Deze samenvatting is gemaakt door een VWO 5 leerling en betreft de leerstof van hoofdstuk 1 (de lage landen bij zee), 2 (grote rivieren in de lage landen), 3 (leefbaarheid in stedelijke gebieden), 4 (de randstad: toekomstige topregio?). De belangrijkste begrippen zijn blauw gemarkeerd.
1.1: Koffers pakken…
Mensen in Nederland hebben een laag overstromingsrisicobewustzijn en voelen ze zich in het
algemeen dus redelijk veilig voor overstromingen.
^-- Kust houdt rekening met overstromingskans van eens in 10 000 jaar
Hoogste risicogroep = Zeeland, Noord-Nederland en de Waddeneilanden
In de lage landen wordt 60% van het bnp verdient, goede bescherming is dus nodig,
maar hoe wordt het overstromingsrisico kleiner gemaakt?
1. Primaire waterkering: Een duin, dijk, dam of ander object dat de inwoners van een
gebied (een dijkring) beschermt tegen buitenwater → Beschermt Nederland tegen Noordzee,
Waddenzee, de grote rivieren, het Ijsselmeer en het Markermeer (⅔ in NL)
^-- beheerd door waterschappen (22): Regionale overheidsinstantie in stroomgebieden die →
1. De waterhuishouding regelt
2. Beheer, bescherming, onderhoud van
dijken en duinen
3. Beheersing grondwaterpeil en
waterkwaliteit
4. Onderhouden vaarwegen en landwegen
2. Verhogen van dijken of duinen
3. Verbreden van het strand
4. Aanvullen met zand
^-- Grotere kans op schade bij grotere waarde
Hoog risico → Hoge kans op overstroming met veel slachtoffers en schade (Randstad)
Klein risico → Weinig economische activiteit (een weidepolder)
Grootste overstromingsgevaar = Noordwesterstorm + extra hoge waterstanden (springtij) op
zee en rivier
VAN KOELKAST TOT BROEIKAS
Steeds meer CO2 en methaan in atmosfeer→ Extra opgewarmde dampkring, met ernstige gevolgen
→Ijskappen in de poolgebieden smelten → Zeewater zet uit → Zeespiegelstijging
Nederlandse kust kan alleen in stand blijven onder de volgende voorwaarden:
1. De zeebodem moet over een grote afstand vanaf de kust flauw lopen
2. De stroming moet voldoende zand aanvoeren
3. Het verschil tussen hoogwater en laagwater (getijdenverschil) mag niet te groot zijn
4. De kust moet niet worden geteisterd door zware stormen
5. Er mag geen sprake zijn van een te snelle stijging
Kustafslag: Op veel plekken aan de kust gaat het land achteruit vanwege zandverlies
^-- Wanneer op een bepaalde plek een tekort ontstaat, wordt dit soms weer aangevoerd door
stroming en wind uit een ander gebied (zandbalans)
, DE DELTAWERKEN
Watersnoodramp 1953 → Nederland wil herhaling voorkomen → Deltawet
- Dijken in Zuidwest-Nederland werden op Deltahoogte gebracht → Dammen aangelegd en wegen
en bruggen gebouwd, voornaamste doel = Veiligheid, maar nog veel voordelen:
1. Afgesloten zeegaten worden zoetwaterbekkens
(drinkwater van zw Nederland nu voorzien)
2. Zoetwater zorgde voor de stop van droge landbouw en
toenemende verzilting tegengaan
3. Nieuwe verbindingen over dammen en dijken heven
isolement van Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden op
4. Scheepvaart profiteert van wegvallen groot verschil
tussen hoog- en laagwater + aanleg nieuwe vaarwegen
*De Deltahoogte is 5m boven NAP
EEN ZOUTE DELTA
Plannen wilden Oosterschelde afdammen → Veel kritiek → Veel doorlaatsluizen: Gaan alleen
bij extreme waterstanden dicht (half open dam die getijdenwerking voor groot deel in stand
houdt)
Afsluiting van andere zeearmen was slecht voor milieu (gescheiden water zorgde voor
verdwijning van planten en rivieren), daardoor ontstonden er nieuwe maatregelen:
- Brouwersdam gedeeltelijk geopend (meer zuurstof)
- Haringvlietsluizen op een kier open (natuurlijk overgangsgebied tussen zout en zoet)
^-- Geld komt uit Deltafonds
1.2: Kust in beweging
De Nederlandse kust, het ontstaan van duinen:
1. Zeestroming → Transporteert zandkorrels richting de kustlijn en legt ze op het strand
2. Getijden → Op- en neergang van de zeespiegel, waardoor golven en wind toegang krijgen
tot het zand op het strand
3. Golven en wind → Verplaatsen en vormen het zand in duinen door erosie en afzetting,
waardoor duinen uiteindelijk ontstaan
Jonge duinen → Vormen als zeewering grens met Noordzee, zijn hoger dan oude duinen
Oude duinen → Liggen landinwaarts (Bv. Alkmaar, Haarlem, Den Haag)
KUSTTYPEN
In Nederland 3 kusttypen:
- Waddenkust (hard): Buitendijkse gronden die alleen bij hoogwater overstromen (bij
laagwater droog) <-- Grote diversiteit vanwege aanslibbing (veel eb en vloed)
- Gesloten duinenkust (zacht)
- Estuariumkust: Trechtervormige riviermonding waar zoet en zout zich vermengen, verschil
in waterstand landinwaarts groter
Zuidwestelijke zeestroming
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nenahesse. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,92. Je zit daarna nergens aan vast.