Chapter 1. The Contemporary Importance of Knowlegde and Knowlegde
Management
Key assumptions in the knowledge management literature
Het centrale idee in knowledge management literatuur is dat het belangrijk is dat
organisaties de kennis van hun personeelsbestand managen. Dit idee vloeit voort uit
drie assumpties:
1. Knowlegde is een key asset voor organisaties en dit moet gemanaged worden
2. De aard van werk is op zo’n significante manier veranderd, waardoor
intellectualiteit steeds belangrijker wordt binnen organisaties
3. Een effective management door een organisatie van haar kennisbasis zal
waarschijnlijk een bron van concurrentievoordeel opleveren
De theoretische fundatie voor deze assumpties vloeit op zekere hoogte voort uit het
concept ‘post-industrial society’ van Daniel Bells. Vandaar dat dit concept nu
besproken zal worden.
The knowlegde society concept and its links to Bell’s post-industrial society concept
De knowledge management literatuur is gebaseerd op een analyse die suggereert
dat economieën en samenlevingen in het algemeen, sinds de jaren 70, informatie en
kennisintensiever zijn geworden. Dit ging gezamenlijk met het ontstaan van
informatie-/kennisintensieve industrieën in plaats van fabrieksindustrieën. Een post
industrial society is een samenleving waar de dienstensector dominant is en op
kennis gebaseerde goederen/diensten industriële, geprobeerde goederen als de
belangrijkste vermogensgenerator hebben vervangen.
Een industriële samenleving wordt gekarakteriseerd door de nadruk op fabricage: het
bouwen van dingen. In een post-industrial society ligt de nadruk op de
dienstensector. Daarnaast spelen kennis en informatie is significantere rol in de
economie en het sociale leven dan gedurende de industrial society. Als laatste is ook
het soort kennis dat als belangrijk beschouwd kan worden, veranderd. In een post-
industrial society is theoretische kennis het belangrijkst. Theoretische kennis
representeert abstracte kennis en principes, die gecodificeerd kunnen worden, of op
zijn minst ingebed zijn in systemen van regels en frameworks. Dit komt doordat in de
post-industrial society professioneel dienstverlenend werk centraal staat, en dit soort
werk omvat de ontwikkeling van theoretische kennis meer dan in de voorafgaande
jaren. Dit leidt niet alleen tot meer tehcnische kennis, maar ook tot meer banen.
De post-industrial societies hebben een voordeel t.o.v. industrial societies aangezien
ze zorgen voor meer opbrengsten opleveren en daarnaast hebben werknemers
betere, vervullende banen.
A critical evaluation of the knowlegde society concept
Een van de grootste kritieken op dit concept is dat vrijwel altijd knowlegde work wordt
gecombineerd met banen in de dienstensector. Echter kunnen we niet alle banen in
de dienstensector gelijkstellen aan knowlegde work. Denk bijvoorbeeld aan
klantenservice in een call centrum. Dit is routinematig, gecontroleerd en bevat
herhaling door middel van het gebruik van computers en interactie met klanten. Maar
in welke mate vereist dit werk meer skills en kennis dan skilled of semi-skilled
fabriekswerk?
Daarnaast wordt beargumenteerd dat er meer werkgelegenheid zou zijn in post-
industrial societies. Maar in welke mate is dit waar? Ja er is een groei van
professional en management werk, maar deze groei staat gelijk aan de toename van
low-skilled, service werk. Ook is er kritiek op de manier waarop Bell kennis definieert.
,Aims and philosophy
De perspectieven en het doel van dit boek wordt uitgelegd aan de hand van een
overview van de verschillende perspectieven op kennis en knowlegde mangement
die bestaan binnen de academische literatuur. Deze perspectieven worden
vervolgens geplaatst binnen een framework.
Dit framework is gebaseerd op twee dimensies, namelijk:
Epistemology. Dit is een filosofie die nadruk legt op de aard van kennis.
