100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting - MHKF €9,16   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting - MHKF

 7 keer bekeken  0 keer verkocht

Dit is een samenvatting van de collegereeks van het vak Moderne en hedendaagse kunst en fotografie van het eerste jaar op de universiteit Leiden.

Voorbeeld 4 van de 41  pagina's

  • 19 september 2024
  • 41
  • 2023/2024
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (9)
avatar-seller
julietjanssen
Aantekeningen MHKF semester 1

College 1 – de moderne tijd begint in 1800

Voorbereiding tekst Rosenblum
Romantiek tot heden = moderne kunst.
Pseudomorfose: "het ontstaan van een vorm A, morfologisch analoog aan, of zelfs
identiek aan, een vorm B, maar er genetisch gezien volledig los van staat."
Religie in romantiek: heiligdom weergeven zonder de christelijke iconografie en
traditie. Nadruk op de spirituele kern.
Heilige christelijke beelden worden vertaald in de moderne (romantische) kunst  bv.
Militaire doden als pietas. Bij de protestanten wordt het heilige vertaald in
landschappen.

Algemeen
Problematische kwestie: de romantische visie op kunst, mens en wereld en
concept van het Sublieme

West-Europa  Europa en VS  Mondiaal
Ca. 1800 grote veranderingen  nieuwe visies (politiek), indus. Rev. Ook opkomst
individualisme (zelfbeschikkingsrecht, niet geheel gestuurd door god).
Neoclassicisme / Romantiek  Maatschappelijk debat, werelds ipv via god.
Voor 1800 opdrachtgevers waren kerk  na 1800 verandert dit door de opkomst van
steden.
Voor 1800 kwam alles goed door het idee in God, na 1800 verandert dit.

Stromingen kunnen op verschillende manieren geordend worden:
Actie/reactie: probleem is te simplistisch
Evolutionair: niet zwart/wit. Werken kunnen tussen de stromingen in staan.
Golfbewegingen: Kunststijl/kenmerken komen op, krijgen minder aandacht, komen
later vernieuwd weer terug/populair.
Er zijn verschillende thema’s in de golfbewegingen  zie pp.

Het gaat niet om de feiten, maar ze moeten het inzicht in de problematische
kwestie ondersteunen. De problematische kwesties zijn het belangrijkst.

Marina Abramovic: het reflecteren op jezelf en de omgeving d.m.v een performance
i.p.v een ambacht. Kunst reflecteert op de wereld, vaak pessimistisch (lijden aan de
wereld). Ze zoeken geen succes, maar eenzaamheid.
Wordt vergeleken met Casper David Friedrich (Duitse romantiek). Kenmerken
hedendaagse kunst ziet men vaker in de Duitse romantiek, niet in de Franse.

Duitse Romantiek
Weltschmerz: lijden aan de wereld.
Navigatio vitae: reis van het leven  toekomst is onzeker
Rückenfigur: figuur staat met rug naar je toe. Dit is nieuw in de romantiek.

,Je moet je voorstellen alsof je er zelf staat (want de man staat voor het uitzicht) 
interactie met publiek.

Eerst zijn de kunstenaars onbegrepen, later begrepen.

Casper David Friedrich (protestant!) wil de beleving van het goddelijke op een
andere manier weergeven. Nietig figuur denkt over het grootse.

Slecht weer in de romantiek. Dit is overgenomen uit de filosofie (Kant bv. Die
geïnspireerd was door Burke) Het sublieme: er komt als een donderslag iets
binnen. Geen levensgevaar dat je moet wegrennen, maar er is iets engs waar men
graag naar kijkt  er is een ‘delight’ (ramptoerisme bv.)
Een element van het sublieme is dat je het niet kan aanwijzen. Je kan het niet laten
zien, maar alleen oproepen. Door de schildering moet er iets in de toeschouwer
loskomen.  Het kunstwerk zit hem in het gene dat in de toeschouwer wordt
opgeroepen, niet in het kunstwerk zelf. Hedendaagse kunstenaars nemen dit idee
ook over (Barett Newman).
Het mooie kun je wel laten zien. (tegenstelling!)

