STRAFRECHT
C&V 1.1
In art. 27 Sv staat het begrip ‘verdachte’ uitgelegd. In art. 53 en 54 Sv is
de arrestatie van de verdachte geregeld. Alleen verdachten kunnen op
grond van deze regeling worden aangehouden.
In art. 27 Sv.
Lid 1, 3 eisen:
- Voorafgaande feiten of omstandigheden
- Een redelijk vermoeden
Ziet op 2 aspecten:
Objectiviteitsvereiste
Een bepaalde graad van zekerheid dat de verdachte inderdaad de
dader zal blijken te zijn. Het moet dus waarschijnlijk zijn, en niet
mogelijk.
- Een strafbaar feit
Ook in lid 2:
Hierin wordt bedoeld het begrip vervolgde. Verdachte en vervolgde zijn
synoniemen.
Waarom 2 verschillende definities? Doordat het formele begrip
verdachte van art. 27 lid 2 Sv is gekoppeld aan de vervolging, is dat
begrip in de fase die aan de vervolging voorafgaat, onbruikbaar.
Daarom moest de wetgever wel uitwijken naar een materieel criterium.
Het begrip ‘vervolgde’ in de zin van art. 6 EVRM heeft met het begrip
‘verdachte’ in art. 27 lid 2 Sv gemeen, dat het bestaan van een redelijke
verdenking niet is vereist.
Iemand die nog geen verdachte is als in art. 27 lid 2 Sv, kan wel al een
vervolgde zijn als in art. 6 EVRM.
De gradaties van verdenking:
Geen vermoeden - redelijk vermoeden - ernstige bezwaren - heterdaad.
Redelijk vermoeden: De wet stelt geen bijzondere eisen aan de wijze
waarop het vermoede ontstaat. Het kan zijn dat dit rust op feiten die door
opsporingsambtenaren zijn geconstateerd, of op aangifte die is gedaan.
Zelfs een anonieme tip kan onder omstandigheden genoeg zijn voor een
redelijke verdenking. Op volstrekt onbetrouwbare informatie kan geen
redelijk vermoeden worden gebaseerd.
Ernstige bezwaren: Het valt niet samen met de verdenking. Er is meer
vereist dan slechts een vermoeden van schuld. Het betreft een grote mate
van waarschijnlijkheid dat een verdachte een strafbaar feit heeft begaan.
Wanneer is er sprake van een verdenking/kan iemand als verdachte
worden aangemerkt?
,Of iemand terecht door de politie als verdachte is aangemerkt wordt
naderhand door de rechter marginaal getoetst (en dat feitelijke oordeel
wordt door de HR weer marginaal getoetst).
Uitgangspunten verdachte:
- Wie is verdachte in de zin van de wet art. 27 Sv
- Het staat verdachte in beginsel vrij zelf zijn houding in het strafproces
te bepalen. Hij is niet tot antwoorden verplicht (art. 29 Sv).
Verklaringen onder fysieke en geestelijke dwang, en misleiding zijn
verboden.
- Art. 6 lid 2 EVRM: tijdens de gehele strafprocedure moet een verdachte
als onschuldig behandeld worden.
- Art. 14 lid 3 sub 9 Bupo-verdrag: het bepalen van de gegrondheid van
een tegen hem ingestelde strafvervolging, heeft ieder recht om niet
gedwongen te worden tegen zichzelf te getuigen of een betekenis af te
leggen: de vrijwaring van gedwongen zelfincriminatie.
- Het gebruikmaken van zwijgrecht levert geen zelfstandig bewijsmiddel
op. Liegen daarentegen kan wel een bewijsmiddel opleveren.
Relevante feiten en omstandigheden:
Het vermoeden van schuld dient voort te vloeien uit feiten en
omstandigheden. Het gaat hierbij om de feiten en omstandigheden zoals
die zich op het moment van het justitiële optreden voordoen. Als achteraf
blijkt dat de verdachte onschuldig is, maakt dat zijn aanhouding niet
onrechtmatig.
Pure intuïtie wordt uitgesloten. Een agent kan niet figuurlijk ‘ruiken’ de
dader voor zich te hebben. Dit wordt anders als letterlijk fijne neus van de
speurhond de politie op het spoor van de dader zet. Er mag wel rekening
worden gehouden met politie-ervaring en plaatselijke bekendheid van
verbalisanten. HR 6 december 1983, NJ 1984, 442 (Damrak).
Uit jurisprudentie (ook de bovengenoemde HR 6 december 1983, NJ
1984, 442) blijkt dat de HR geen hoge eisen stelt aan de vereiste graad
van verdenking (zie bijv. ook HR 16 januari 1990, NJ 1990, 418 en HR 4
april 2000, NJ 2000, 735. Vergelijk daarmee Hof Amsterdam 3 juni
1997, NJ 1978, 601 (Hollende kleurling), waarin geen redelijke
verdenking aanwezig werd geacht.). Daarbij speelt het
opsporingsbelang vermoedelijk een rol. Je zou kunnen zeggen dat de
uitleg van art. 27 lid 1 Sv wordt beheerst door een afweging van
belangen. Het belang van rechtsbescherming wordt afgewogen tegen
het belang van de wetshandhaving. Er wordt zo gewaakt tegen
discriminatie en willekeur, maar aan de andere kant wordt er ruimte
gelaten om de politie haar werk te laten doen.
Kennisclip:
Materieel strafrecht = welke gedragingen zijn strafbaar: welke misdrijven
en overtredingen kennen we?
, Formeel strafrecht = hoe is ons strafproces vormgegeven? De
bevoegdheden. Hoe ziet het onderzoek ter terechtzitting uit? Niet te
vinden in lagere wetten.
Sanctierecht = zowel materiele als formele kenmerken.
Belangrijkste factoren:
- Verdachte (en evt. advocaat)
- Politie/hulpofficier van justitie
- Officier van justitie
- Slachtoffer
- Rechtercommissaris
- Zittingsrechter
- Getuige
- Deskundige
Structuur strafproces:
Vooronderzoek onderzoek ter terechtzitting tenuitvoerlegging
Nederlandse wetgeving is niet de enige die iets te zeggen heeft over ons
Nederlandse strafproces. Wij moeten die macht delen met Europa. En dan
vooral de Raad van Europa en de EU.
Raad van Europa: EVRM en EHRM
EU: EU-regelgeving en Hof van Justitie
Vrijheid vs. Veiligheid zoeken naar balans
Modellen van Packer:
Due process
- Belangrijkste functie is eerlijkheid proces realiseren
- Veroordelen onschuldigen dient te worden voorkomen
- Rechten van verdachten dienen te worden gerespecteerd
Crime control
- Misdaadbestrijding is belangrijkste functie
- Beschermen SO weegt zwaarder dan beschermen VE
- Veroordelen onschuldige is aanvaardbaar risico
In Nederland is er een combinatie van de crime control en het due
process.
Arresten:
Hollende kleurling arrest:
Onrechtmatig verkregen bewijs.
Wanneer twee met voet-surveillance belaste politiemannen op 14 oktober
1976 om tien voor half vier 's nachts over de Sint
Olofspoort in Amsterdam ter hoogte van de Warmoesstraat lopen, komt
hen een kleurling tegemoet rennen uit de richting van café Caribian
Nights. Caribian Nights stond hen bekend als een verzamelplaats van
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Bentev123. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.