Leerdoelen Formeel Strafrecht K2’
Week 1: Inleiding in het strafprocesrecht
Na bestudering van dit onderwerp kan de student:
de bronnen, uitgangspunten, doelen en beginselen van het strafprocesrecht
toelichten
Wetboek van Strafvordering:
De voornaamste bron van het strafprocesrecht is natuurlijk het Wetboek van Strafvordering.
En dat hoort ingevolge de codificatiegedachte en de codificatieopdracht van art. 107
Grondwet ook zo te zijn.
Bijzondere wetten:
Door de betekenis van ‘wet’ in art. 1 Sv is het in elk geval uitgesloten dat lagere wetgevers
dan de wetgever in formele zin zelfstandig onderscheiden delen van het strafprocesrecht
zouden regelen. We hoeven, als het om het strafprocesrecht gaat, niet te kijken naar
gemeentelijke verordeningen etc. Waar het gaat om andere wetten in formele zin dan het
Wetboek van Strafvordering hebben we er al eerder op gewezen dat daarin niet zo heel veel
afwijkingen van de hoofdregeling van het strafprocesrecht, zoals geregeld in het Wetboek
van Strafvordering, voorkomen. En als er al wordt afgeweken, dan betreft dat vooral regels
op grond waarvan politieambtenaren als opsporingsambtenaren wat ruimere
opsporingsbevoegdheden hebben gekregen dan zij op grond van het Wetboek van
Strafvordering hebben. Die ruimere bevoegdheden hebben deze ambtenaren dan uiteraard
alleen in het kader van de opsporing van de feiten, strafbaar gesteld in de betreffende, ten
opzichte van het Wetboek van Strafvordering bijzondere wet.
Aanwijzingen en richtlijnen:
Op centraal niveau zijn door de minister van justitie maar met name door de leiding van het
OM (het College van procureurs-generaal) tal van nadere aanwijzingen en richtlijnen
gegeven hoe van bepaalde bevoegdheden, geregeld in het Wetboek van Strafvordering, in
de praktijk door politie en OM in de regel gebruik dient te worden gemaakt.
Straf processuele grond- en mensenrechten:
Als gezegd, heeft het strafprocesrecht ook een macht regulerende functie. De regels ervan
leggen de overheidsmacht in het strafprocesrecht vooral ook aan banden. Dat is
noodzakelijk omdat bij die uitoefening van macht fundamentele rechten van burgers en
verdachten in het geding zijn. Zoals het recht op de persoonlijke levenssfeer dat bijv. in art.
10 Grondwet en in art. 8 EVRM geregeld is. Voor de inrichting van het strafprocesrecht tegen
de verdachte is met name het algemene recht van de verdachte op een eerlijk proces van
groot belang. Dat recht is onder andere en expliciet te vinden in art. 6 EVRM, een
mensenrechtenverdrag. Het artikel werkt dat recht op een eerlijk proces bovendien nog
verder en gedetailleerder uit in een aantal concrete processuele rechten voor de verdachte.
Het recht op een eerlijk proces in de Grondwet?
Sprekend over de Grondwet mag het opvallend heten dat onze Grondwet wel grondrechten
voor burgers kent, maar niet (zoals art. 6 EVRM) procesrechten voor de verdachte, een
enkele losse bepaling als art. 121 Grondwet omtrent de motivering van vonnissen en de
openbaarheid van terechtzittingen daargelaten. Zelfs het recht op een eerlijk proces als
zodanig is in onze Grondwet niet te vinden.
,Beginselen van behoorlijke procesorde:
Dat zijn algemene rechtsbeginselen; de toepassing van regels van het strafprocesrecht moet
binnen de grenzen van die algemene beginselen blijven in welk geval op de realisatie van
dergelijke beginselen zijn gericht. Het recht op een eerlijk proces zou zonder art. 6 EVRM als
een dergelijk beginsel van behoorlijke procesorde kunnen worden aangemerkt.