Rosenblum: (dit is een visie in tegenspraak van Gardner)
De grootste omwentelingen in de samenleving zijn rond de Franse revoluties. Parijs
wordt het belangrijkste centrum van de kunst. Rosenblum geeft een ander
perspectief: hij wil om Parijs heen. Niet alles moet via Parijs gaan. Hij vergelijkt
werken, maar past op het feit dat de contexten verschillend zijn (het is een soort
toeval)  pseudomorfose.
De verborgen religieuze relatie is niet verdwenen. Politieke helden worden juist als
martelaren en god afgebeeld. Er is dus geen breuk tussen religieus en werelds rond
1800. De Duitse kunst en de afbeeldingen hierin bewijzen dit.

Artikel the sublime is now van Rothko en Newman: verwijzing naar Burke.
- Newman: Je moet er recht voor staan, zodat je je rationele verliest. Je wordt
overgeleverd aan de oneindigheid in plaats van het figuratieve/rationele. Hij
wil de beleving geven van terror with a bit of delight.
- Rothko: je wordt met de verf in het doek gezogen. Je moet hier ook weer vlak
voor gaan staan.

De Franse romantiek:
Debat tussen neoclassicisme en romantiek in de 18e eeuw. Dit gaat terug naar
de 17e eeuw: de poussinisten (classicistisch) en rubenisten (weelderigheid,
gevoel). Gekoppeld aan kunstenaars ipv aan ideeën. Deze kunstenaars worden
verbonden aan het neoclassicisme en de romantiek.
- Frans: Verhalen worden overgenomen uit klassieke oudheid om het moreel
te versterken. De kunstenaar heeft een nieuwe taak. Voorbeeld: eed van
Horatius  geen zwakke emotie, maar rationele strijd voor de staat. Niks
wordt aan het toeval achtergelaten. Tekening en compositie is belangrijk. Dit
staat tegenover het frivole van de romantiek.
- Spaans: opstand tegen Frans. Letterlijk vijanden, maar in schilderijen worden
er ook tegenovergestelde ideeën gebruikt als het neoclassistische van de
Fransen. Er zijn warme kleuren, romantischer. Goya spiegelt Jacques Louis
David. Ze zijn geen helden maar daders.

,Romantiek is eigentijds, neoclassicisme is verwijzing naar oudheid.  gaat niet altijd
op.
Dood van Marat: dit is wel weer een eigentijdse afbeelding. Het is wel op een
klassieke manier weergeven. Marat is heldhaftig, geen emotie. Er zit ook in dit
schilderij weer verwijzingen naar Christendom (stervende Christus/martelaar).
Sereen en indrukwekkend, heroïsch.
Géricault: eigentijdse ramp (politieke crisis in FR  niet existentiële ramp zoals
in Duitsland). Hier komt ook het sublieme weer in terug. Incompetente regering van
Frankrijk  verwijzing incompetente kapitein. Geen baarden, dramatische
draperieën  klassieke traditie werken hierin weer door.
Gruwel en emotie

Antione-Jean Gros was een leerling van Jacques Louis David. Klassieke
architectuur is in zijn schilderijen te zien. De kleur verwijst dan wel weer naar de
romantiek. Hij staat tussen de twee stromingen in (evolutionair).

Delacroix vindt dat je niet naar Rome moet, maar je moet naar de Oriënt om het
sublieme te ervaren. Hij maakt politiek werk (onderwerp wordt dus wel gewaardeerd),
maar de manier van werken wordt in zijn tijd niet gewaardeerd. De revolutie moet op
de poussinistische manier weergegeven worden, niet op de rubenistische manier
vond men.

