Pijn
Therapeutisch doel
● Pijnverlichting in 24 uur-48 uur. Indien geen verbetering, laat contact opnemen
Niet-medicamenteus (Acute pijn)
Adviseer:
● in beweging te blijven en door te gaan met dagelijkse activiteiten, ook in
aanwezigheid van pijn, voor zover mogelijk;
● pijnstiller in te nemen op vaste tijden en in voldoende hoge dosis met streven om
de pijn onder controle te krijgen;
● zodra mogelijk dagelijkse lichte werkzaamheden weer op te pakken;
● bij afname klachten pijnstiller geleidelijk af te bouwen;
● contact op te nemen:
○ als pijn niet afneemt of pijnmedicatie onvoldoende werkt;
○ bij sterke toename van disfunctioneren;
○ bij onacceptabele bijwerkingen;
○ als pijn langer aanhoudt dan verwacht;
○ bij dreigende chroniciteit
Niet-medicamenteus (Chronische pijn)
● Pijneducatie is gericht op het veranderen van maladaptieve pijncognities,
bevorderen van zelfinzicht en de patiënt de regie te geven bij de behandeling.
● Leg uit dat:
○ lang aanhoudende pijn zonder duidelijke oorzaak in de regel geen
waarschuwingssignaal van weefselschade is (adviseer te stoppen met
zoeken naar een lichamelijke oorzaak);
○ pijn vervelend maar niet gevaarlijk is;
○ in beweging blijven met gespreide dagelijkse activiteiten goed is, tenzij de
pijn substantieel toeneemt;
○ afleiding pijn kan verminderen en stress, frustratie, depressie, angst en
overbelasting pijn kunnen verergeren;
○ verdwijnen van pijn vaak niet mogelijk is, maar verbeteren van functioneren
en kwaliteit van leven wel;
○ behandeling plaatsvindt met hulp van een integraal zorgplan, uitgaande
van SCEGS-model
● Adviseer contact op te nemen bij:
○ aanhoudende onacceptabele pijn en verergeren van pijnklachten;
○ sterke toename van disfunctioneren;
○ onacceptabele bijwerkingen;
○ aan de pijn gerelateerde emotionele problemen, depressiviteit en
gevoelens van onmacht
,Medicamenteus
● Stap 1: paracetamol
● Stap 2: NSAID toevoegen (+ PPI)
● Stap 3: zwakwerkend opioïd toevoegen (+ laxans)
● Stap 4: sterkwerkend opioïd toevoegen
● Stap 5: subcutaan of IV toedienen van sterkwerkende opioïden
Controle
● Controle afspraak voor bijwerkingen indien nodig, contact opnemen bij
onvoldoende effect pijnstilling.
Notes
● kinderen: alleen stap 1 of 2
○ NSAID: ibuprofen
● maagbescherming bij:
○ ≥ 70 jaar
○ VG: ulcus of maagcomplicatie
○ ≥ 2 risicofactoren:
■ leeftijd 60-70 jaar
■ ernstig invaliderende reumatoïde artritis, hartfalen, diabetes
■ hooggedoseerd NSAID met dagelijkse dosis:
● diclofenac > 100 mg
● ibuprofen > 1200 mg
● naproxen > 500 mg
■ medicatie met verhoogd risico op maagcomplicaties:
● vitamine K-antagonisten
● DOAC
● heparine
● trombocytenaggregatieremmer: clopidogrel, prasugrel,
ticagrelor, laaggedoseerd salicylaat (acetylsalicylzuur &
carbasalaatcalcium, doses = 30-200 mg/dag)
● systemisch corticosteroïd
● SSRI’s
● SNRI’s: venlafaxine, duloxetine, trazodon
● K+ sparende diuretica: spironolacton
● NSAID’s:
○ hoger risico op HVZ, lager risico op GI-bijwerkingen: diclofenac
○ lager risico op HVZ, hoger risico op GI-bijwerkingen: naproxen
○ geen NSAID’s bij: gordelroos, waterpokken
● PPI’s: omeprazol, pantoprazol
● laxans: macrogol, lactulose
● sterwerkende opioïden:
○ morfine: acute pijn
○ fentanyl pleister: doorbraakpijn, slikproblemen, slechte nierfunctie,
leverinsufficiëntie
○ bij misselijkheid & braken:
■ metoclopramide: voorkeur bij zwangeren
, ■ domperidon: voorkeur bij borstvoeding,
● → niet bij zwangerschap!
● Schrijf recept van opioïden helemaal uit!
, Diabetes Mellitus
Therapeutisch doel
● Het behalen van de HbA1c streefwaarde binnen 2 weken (bij alle patiënten <70
jaar: <53 mmol/mol) en bloedglucose verlagen om op lange termijn complicaties te
voorkomen.
Niet-medicamenteus
Adviseer:
● voorlichting: hypo’s & hyper’s, therapietrouw, belang van leefstijl, complicaties
● niet roken
● gewichtsreductie bij BMI > 25 kg/m2
● voldoende lichaamsbeweging
○ min. 5 dagen per week 30 minuten
○ bij overgewicht: 1 uur per dag matig intensief
● gezonde voeding (richtlijn goede voeding): minder verzadigd vet, meer
onverzadigd vet, minder alcohol, minder zout
● verwijs naar diëtist
Medicamenteus (géén hoog risico)
● Stap 1: metformine
● Stap 2: SU-derivaten toevoegen (gliclazide)
● Stap 3: (middel) langwerkende insuline toevoegen (NPH-insuline)
○ alternatief: DDP4-remmer, GLP1-receptoragonist
● Stap 4: intensiveer insulinebehandeling (2 x per dag mixinsuline of basaal
bolusregime)
HVZ risicofactoren behandelen
● micro/macroalbuminerie: ACE-remmer
● hypertensie + micro/macroalbuminerie: ACE-remmer of ARB
Medicamenteus (zeer hoog risico)
● Stap 1: SGLT2-remmer
○ bij contra-indicatie: GLP1-receptoragonist
● Stap 2: metformine toevoegen
● Stap 3: GLP1-receptoragonist toevoegen
○ alternatief: DDP4-remmer, GLP1-receptoragonist
● Stap 5: middel uit normale stappenplan toevoegen
○ combinatie GLP1-receptoragonist + DPP4-remmer ontraden
HVZ risicofactoren behandelen
● micro/macroalbuminerie: ACE-remmer
● hypertensie + micro/macroalbuminerie: ACE-remmer of ARB