‘Knowlegde about knowlegde’. Hoe definiëren we wat waar is? Wat zien we
als valid knowlegde en waarom? Er zijn twee manieren om te kijken wat
kennis is:
o Dualism – what is knowlegde? Knowlegde is iets wat ‘objectively is
there’. Het is iets wat er is in een bepaald moment van tijd, ook al zijn
wij er niet. Het is of subjectief of objectief. We weten wat het is, door te
weten wat het niet is. Dit betekent dat er natuurlijke uitputtende
tegenovergestelden zijn. We willen altijd beter doen. Onthouden: het is
altijd ‘either/or’, we maken een onderscheidt.
o Duality – when is knowlegde? Het is het tegenovergestelde van
dualism. Het gaat over op welk moment we dit definiëren als kennis.
Iets is alleen daar, als we het benoemen als we er over praten.
Waarom gebeuren dingen zoals ze gebeuren? Onthouden: het is altijd
‘and, both, as well as’. Dingen bestaan niet zonder het andere.
Social order. Social order is een continuüm met twee eindes, namelijk:
o Consensus: sociology of regulation – de maatschappij neigt naar eeen
ideale staat van integratie, er is vertrouwen, er is een
gemeenschappelijke interesse en kennis/wetenschap is neutraal.
o Dissensus: sociology of radical change – onze hele maatschappij is een
‘forces of coercion’. Het is opgebouwd uit conflicten, macht en
veranderingen die continue met elkaar clashen. Dit betekent dat er
wantrouwen is, conflicten van belanges en kennis/wetenschap is
beïnvloed door politiek.
Hieruit ontstaat het volgende framework. Dit framework staat centraal in dit boek.
,Chapter 2. The Objectivist Perspective on Knowlegde
Objectivist perspectives on knowledge
In deze sectie worden de principes en karakteristieken van objectivist epistemology
van knowlegde uitgewerkt. Kennis wordt beschouwd als een (cognitieve)
entiteit/goederen die mensen bezitten. Echter kan kennis voortbestaan onafhankelijk
van de mens. Dit betekent dat kennis expliciet kan worden gemaakt en kan worden
opgeschreven. Deze kennis doet zich voor in verschillende vormen, waaronder
documenten, diagrammen, computersystemen. Een andere assumptie is dat
objective knowlegde geproduceerd kan worden. De assumptie is dus dat het mogelijk
is om een type van kennis te ontwikkelen en te begrijpen dat het een vrije vorm van
individuele subjectiviteit is. Een voorbeeld hiervan is taal. Iedereen kan snappen wat
dit betekent. Dit is gebaseerd op het positivism: de oorzaak en het effect kunnen
vastgesteld worden door middel van observatie en testen, en hierdoor kunnen
algemene wetten en principes worden vastgesteld. Deze zorgen op hun beurt weer
voor objective knowlegde. Een derde element is de voorkeur voor expliciete kennis
t.o.v. tacit knowlegde. Een laatste assumptie is dat kennis gezien wordt als een
cogntieve, intellectuele entiteit. Kennis is iets wat ‘is held in the head’. De
ontwikkeling en productie van kennis komt voort uit een proces van intellectuele
reflectie en is voornamelijk een cognitief proces. Samenvattend kunnen we de
volgende karakteristieken/assumpties onderscheiden:
Knowlegde is een entiteit/object die onafhankelijk is van de mens
Gebaseerd op een positivistische filosofie; knowlegde kan objectief zijn
Expliciete kennis (objectief) heeft te voorkeur t.o.v. tacit knowlegde (subjectief)
Knowlegde is een cognitieve entiteit
The knowlegde-based theory of the firm
The knowledge-based theory of the firm is een specifieke vorm is van resource-
based view of the firm. Er zijn twee centrale leerstellingen m..t. the knowledge-based
theory. Ten eerste, veronderstelt het dat kennis, welk moeilijk is te repliceren en te
kopiëren, een bron kan zijn van concurrentievoordelen. Kennis die moeilijk te
repliceren is, is kennis die organisatie specifiek is en opgebouwd is uit vormen en
linkt naar bestaande kennis binnen een organisatie en is gerelateerd aan organisatie
specifieke producten, diensten of processen. Ten tweede, veronderstelt het dat
organisaties een effectiever machanisme zijn voor het delen en integreren van
kennis tussen mensen dan markten. Dus de twee focussen zijn de ontwikkeling van
organisatie specifieke kennis en de relatie tussen de ontwikkeling en het gebruik van
dergelijke kennis en prestaties van een organisatie.
