Samenvatting
Periode 1
Week 1 tm 4
- Anatomie = de bouw van het menselijk lichaam
- 4 verschillende soorten systemen in het menselijk lichaam:
> skeletaal systeem: botten
> musculair systeem: spieren
> zenuwstelsel: zenuwen
> cardiovasculair systeem: hart en bloedvaten
- Anatomische positie = een rechtopstaande positie, met de voeten bij elkaar (en de
tenen voorwaarts gericht), met de armen langs de zijden hangend en de
handpalmen voorwaarts gericht
- Anatomische taal:
> anterior/ventraal = voorkant > posterior/dorsaal = achterkant
> superior = boven > inferior = onder
> mediaal = binnenkant > lateraal = buitenkant
> proxiaal = dicht bij de romp > distaal = ver weg van de romp
> superficiaal = oppervlakkig > profundus = diep
> ipsilateraal= hetzelfde > contralateraal = anders
- Kogelgewricht = een gewricht dat bestaat uit een kom van bot, waarin het andere bot, dat
kogelvormig is, vrij kan ronddraaien. Kogelgewrichten kunnen krachten opnemen in alle richtingen,
wat ze onder meer interessant maakt voor mechanische toepassingen.
- Scharniergewricht = er is in dit gewricht maar beweging in één richting mogelijk
- Anatomische vlakken:
> sagittaal = onderverdeeld links en rechts
> frontaal = onderverdeeld in achter en voor
> transversaal = onderverdeeld in boven en onder
- Anatomische assen:
> frontaal = stok van links naar rechts door het lichaam
> sagittaal = stok van achter naar voor door het lichaam
> longitudinaal = stok van boven naar onder door het lichaam
- Spierconstracties:
> concentrisch = spierbeweging waarbij de spier samentrekt in een beweging
> excentrisch = spierbeweging waarbij de spier ontspant in een beweging
> isometrisch/statisch = spieraanspanning waarbij de lengte van de spier niet veranderd.
Levert wel kracht maar zonder beweging
- Kinesiologie = beschrijft de motoriek van het menselijk lichaam op basis van biomechanische,
anatomische en fysiologische eigenschappen
,- Raamwerkonderzoek = een aantal onderdelen die logisch aan elkaar zijn gerelateerd
zie samenvatting
- Klassieke massage = Het woord is frans (palpatie, drukken, kneden)
- Statisch rekken = rekken zonder beweging
- Dynamisch rekken = rekken met een langzame beweging
- Ballistisch rekken = rekken met een snelle beweging
- PFI methode = 8 seconden rekken, 3 seconden rust, 8 seconden rekken tot de pijngrens
- PNF methodes:
> Hold relax = 10 seconden rekken, daarna laten 6 seconden isometrisch laten aanspannen,
10 seconden rekken
> Contract relax = 10 seconden rekken, daarna 6 seconden isotonisch laten aanspannen
(met beweging), 10 seconden rekken
> Hold relax contract = 10 seconden rekken, daarna 6 seconden isometrisch laten
aanspannen, 10 seconden (met aanspanning van de spier) rekken (isotonisch met de
antagonist)
- ROM = maximale bewegingsuitslag van een gewricht
- Relatieve spierverkorting = De spier spant eerst aan (verkort dus) en ontspant daarna weer
sacromeren blijven hetzelfde
> bijvoorbeeld bij rekken, dry-needling, massage
- Absolute spierverkorting = De spier is echt verkort en je moet in therapie om de spier weer op
lengte te krijgen
je moet meer sacromeren aan gaan maken
- Muscle energy techniques (MET) = een vorm van een manuele therapie die de eigen energie van
een spier gebruikt in de vorm van zachte isometrische contracties om de spieren te ontspannen via
autogene of wederzijdse remming en om de spier te verlengen.
- Statisch rekken = Langzame en constante rek • 30 seconden • In de eindpositie • Effectief om ROM
te verbeteren • Een kortdurend effect
- Dynamisch rekken = Functioneel rekken, gebruikmakend van sportbewegingen • 5 tot 10
herhalingen per beweging • Progressieve toename ROM bij elke herhaling • Verbeterd dynamische
flexibiliteit
- Ballistisch rekken = Gebruik van verende bewegingen • Warming-up voor activiteiten • Kan spier-
en bindweefselschade geven • Faciliteert rekreflex
- RI = “Tegelijk bij aankomst van de actiepotentialenreeksen via de afferente vezels in het
wervelsegment via de achterhoorn, worden de motoneuronen onderweg naar de antagonist
geïnhibeerd. Hierdoor kan de antagonist verlengen.” bij acute klachten
- PFI/PIR = “Na contractie van een spier ontstaat er automatisch een korte en latente periode van
ontspanning van deze spier.” “Rek met aanspanning zorgt voor een betere doorbloeding.” bij
chronische klachten
- Explosieve kracht/snelkracht = is het vermogen om een relatief grote weerstand zo snel mogelijk te
overwinnen
- Maximale kracht = is de capaciteit om de grootst mogelijke spierspanning te ontwikkelen of een zo
zwaar mogelijke last te tillen bij een enkele herhaling
, - Krachtuithoudingsvermogen = is de capaciteit om met een relatief licht gewicht een zo groot
mogelijk aantal herhalingen te maken.
- Functioneel bewegen =
is optimaal afgestemd op de structuur van het lichaam
is efficiënt
is economisch
heeft een hoge bewegingskwaliteit
is zonder overtollige beweging en inspanning
ziet er vloeiend en natuurlijk uit
Grondvormen van bewegen = lopen, trekken, rollen, tillen, klimmen, duwen
Grondmotorische eigenschappen:
- Coördinatie:
- Activatie en onderlinge afstemming van de activiteit van de motorische eenheden in spieren
- Intra- en intermusculaire coördinatie
- Lenigheid:
- Flexibiliteit, bewegingsuitslagen in gewrichten
- Voorwaarde om te kunnen bewegen
- Uithoudingsvermogen:
- Langere tijd inspannen: weerstand bieden tegen vermoeidheid
- Cardiovasculair: hart-longsysteem (conditie)
- Spieruithoudingsvermogen
- Anaerobe uithoudingsvermogen
- Aerobe uithoudingsvermogen
- Kracht:
- Voor beweging
- Voor handhaven houding
- krachtuithoudingsvermogen, maximaalkracht, snelkracht en explosieve kracht
- Spierkracht: statisch dynamisch
- Snelheid:
- Afstand per tijdseenheid (m/s of km/uur)
- Bewegingssnelheid van lichaamsdelen
- startsnelheid, reactiesnelheid, versnellingvermogen, snelheidsuithoudingsvermogen,
maximale snelheid
- Training = het bewust creëren van fysiologische aanpassingen die het prestatievermogen vergroten
- Intramusculair = binnen in de spier
- Intermusculair = spiergroep ten opzichte van elkaar
- Open keten = uiteinde staat nergens tegenaan
- Gesloten keten = uiteinde staat vast, alles er tussenin beweegt