Hoorcollege 1 – donderdag 5 sept. – inleiding; reikwijdte en beperking
Prof. Mr. Munneke
We hebben het vak een hele nieuwe invulling gegeven. Het gaat dit jaar over Grondrechten.
Grondrechten zijn in de rechtspraktijk in toenemende mate van grote betekenis.
Grondrechten komen we overal tegen.
Grondrechten drukken een stempel op de lijn van het recht. Dat is waarom we dit vak
doceren. Er staat nog geen ppt online. Die komt iets later online. Wat we vandaag op de
sheets zien is illustratiemateriaal. We maken geen schema’s, omdat je dat als derde jaar zelf
moet kunnen doen. De literatuur is ook heel toegankelijk. We geven daarom geen hc over de
literatuur. We pikken er belangrijke dingen uit.
We illustreren aan de hand van een casus de stof. Je moet weten hoe rechters denken over
grondrechten en hoe grondrechten op andere rechtsgebieden doorwerkt.
Omdat dit hele vak nieuw is, kunnen er ook dingen misgaan. Daarom staan we open voor
feedback.
We beginnen met Christine Goodwinn t. Het VK. Het is een zaak uit 2002 van het EHRM.
Christine is geboren als een man. Er was in de jaren 50 en 60 weinig ruimte voor
transseksuelen. Hij voelt zich namelijk een vrouw. Hij was getrouwd met een echtgenote en
had vier kinderen. Hij leidde een soort dubbelleven. Toen de maatschappij veranderde wou
hij zij biologische geslacht achter zich laten. Hij onderging geslachtsveranderingen en slikte
hormonen en sprak met therapeuten. In ’92 diende zij een klacht in dat zij seksueel
geïntimideerd werd op haar werk. De werkgever wilde niet meewerken. Want Christine was
volgens hen een man. Uiteindelijk werd ze wegens gezondheidsklachten ontslagen. In ’96
vond zij een nieuwe baan. Daarbij moest zij haar medische situatie en geslacht invullen. Zij
wilde niet dat haar nieuwe werkgever van haar verleden afwist. Dus zij verzocht het
ministerie om haar gegevens/geslacht officieel in het dossier te wijzigen.
Heeft iemand die geboren is als man, maar die zich vrouw voelt, het recht om de gegevens
over het geslacht te wijzigen in de basisregistratie persoonsgegevens?
Dit verzoek bij het ministerie werd afgewezen. Het Britse recht kende hier geen grondslag
voor. Uiteindelijk kwam zij bij het EHRM terecht. Hij beriep zich op art. 8 EVRM. Biedt dit
artikel mogelijkheden om wijziging van haar gegevens in officiële overheidsdocumenten.
Artikel 8 lid 1 EVRM is het recht op respect van iemands privéleven.
Bij een negatieve verplichting is de overheid verplicht zich van een bepaalde gedraging te
onthouden. Zij mogen geen inbreuk maken op een recht. Bij een positieve verplichting moet
de overheid actief handelen om ervoor te zorgen dat iemand zijn toekomende recht ook
werkelijk kan realiseren. Niks doen in een dergelijk geval is onvoldoende.
Beroept Christine zich met artikel art. 8 EVRM op een positieve of een negatieve
verplichting? Zij eist dat er een regeling komt dat er een regeling komt voor transseksuele
,mogelijk is om hun geslacht te veranderen in overheidsdocumenten. Dat is een positieve
verplichting!
Het EHRM komt met een belangrijke uitspraak. Zij wijzigen hun lijn. Het gaat erom hoe de
rechter beredeneerd. RO 71; Het EHRM stelt vast dat het gaat om een positieve verplichting,
omdat de overheid actief moet handelen om dit te veranderen. Ro; 72; Daar staat de
redenering van het EHRM. De staat moet namelijk het privéleven respecteren. Het EHRM
erkend dat respect hebben een vaag begrip is, en al helemaal in de context van een positieve
verplichting.
In alle Europese landen wordt er sterk verschillend gedacht over de rechten van
transseksuelen. Dit is relevant, want het EHRM hangt hierboven, en ieder land heeft een
eigen rechtsopvatting. Anderzijds wil het EHRM een uniforme rechtsopvatting. Ro 72 van het
arrest gaat hierover. Zie de sheets of arrest. Ze introduceren het begrip margin of
appreciation. Dat betekent dat een lidstaat beoordelingsruimte heeft, maar het EHRM
bepaald de buitengrenzen. Dus gelet op het fundamentele karakter en de verschillende
rechtsopvattingen van de lidstaten hebben de lidstaten een bepaalde mate van margin of
appreciation.