de betekenis van het strafvorderlijk legaliteitsbeginsel en de wijze waarop dit beginsel
zijn neerslag vindt in de wet toelichten
Het legaliteitsbeginsel is in art. 1 Sr en in art. 1 Sv vastgelegd. Met name het soortelijk
gewicht van art. 1 lid 1 Sr is aanzienlijk. Dat soortelijk gewicht schuilt vooral in het verbod
van terugwerkende kracht. Een ander belangrijk aspect dat in art. 1 lid 1 Sr verborgen ligt,
betreft de eis dat de wetgever zo concreet mogelijk moet aanduiden wat hij strafbaar stelt. In
elk geval zo duidelijk dat de burger kan begrijpen welk gedrag strafbaar is (en welk niet) en
hij zijn gedrag dus op de wet kan afstemmen. Het legaliteitsbeginsel van art. 1 Sv heeft
vooral betekenis doordat het uitsluit dat decentrale overheden voor hun eigen rechtsgebied
zelfstandig straf processuele voorzieningen zouden kunnen creëren. Daardoor zou de
landelijk gewenste rechtseenheid in gevaar komen. Nadere centrale regelgeving ter
uitvoering van de bepalingen van het Wetboek van Strafvordering staan minder op
gespannen voet met het bepaalde in art. 1 Sv zolang de wetgever in formele zin de
essentialia van de strafvordering maar in dat Wetboek van Strafvordering vastlegt. In het
muilkorfarrest is bepaald dat alleen in formele wetten (wetten genomen door Staten-
Generaal en regering tezamen) strafvorderlijk bevoegdheden mogen worden geschapen
(attributie).
uitleggen waarom het strafprocesrecht enerzijds een instrumenteel karakter heeft en
anderzijds een element van rechtsbescherming in zich draagt
Het formele strafrecht biedt het model waarin het materiële strafrecht tot leven komt en kan
worden toegepast. Het strafprocesrecht is daarmee ook zichtbaar recht.
Instrumentele zijde van het strafprocesrecht: het strafprocesrecht is een instrument van
overheidsmacht en wel dat instrument waarin het materiële strafrecht daadwerkelijk wordt
toegepast.
Belang gemeenschap: Handhaving normen door bestraffing instrumentele functie
Rechtsbescherming van het strafprocesrecht: in het strafprocesrecht krijgt de macht van de
strafvorderlijke overheid daadwerkelijk gestalte. Het gaat in het strafprocesrecht vaak om
heel concreet overheidsoptreden. Het gaat bij diens optreden vaak om fundamentele
belangen en rechten van de verdachte als verdachte en als rechtsburger. In het
strafprocesrecht gaat het niet alleen om de vraag of de verdachte gedaan heeft waarvan hij
wordt beschuldigd ( de waarheidsvinding omtrent een strafbaar feit), maar ook om de vraag
of die waarheidsvinding zich binnen een eerlijk proces heeft afgespeeld en of de
strafvorderlijke overheid zich daarbij wel aan alle regels van het strafprocesrecht heeft
gehouden, en zo nee, wat daar de consequentie van behoort te zijn.
Belang verdachte: Normeren (begrenzen) van overheidsmacht rechtsbescherming
Het strafprocesrecht heeft ook tot functie het daadwerkelijk optreden van de strafvorderlijke
overheid in een concrete strafzaak te normeren en dus in zoverre ook aan banden te leggen.
Het
strafprocesrecht heeft daarmee een sterk rechtsstatelijke inslag.
,het belang van artikel 3 Politiewet/ art. 141, 142 Sv voor de opsporing toelichten en
een verband leggen met artikel 1 Wetboek van Strafvordering
Opsporing heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien: Strafvordering vindt alleen
plaats op de wijze bij de wet voorzien, en met ‘wet’ in art. 1 Sv is (uitsluitend) bedeld de wet
in formele zin. De opsporingsambtenaren zijn met de opsporing van strafbare feiten belast.
Zij voeren het opsporingsonderzoek uit; zij doen aan ‘opsporing’.
In het Wetboek van Strafvordering komen rechten terug die op de grondrechten een inbreuk
maken. De Hoge Raad heeft besloten dat als de politie aan het opsporen is en daarbij nog
geen inbreuken worden gemaakt op de grondrechten, de politie en justitie dan op grond van
art. 3 Politiewet 2012 jo. art. 141 Grondwet dan gewoon mogen opsporen
Art. 3 Politiewet 2012 is de wettelijke grondslag voor situaties waarin de politie in geringe
mate de vrijheid beneemt van een burger
, Week 2: Vooronderzoek (opsporingsonderzoek en onderzoek door
de Rechter-Commissaris)
Na bestudering van dit onderwerp kan de student:
de verschillende fasen in het strafproces en de betekenis van het vooronderzoek – het
opsporingsonderzoek en het onderzoek door de rechter-commissaris – voor het
strafproces als geheel toelichten
Het strafproces bestaat uit
drie fasen.
1. Voorbereidend
onderzoek:
Dit bestaat uit 2 delen:
- Het
opsporingsonderzoek,
waarin
opsporingsambtenaar het
stra,are feit opspoort en
bewijsmateriaal over de
verdachte verzamelt.
- Het onderzoek door de
rechter-commissaris (een
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jhsstudent14. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.