Engelse Romantiek in relatie tot Duitse en Franse Romantiek:
Verwant met de heftigheid van de penseelstreek die men in de Franse romantiek
ziet. Georg Freidrich Kersting: kunst is verwant met filosofie en dichtkunst ipv het
aardse.
Turner: geïnspireerd op de emotie rond de ramp van de Franse, heftigheid van
penseelstreek. Het grootste van de natuur komt aan de andere kant ook weer terug
(meer Duits).
Turner wil men laten geloven dat de kunstenaar betrokken was in de ramp. Hij wil de
ervaring communiceren. Dit staat tegenover de andere kunstenaars die keken naar
een landschap en dit schilderden.

Er is ook een romantiek die geen rampen laat zien, maar emotie in het landelijke
leven (het nostalgische).


College 2 – de moderne tijd begint in 1850, 1863 of 1874

Voorbereidende teksten college
Briony Fer:
Moderne kunst is niet meteen kunst uit de moderne periode.
Sommige verklaren moderne kunst door te zeggen dat de kunst zichzelf beheerst
(autonoom is), met een logica.
De tekst stelt vragen over de kanon en de esthetische waarde van kunst: deze is
nooit onafhankelijk van sociale, politieke en culturele factoren.
 Wat is modern?

Gombrich:

, Kunst heeft limieten  het is onmogelijk om de werkelijke schoonheid van de natuur
te weergeven.
Hoe grootser je bent als kunstenaar, des te meer ga je taken ontwijken waarin je kunt
falen (je vaardigheden je teniet doen).
Er is geen neutraal realisme: de kunstenaar heeft vocabulair (vaardigheden?) nodig
om een kopie van de realiteit te maken.
 Wat is de manier waarop kunstenaars naar de werkelijk kijken?

Algemeen
Problematische kwestie: reactie op de zichtbare wereld  mediëren van de
zichtbare wereld, en wat is dan modern daaraan?

Gombrich: (onbewuste) beeldconventies. Aan de hand van de twee afbeeldingen.
Een Engelse en een Chinese kunstenaar maken het landschap zo naturalistisch
mogelijk. De opleiding en achtergrond verschillen en dus zijn de tekeningen anders.
Een kunstenaar schildert niet wat hij ziet, maar ziet wat hij schildert (wat hij kan en
geleerd heeft)  je kijkt als kunstenaar door een soort filter. Je vaardigheden
beïnvloeden dus je manier van kijken.
Realisme is dus geen makkelijke term!

Case studies:
 Chuck Close rond de jaren 1970: het is geen foto (dit zou transparanter,
neutraler zijn), maar het is een schilderij. Waarom denk je dat je naar een foto
kijkt?
- Hij overdrijft de details overal
- Conventie fotografisch portret  close-up
Hij wil de toeschouwer laten nadenken over foto/schilderij. Fotografie is dus geen
transparant medium.
 Fang Lijun: Hij vindt het opmerkelijk dat de Chinese kunst steeds meer
westers wordt. Hij is het niet eens met dat ‘skin-colour’ blank is. Er is
eenvormigheid binnen het maoïsme van China, maar ook in de Westerse
reclamewereld.

De moderne tijd begint ca. 1850:
 Neo-classisme en neo-barok (romantiek) horen nog bij het verleden, omdat
het neo-stijlen zijn.
Gustave Courbet wordt als eerste kunstenaar van de moderne tijd beschouwd: hij is
een zelfstandig kunstenaar. Zijn werk wordt geweigerd omdat het als banaal wordt
gezien  ze vonden het te ‘gewoon’. Hij is duidelijk tegen het imponerende en het
ontzagwekkende met kunstmatige sfeer:
Kenmerken van het werk van Courbet:
- Er zit geen hiërarchie in zijn werk (opkomst van het socialisme interesseert
Courbet ook).
- Courbet wil juist de realiteit laten zien, normale mensen.
- Zijn compositie is onhandig, geen statement.
- Hij schildert heel ruw, niet virtuoos. Hij vindt dit de democratische manier (niet
gekunstelde) van schilderen, verwijst hiermee ook weer naar het socialisme.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper julietjanssen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,16. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 83637 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€9,16
  • (0)
  Kopen