Als je vast moet stellen of een positieve verplichting aanwezig is, dan moet je een
belangenafweging verrichten. Aan de ene kant het belang van de samenleving en het belang
van de rechtzoekende. Deze moeten in een ‘fair balance’ staan. (ro; 72). Een fair balance
begrip biedt de rechter veel ruimte om te bepalen wanneer hier sprake van is. Dus bij
positieve verplichtingen die niet duidelijk in de tekst te vinden is, is er voor de rechter veel
ruimte om daar keuzes in te maken. Maar als de margin of appreciation ruimer is, dan heeft
de rechter minder vrijheid.
We gaan naar RO 74. Het doel van het EVRM is de bescherming van mensenrechten. Het Hof
houdt rekening met veranderende hedendaagse omstandigheden. Het is belangrijk dat het
EVRM praktisch en effectief middel is dat burgers beschermd. Als we dit vergelijken met de
Nederlandse rechtsspraak (grondrechten) zien we dat we vaak kijken naar de bedoeling van
de wetgever. Dit is niet een actuele interpretatie. Het EVRM is hier niet op gefocust. Het
EVRM is dynamisch en wordt geïnterpreteerd naar hedendaagse gevallen.
In RO 90 volgt een conclusie. Het Hof zegt dat de essentie van het EVRM de bescherming van
de menselijke waardigheid en vrijheid. Dat betekent dat in de 21ste eeuw ook zij hun
persoonlijke autonomie en identiteit kunnen uiten en dat dient beschermd te worden. Dat
kan niet zo zijn dat, dat in het midden blijft hangen. Het EHRM eist dus van de lidstaten dat
ze een regeling hebben om een geslachtswijziging door te gaan.
We staan stil bij deze zaak omdat het veel zaken illustreert. Het is namelijk anders dan hoe
de Nederlandse rechter kijkt. We hebben namelijk een rechter bij het EHRM die veel meer
de lijnen van vandaag de dag uitzet. Je moet dus bij het tentamen bijvoorbeeld de belangen
over en weer uiteenzetten. Het is een andere stijl van juridisch argumenteren (fair balance).
,Het laat ook zien dat art. 8 EVRM doorwerkt in het personen- en familierecht. In Nederland
kennen we dusdanig ook een transgenger wet, zonder een geslachtsverandering. Dit is wat
ik wou vertellen over deze zaak.
Pauze
We gaan naar onze tweede zaak. Deze speelde in Den Haag. Er was een Imam die vanuit een
boekhandel preken hield voor jongeren. Het waren extreme preken en de imam stond
bekend als haatimam. Hij riep jongeren op tot jihad. De Nederlandse overheid vond dat er
iets aan gedaan moest worden. Nederland had een wet: Tijdelijke wet Bestuurlijke
maatregelen terrorismebestrijding. Het was een tijdelijke wet omdat er extreme
maatregelen in stonden, waar misschien een rechter aan te pas zou moeten komen. Daarom
is het een tijdelijke wet. Deze wet gaf een bevoegdheid om aan de minister van veiligheid en
justitie om met maatregelen te komen. De minister had aan deze imam een gebiedsverbod
opgelegd. Hij mocht 6 maanden niet in de Schilderswijk of de Transvaalwijk komen. Daar
woonden de groep jongeren voor wie hij preekte en waar hij zijn boekhandel had van
waaruit hij preekte.
De Imam was het hier niet mee eens en hij stapte naar de rechter. Mocht er een
gebiedsgebod worden opgelegd. In het geding zijn de grondrechten vrijheid van
meningsuiting en de godsdienstvrijheid. Is dit dus eigenlijk niet censuur.
Grondrechten kunnen worden beperkt, maar dan moet er wel aan bepaalde voorwaarden
voldaan zijn.
1. In de tijdelijke wet stond, dat onze minister, indien noodzakelijk is met het oog op
bescherming van de nationale veiligheid, aan een persoon die op grond van zijn
gedragingen in verband kan worden gebracht met terroristische activiteiten of de
ondersteuning daarvan een maatregel opleggen, strekkende tot beperking van de
vrijheid van beweging.
2. Een maatregel kan bestaan uit….
B. een verbod om zich te bevinden in de omgeving van een of meer bepaalde
objecten dan wel in een bepaald gedeelte of bepaalde delen van Nederland, dat niet
groter is of die niet groter zijn dan strikte noodzakelijk voor de bescherming van de
nationale veiligheid.
