Samenvatting van het vak virologie TLSC-VIRPAR5V-13 van de specialisatie microbiologie. Geeft een gedetailleerde samenvatting inclusief afbeeldingen en casuïstiek.
Herpes simplex virus type 1 geeft in de grootste gevallen een koortslip.
Mazelen virus geeft een soort huiduitslag van rode kleine vlekjes die een beetje opgezwollen kunnen
zijn.
Varicella zoster virus (VZV) geeft waterpokken, dit zijn blaasjes die zweertjes worden
Papilloma virus geeft wratten.
Stadia van een infectie ziekte:
1. Incubatie periode. Geen simptomen en tekenen van ziekte
2. Prodromale periode, is de periode waarbij vage symptomen voorkomen. Kan ook na deze
fase over gaan wanneer het immuunsysteem de infectie weet te bestrijden.
3. Ziekte fase. Wanneer het immuunsysteem het niet lukt om de infectie te bestrijden wordt je
ziek en krijg je allerlei symptomen
4. Decline, symptomen nemen af
5. Convalescence, de periode waarin een persoon beter is geworden.
Factoren welke bepalend zijn voor de pathogenese van een virus:
- Eigenschappen van het virus
o Virulentie en cytopathologisch effect
o Virale dosis
- Gastheer lokalisatie van de infectie
o Toegang tot target tissue
Wanneer bijvoorbeeld een druppel HIV op je huid beland zal het niet direct
infectieus zijn, maar herpes bijvoorbeeld wel.
o Cel/weefsel tropisme (receptoren)
Moet aan receptoren op weefsel kunnen binden om te kunnen repliceren.
o Permissieve cellen (replicatie)
Cellen die wel geïnfecteerd kunnen worden maar die nauwelijks replicatie
toestaan.
- Immuunsysteem
o Competentie van het afweermechanisme
o Immuniteit
o Genetische factoren.
Cytopathologisch effect: het veranderen van de cellaag door infectie.
Preventie en therapie van virale infecties:
- Passieve immunisatie:
o Maternale immuniteit (pasgeborenen)
o Antistofpreparaten toediening van antistoffen voor virussen waartegen geen
vaccin is met een lange incubatieperiode.
- Actieve immunisatie vaccineren waardoor je levenslang beschermd tegen infecties bent
- Antivirale middelen
o Behandeling van een virale infectie
1
,Wat kan een virus niet:
- Overleven buiten een gastheer (zelfstandig overleven)
- Kunnen niet delen
- Energie produceren
Wat is een virus: een obligaat intracellulaire parasiet die de machinerie van een gastheer gebruikt om
te repliceren.
- De kern van het virus bestaat uit een genoom met RNA of DNA omhuld door een
eiwitcapcide: dit nucleocapside kan eventueel omhuld zijn door een envelop.
- Een virus is heel klein (diameter van 18 tot 300 nm)
Naakt virus: capside (eiwit mantel) beschermd het nucleïnezuur van het virus (RNA of DNA).
Enveloped virussen: het nucleïnezuur en capside wordt omgeven door een lipide membraan
(enveloppe).
- Dit lipide membraan neemt het virus mee van de gastheer. Maar er zitten wel specifieke
virale glycoproteïnen in.
Meeste virussen zijn membraan bevattend.
Vergelijking transmissie:
- Naakte virussen:
o Eenvoudige verspreiding (stof, hand-hand)
o Kan uitdrogen met behoud van infectieusiteit
Dus een opgedroogd virus deeltje kan langere tijd infectieus blijven
o Bestand tegen condities in het maagdarmkanaal
o Resistent tegen detergentia en riool
o Moeten cellysis uitvoeren om zich te verspreiden.
- Membraan bevattende:
o Verspreiding d.m.v. druppels, transplantaties en bloed
o Dient vochtig te blijven
o Overleeft maag-darm kanaal niet
Komt doordat lipases gemaakt worden en lipases breken vetten af en dus
valt het membraan uit elkaar.
o Cellysis niet noodzakelijk voor verspreiding.
Vermeerderingscyclus van een virus:
- Bind aan een receptor op de gastheercel en penetreert de gastheercel. Vervolgens uncoat
het virus waardoor vrije nucleïnezuren er uit komen. Dit zorgt er voor dat ze in e replicatie
cyclus terecht komen waardoor er nieuw viraal mRNA synthese ontstaat of virale eiwitten
voor capsides. Dit assembleert waarbij de capside eiwitten om het RNA heen gaan zitten.
Doormiddel van cytolyse (geen enveloppe) of budding (wel een enveloppe) wordt het virus
deeltje vrij gelaten uit de cel.
2
,Picorna virussen: pico RNA virussen, kleine virussen met RNA. Komt na binding in het cytoplasma
terecht en kan meteen gebruikt worden als mRNA. Er kunnen dus meteen eiwitten gevormd worden.
