100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
Eerder door jou gezocht
18/20 - Examenvragen bloedsomloop S1M1 GNK KUL met en zonder antwoorden ingedeeld volgens de verschillende onderdelen (Cardiologie, Cardiochirurgie, ECG, Vaatheelkunde, Stolling, Preventie en Labo)€14,99
18/20 - Examenvragen bloedsomloop S1M1 GNK KUL met en zonder antwoorden ingedeeld volgens de verschillende onderdelen (Cardiologie, Cardiochirurgie, ECG, Vaatheelkunde, Stolling, Preventie en Labo)
85 keer bekeken 3 keer verkocht
Vak
Bloedsomloop (BKULE0C03A)
Instelling
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
18/20 1e zit - Dit document bevat alle examenvragen van het vak bloedsomloop, ingedeeld volgens de verschillende onderdelen (Cardiologie, Cardiochirurgie, ECG, Vaatheelkunde, Stollingsstoornissen, Preventie, Labotesten), MET en ZONDER antwoorden. AAN HET EINDE VAN HET DOCUMENT VIND JE DE VERDELING ...
Bloedsomloop, NIET OPGELOST
Cardiologie
2022-2023
1. Van wat is vegetatie een teken?
a. Klepstenose
b. Verkalking
c. Endocarditis
d. Trombose
2. Welk onderzoek kan je gebruiken om een onderscheid te maken tussen hartfalen met
gereduceerde en bewaarde ejectiefractie?
a. ECG
b. Cardiale MRI
c. Troponines
d. Endocardbiopsie
3. Een patiënt wordt opgenomen met klachten van retrosternale druk. De diagnose NSTEMI wordt
gesteld. Hij wordt behandeld met aspirine, ticagrelor (Brilique) en fondaparinux (Arixtra). Hij
ondergaat een PCI met implantatie van een drug-eluting stent. Aspirine en ticagrelor worden
uiteraard verder gegeven. Fondaparinux wordt gestopt:
a. Na de PCI procedure
b. Bij ontslag naar huis
c. Na 1 week
d. Na 1 maand
4. Een 86-jarige dame (155 cm, 52 kg) ondergaat PCI omwille van NSTEMI.
Welke van de volgende antiplaatjesregimes bij ontslag is niet correct?
a. ASA + ticagrelor 90 mg 2/d
b. ASA+ prasugrel 5 mg 1/d
c. ASA + prasugrel 10 mg 1/d
d. ASA + clopidogrel 75 mg 1/d
5. Wat niet bij acuut hartfalen om pompwerking hart te verbeteren?
a. β-blokker
b. ACE-inhibitor voor reductie van de afterload
c. Preload verhogen zorgt voor slechts kleine verhoging van systolische functie
6. 76 jarige man met stent vanwege stabiele angor, nam al 3 maanden antiplaatjes, nu al 2x
bloedneus gehad en heeft last van echymosen. Hij wilt zijn dual therapie stoppen.
Wat doe je?
a. Je gaat niet akkoord, hij moet zijn ASA + clopidogrel nog 9 maanden blijven nemen
b. Je gaat niet akkoord, hij moet zijn ASA + clopidogrel nog 3 maanden blijven nemen
c. Je gaat akkoord, hij mag clopidogrel stoppen en ASA blijven nemen
d. Je gaat niet akkoord, hij moet ASA + clopidogrel blijven nemen voor onbepaalde duur
7. Welke therapie bij een man met VKF na succesvolle PCI?
a. Triple therapie (ASA + clopidogrel + DOAC), één week daarna dual therapy: (anticoagulantia
en antiaggregantia (clopidogrel hier)) gedurende 12 maanden
1
,b. Triple therapie daarna antico en ? voor 6 maanden
c. 12 maanden 2 antico’s
d. Geen triple therapie, antico en antiplaatjes
8. Persoon van erithrea, dyspnee en palpitaties (3?) maanden, diastolische roffel L midclaviculair
a. Mitraalklep stenose
b. Aorta insufficiëntie
c. Aortastenose
d. Pulmonaalstenose
9. Wat is fout?
a. Onderscheid tussen MI type 1 en 2 a.d.h.v. high sensitive troponines
10. Wat is geen typisch teken van linker hartfalen?
a. Splenomegalie
b. Bi-lateraal longoedeem
c. 3e harttoon
d. Linker ictus meer naar links verplaatst
11. Wat komt vaak samen voor met coarctatio aortae?
a. Biscuspiede aortaklep
b. … mitralisklep
c. … pulmonalisklepstenose
d. … tricuspidalisklep
12. Vrouw van 46 jaar, BD 2x gemeten op consultatie, 1ste keer 164/92 en 2e keer 160/89 en totale
cholesterol van 250 en LDL van 190, voor de rest gezond, sport, rookt niet, …
a. Eén combinatiepil waarin zit: statine + ACE-I & opvolging in functie van tolerantie aan de
medicatie
b. Door gestegen LDL en hoge BD stijgt het risico maar door de jonge leeftijd is het totaal risico
nog laag, je schrijft geen medicatie voor en zegt dat pt moet terugkomen als ze 60j is
c. ECG & echo plannen voor verdere diagnostiek
d. Niets doen want voor de rest gezond
13. Screeningstest voor asymptomatische orgaanschade door arteriële hypertensie
Wat is er geen?
a. EEG
b. EKG
c. Micro albuminurie
d. Carotis media intima wand dikte
14. Wanneer spreek je van verhoogde bloeddruk bij thuismeting
a. 135/85
b. 130/80
c. 140/90
d. 120/70
15. Hoe lang voor je myocardnecrose krijgt na occlusie van een coronair epicardiaal?
a. 5-10 min
b. 20-30 min
c. 12u
d. 4 tot 6 uur
2
,16. Man met recent ontstane thoracale pijn, niets te zien op ECG.
