, dan moet de beperking van de vrijheid zo
beperkt mogelijk zijn. Vroegtijdige interventie is dus in principe mogelijk, maar de overlast moet
eerst een bepaalde ernst hebben en vervolgens moet de aantasting van de vrijheid zo gering
mogelijk zijn. Deze komt tot uiting in artikel 8 lid 2 EVRM.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper robiencooper. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,96. Je zit daarna nergens aan vast.