Dit is een niet scherp afgebakend bevoegdheid van de minister. Het is heel ruim
geformuleerd en je weet niet precies wanneer er sprake is van terroristische activiteiten.
Het houden van een preek valt onder artikel 7 lid 3 GW. Voor het openbare van gedachten
of gevoelens door andere dan de voorgaande leden genoemde middelen heeft niemand
voorafgaand verlof nodig wegens den inhoud daarvan, behoudens de wet gestelde
beperkingen.
De afdeling zegt dat de tijdelijke wet mocht, omdat dit uit de geschiedenis van de
totstandkoming blijkt dat de minister maatregelen mag opleggen. Dit is niet overtuigend. We
willen namelijk weten of dit mag. Je moet dus altijd als je een uitspraak leest kritisch blijven
nadenken.
, De formele beperkingssytematiek moet wel kloppen. De tekst van de tijdelijke wet bestaat
uit vage begrippen. Als we nu aannemen dat er inderdaad een beperking is van at. 7 lid 3
GW. Dat moet de beperking ‘behoudens ieder verantwoordelijkheid volgens de wet’. Wie
mag dit grondrecht dan beperken? De wetgever in formele zin. Wie heeft het in deze casus
gedaan?
Is het van belang dat de wet vaag is? Ja! Als er een limitatieve opsomming was dan was het
duidelijk wat de minister mocht doen. Het is dan duidelijk voorzien bij wet. Door vage
begrippen op te nemen mag de minister hier zelf invulling aan geven. Is er nu dan eigenlijk
geen delegatie van wetgevende bevoegdheid? Dat mag niet volgens lid 3 van art. 7 GW.
Het arrest dronken marine schipper is vergelijkbaar met de casus van de imam. Is er
voldoende grondslag voor het bevel dat de commandant heeft opgelegd? Dat is
vergelijkbaar met dit.
Het gebiedsverbod is opgelegd door opruiende uitspraken. Is dit vooraf of achteraf
ingrijpen? Want niemand heeft vooraf verlof nodig vanwege de inhoudt. Het is beide. Want
ze weten wat hij gaat zeggen. En ze leggen het verbod op omdat ze weten wat hij heeft
gezegd. De afdeling is heel soepel en de minister komt heel goed weg.
In 1989 is de heilige maagd Maria verschenen bij een boerderij van een echtpaar.
Honderden mensen komen elke dag naar het hek. De boer bouwde zijn boerderij van
agrarisch bedrijf naar bedevaartsoord. Dit was in strijd met het bestemmingsplan. De
gemeente wou handhaven en de kapel sluiten. De boer zei de hemel is sterker dan u, en wou
de kapel niet sluiten. Het standpunt van de boer was dat hij zich beriep op zijn vrijheid van
godsdienst. Hij zei dat de kapel een uiting was van zijn uiting van vrijheid van godsdienst. Ze
menen dat het gebiedsverbod is opgelegd voor voorkomen van herhaling.
6 GW/9 EVRM.
De beperkingssystematiek van onze GW is dat je een recht toekend en behoudens de wet
mag deze beperkt worden. Maar mag het bouwen van een kapel en de kruiswegstaties met
een beroep op de bestemmingsplanvoorschriften worden tegengehouden als dat neerkomt
op een beperking van de vrijheid van godsdienst.
In 1983 zei de wetgever dat grondrechten zeer belangrijk zijn en dat je heel voorzichtig moet
zijn met beperkingen. In een toelichting introduceerde de wetgever de leer van bijzondere
beperkingen. Een beperking is alleen toegestaan als er een regeling is die tot doel heeft om
situaties aan te geven die vertellen wanneer je mag beperken. In de Grondwet moet
uitdrukkelijk de beperking zijn toegestaan. Alleen in die gevallen mag beperkt worden.
Een bestemmingsplan is erop gericht dat de ruimtelijke ordening goed georganiseerd is. Het
heeft niet tot doel om een grondrecht te beperken. Maar dit kan wel het effect zijn, zoals in
de Maria casus. Dit is een algemene beperking. Het is een beperking die niet tot doel heeft
om een grondwet te beperken maar wel het effect heeft dat dit gebeurd. Een
bestemmingsplan heeft namelijk geen doel om de vrijheid van godsdienst te beperken, maar
in casu doet het dit wel.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kalghaib. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,99. Je zit daarna nergens aan vast.