- Buiten de kern om wordt van RNA, -RNA gemaakt wat weer fungeert als template voor het
genomisch RNA. Hij kan dus heel snel geassembleerd worden (binnen 10 uur). Daarna barst
de cel open en komt alles er uit.
- Heeft een snelle levenscyclus.
- De Picorna virussen:
o Rhinovirussen kankervirussen
o Poliovirussen polio
o Hepatitis A virus
Herpesvirussen hebben een enveloppe en na binding fuseert de enveloppe van het virus met de
membraan van de cel. Het capside komt binnen en loost zijn DNA in de kern.
- Hele ingewikkelde levenscyclus, duurt ook lang ongeveer 24 uur.
- Eerste eiwitten die gemaakt worden zijn de immediate-early eiwitten welke belangrijk zijn
voor de transcriptie en translatie van de early eiwitten. Deze zijn weer belangrijk voor de
replicatie van het genoom. gebeurt allemaal in de kern
- Als laatste zijn de late proteins, zijn de eiwitten die gemaakt worden om de kapsels te
generen en om in het membraan te zitten.
- Virus gaat de cel uit zonder te lyseren budding.
Transmissie van virussen:
- Aërogeen (rhinovirus, influenza)
- Feacaal-oraal (hepatitis A, polio, Noro)
- Contact (ebola, herpes, EBV)
- Bloed overdraagbaar (hepatitis B & C, HIV)
- Seksueel overdraagbaar (HPV, HIV, Hepatitis B, EBV)
- Maternaal-neonataal verticaal (HIV)
- Zoönosen dier naar mens (rode hond, rabiës, ebola)
Rhinovirussen (verkoudheid) dringt de epitheelcellen binnen en repliceren daar. Maar gaan niet
verder dan epitheel cellen, deze maken ze kapot (cytolyse). Hierdoor ontstaan er plekken waar geen
epitheelcellen zitten. Commensale bacteriën zien dat er een “plekje” is en gaan massaal delen.
Daarna komt de herstelfase (interferon en antilichaam productie)
- Is een lokale infectie.
Lokale en gegeneraliseerde infecties
- Lokale infecties: gebruik van interferonen en NK cellen.
- Gegeneraliseerde (systemische) infecties: primaire immuunsysteem.
o Duurt veel langer dan een lokale infectie.
Voorbeelden van lokale en gegeneraliseerde virus infecties:
- Lokaal:
o Papilloma virus huid
o Rhinovirus bovenste luchtwegen
o Rotavirus imaag-darmkanaal
- Gegeneraliseerd:
o Herpes virus oropharynx of genitaal
o Enterovirus maag-darmkanaal
3
, Locatie van het vrijkomen van virussen bepaalt verloop van de infectie.
- Zo kunnen gegeneraliseerde infecties ook andere organen in het lichaam aantasten dan de
plek waarop het virus het lichaam binnen komt.
Verspreiding van virussen en micro-organismen in het bloed:
- Via bloedvaten reizen de binnen gedrongen pathogenen verder door het lichaam of ze
worden opgenomen door weefselmacrofagen en kunnen intracellulair zich verspreiden maar
ook via het lymfestelsel kan het door het lichaam weer verder.
o Het pokken virus komt bijvoorbeeld via het bloed bij de huid maar ook bof, mazelen
en rode hond. Terwijl ze binnenkomen via de mond/luchtwegen.
o Dus de primaire viremie is in dit geval die van het bloed of de lymfe en de secundaire
viremie is dan die van de huid. (is een langzaam proces)
Primaire infectie is dus eigenlijk de prodromale fase waarin je niet echt ziek bent maar je je niet heel
lekker voelt. Het veroorzaakt dus geen ziekte.
Lokalisatie van virusinfecties:
- Luchtweginfecties
- Gastro-enterale infecties
- Infecties van het centrale zenuwstelsel
- Infecties van huid en slijmvliezen
- Infectie van organen en weefsels
Uitkomst van een virusinfectie:
- Lytische infectie.
o Meest voorkomende uitkomst van een infectie is een lytische infectie, dit kan door
naakte (altijd) en membraan bevattende virussen (voor een groot deel).
- Transformatie
o Is een transformatie van normale cellen naar kankercellen. Deze komt het minst voor
- Persistente infectie
o Heel lang een besmetting en er continu virussen vrijkomen en cellen infecteren
(wanneer er geen behandeling mogelijk is) HIV, HepB
- Latente infectie
o Ooit een keer geïnfecteerd geraakt en blijft aanwezig zonder symptomen. Na een
aantal jaar komt dan ineens de infectie weer opzetten door een re-activatie van het
virus.
Mechanismen van virussen om het immuunsysteem te ontwijken:
- Latente infecties
- Antigene variatie
- Productie van eiwitten met immuno-modulerende eigenschappen
- Blokkeren activiteit van interferonen en NK cellen
- Verminderd antigeen presentatie
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper BovIngen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.