Troponinewaarde van 42 (wijzend op acute myocardnecrose). Wat doe je?
a. Naar huis
b. Aspecifieke TnT verhoging, gezien normaal ECG eerst andere oorzaken van retrosternale pijn
onderzoeken
c. Je vermoedt een AMI, over een uur opnieuw troponine meten en ECG nemen
d. Je vermoedt een AMI en je neemt een CK MB om de diagnose te bevestigen
17. Casus man met chronische nierinsufficiëntie NT-proBNP 45% gestegen.
Was van 400+ naar 600+ gegaan op een maand (referentie waarde die erbij stond was 345)
a. Significant en wijst op verergering hartfalen
b. Niet significant omdat de waarde bij de eerste meting al fors gestegen was, vertelt je dus
niets meer
c. Niet significant want je kan NT-proBNP niet gebruiken bij mensen met NI
18. Cyanose is makkelijker te zien bij een patiënt met anemie (Hb < 11).
a. Waar
b. Niet waar
c. Is enkel zichtbaar bij een saturatie onder 80%
d. Geeft geen verschil
19. Wanneer ivabradine?
a. Bij intolerantie ACE inhibitoren
b. Bij intolerantie beta-blokkers en voorkamerfibrillatie
c. Bij snel sinusritme en met of zonder beta blokker
20. Man met thoracale pijn half uur op spoed. ECG normaal
Hs-troponine 8 (onder normaalwaarde). Wat doe je?
a. Verdacht voor acute myocard ischemie - over uur herhaling ECG en troponine
b. Verdacht voor longembolen - D-dimeren
c. Niet verdacht - ontslag en naar huis
d. CK-MB bepalen op basis van dezelfde bloedstaal
21. Hoe stel je de diagnose van HFrEF en HFpEF?
a. ECG
b. MRI
c. Troponines
d. Endomyocardbiopsie
22. Man/vrouw uit Eritrea - dyspnoe, malleolaire oedemen, ICR 4-5 intercosto midclaviculair/axiaal
links diastolische roffel
a. Mitraalklepstenose
b. Mitralisklepinsufficiëntie
c. Aortaklepstenose
23. Welk geneesmiddel heeft geen disease modifying effect op HF?
a. Anti-TNF
b. β-blokkers
c. ACE-inhibitoren
d. ARB
3
, 24. Maagbloeding bij patiënt onder ticagrelor en ASA.
a. Beide stoppen
b. Beide continueren
c. Stop ASA en monotherapie P2Y12 inhibitor geven
d. Doorgeven ASA maar stop ticagrelor
25. Screeningstest voor asymptomatische orgaanschade door arteriële hypertensie.
Wat is er geen?
a. EEG
b. EKG
c. micro albuminurie
d. Carotis media intima wand dikte
26. Wat klopt ivm RAAS bij hartfalen?
a. Vasoconstrictie
b. Toegenomen natriurese
c. Toename parasympatisch systeem
d. Minder vasopressine
27. VKF en antistolling nodig voor PCI
a. Korte tripel T (1 week), dan continueren 1 antico en 1 antiplaatjes (bv clopidogrel)
b. Tripple therapie voor 12 maanden en dan 1 antico en aspirine
c. Tripple therapie 6m en dan duo antiplaatjes.
28. Bloeddrukken op 24u ambulante meting, wat is een hoge BD.
a. 140/90
b. 145/95
c. 130/80
d. 135/85
29. Pat met hartinfarct gehad en nu acuut hartfalen, wat doe je best niet?
a. Kunstmatige ventilatie
b. Beta blokkers
c. Lisdiuretica
d. Ultrafiltratie
30. Wat is de meest frequente oorzaak van acute ischemie?
a. Plots sluiten van bloedvat door acute opstapeling van cholesterol in wand
b. Plots sluiten van bloedvat door activatie van bloedplaatjes door onderliggende
atherosclerose
c. Chronisch verminderde orgaanperfusie door atherosclerose
d. Plots sluiten door vaatspasme
31 Wat doen bij acuut HF in aansluiting met STEMI → was geen HF wel MI
a. ACE en betablokker moeten binnen de 24u na revascularisatie gestart worden op geleide van
ionogram, bloeddruk en …
b. ACE en betablokker mogen niet binnen de 48u gestart worden
c. 2 stellingen over aspirine en ticagrelor opstarten
32. Welke stelling is correct?
a. CS’en zijn een 1e lijns therapie bij acute pericarditis maar moeten zo kort mogelijk toegediend
worden
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper hypertahrio14. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €14,99. Je zit daarna nergens aan vast.