Onstaan van de aarde:
1. Bij het ontstaan van de aarde was alles heet en gesmolten.
2. Alles is langzaam afgekoeld en toen zijn langzaam de aardkern, aardmantel
en aardkorst gevormd.
3. Als gevolg van de enorme vulkanische activiteit kwam er waterdam en CO2 in
de atmosfeer terecht.
4. Vervolgens condenseerde een groot deel van de waterdamp tot water. (dat
bevindt nou grotendeels in de oceanen)
5. Langzaam ontstond er leven, eerst in het water en microscopisch klein
bijvoorbeeld: bacterien.
Geologische tijdschaal: indeling van de geschiedenis van de aarde in perioden.
Wetenschappers hebben op basis van de evolutie van het leven de geologsiche
tijdschaal gemaakt.
De tijdschaal kent 4 hoofdperioden:
Precambrium: dit was de tijd waarin de continenten verschenen en de aarde
mogelijk meerdere malen bijna helemaal bevroor. Het landoppervlak was
kaal. Er was alleen leven onder water. Aan het einde van het precambrium
ontstonden de eerste levensvormen aan het aardoppervlak
Paleozoicum: in het begin bewogen de continenten uit elkaar, maar in de
loop van deze periode voegden zich weer samen tot het supercontinent
Pangea.
Mesozoicum: de planten- en dierenwereld veranderde. Het Mesozoicum
staat bekend als de tijd van de dinosauriers. Ook viel Pangea uit elkaar en
ontstonden de huidige continenten.
Kenozoicum: langzaam onstond het leven zoals we dat nu kennen, met aan
het einde de mens.
5x is er een groot deel van het leven op aarde verdwenen.
, Massa-extincties: het massaal uitsterven van planten en dieren.
De meeste oorzaken van deze massa-extincties zijn divers en nog niet helemaal
duidelijk. Bij de laatste massa-extincties zo´n 65 miljoen zorgde een grote
meteorietinslag voor heel veel stof in de atmosfeer, daardoor konden de
zonnestralen niet doordringen dat zorgde weer voor massaal uitsterven van het
leven van het leven op aarde.
Paragraaf 2.2
Ontstaan fossielen:
1. Organisme sterft.
2. Het organisme wordt afgedekt voor sedimenten waarbij de zachte delen
oplossen.
3. Vervolgens drukken de gesteenten op het skelet.
4. De laag met het fossiel komt daarna meer aan de oppervlakte komen te
liggen waarna de erosie de bovenliggende lagen verdwijnen.
5. Het fossiel word opgegraven of niet gevonden.
Fossiel: een (versteend) overblijfsel of afdruk van een dier of plant.
Gesteenten en fossielen geven veel informatie over de omstandigheden en het
klimaat van vroeger.
Er zijn 3 soorten gesteentes:
Sedimentgesteente: gesteente dat opgebouwd is uit lagen zand en klei die
over elkaar heen werden afgezet. De losse deeltjes verharden tot gesteente
door de druk van bovenliggende lagen. Voorbeelden zijn zandsteen en
kalksteen.
Stollingsgesteente: gesteente ontstaan door afkoeling van magma.
Voorbeelden zijn graniet en kwarts
Metamorf gesteente: gesteente dat door hoge druk en hoge temperatuur
veranderde. Voorbeelden is marmer, dat is uit kalksteen ontstaan.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lindelucius. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,37. Je zit daarna nergens aan vast.