In dit boek doet deze theorie zich voor in de neo-functionalist discourse. Deze theorie
kent veel overeenkomsten met de objectivist perspective on knowlegde. Ten eerste
kan kennis worden gezien als een goed dat makkelijk te overdragen is. Ten tweede
ziet ook deze perspectief verschillende vormen van kennis zoals tacit en explicit en
individueel en groepskennis. Ten derde zien we kennis als objectief aangezien we de
kwaliteit en het karakter van kennis binnen organisaties kunnen kwalificeren en
meten.
Typologies of knowlegde
Er zijn verschillende typologieën met betrekking tot kennis te onderscheiden. De
meest voorkomende zijn het onderscheid tussen tacit en explicit knowlegde, en
individual en collective/group knowlegde.
, Tacit and explicit knowlegde: explicit knowledge kan worden gezien als een
synoniem voor objective knowlegde. Explicit knowledge wordt gezien als objectief,
bovenstaand en afzonderlijk van zowel het individu als sociale waardesystemen en
daarnaast kan het gecodificeerd worden in tastbare vormen. Tacit konwlegde
representeert kennis die mensen bezitten, en deze kennis vormt hoe mensen denken
en doen, maar het kan niet expliciet worden gemaakt. Het heeft betrekking op zowel
fysieke/cognitieve skills (zoals de mogelijkheid om te oordelen) als cognitieve
frameworks (zoals waarde systemen). Een veel gebruikt voorbeeld van tacit
knowlegde is kunnen fietsen. Dit leer je eenmaal, kan je jaren niet doen en dan nog
weet je hoe het moet. Je kan het alleen leren door het te doen!
Binnen the objectivist epistemological framework domineert er een either/or logica.
Dit resulteert in het feit dat tacit en explicit knowlegde wordt gezien als aparte en
onderscheidende types van kennis. Explicit en tacit knowlegde worden binnen dit
perspectief dus niet gezien als twee uiteindes van een continuüm, maar als twee
pure en aparte vormen van kennis.
Tacit knowlegde Explicit knowlegde
Inexpressible in a codifiable form Codifiable
Subjective Objective
Personal Impersonal
Context-specific Context-independent
Difficult to share Easy to share
Individual-group knowledge: Objective knowledge representeert explicit group
knowledge. Bijvoorbeeld een gedocumenteerd systeem van regels, procedures of
formele routines. Collective knowlegde representeert tacit group knowlegde,
knowlegde van een groep die niet vastgelegd is op papier. Bijvoorbeeld informele
routines en manieren van werken, verhalen en gedeelde systemen van begrip.
Collective knowlegde kan bestaan binnen verschillende vormen van
gemeenschappen van verschillende groottes en karakteristieken. Bijvoorbeeld
binnen teams of Communities of Pratice (hoofdstuk 12). Maar het kan ook betrekking
hebben op afdelingen, sites, organisaties of businessunits.
Individual Social
Explicit Conscious Objectified
Tacit Automatic Collective
Er zijn verschillende types van collective knowlegde:
Shared knowlegde: kennis die in bezit is van verschillende leden binnen een
gemeenschap. Bijvoorbeeld binnen een sales team; hier kan gedeelde kennis
zijn over hoe je interacties met consumenten moet interacteren;
Complementary knowlegde: er is een knowlegde-based arbeidsdeling binnen
een gemeenschap, waar mensen bezitten over verschillende lichamen van
(overlappende) maar gespecialiseerde kennis.
Artifactual knowlegde: kennis is ingebed in collectieve, groepsartefacten. Een
voorbeeld hiervan is documentatie (zoals presentaties of databases).
An objectivist perspective on the sharing and management of
knowledge
Conduit model of knowledge sharing: gebaseerd op de voorafgaande
assumpties, vertegenwoordigt het delen van kennis volgens een
objectivist perspectief wat aangeduid wordt als het kanaal of het zender/ontvanger