In dit document kunt u een samenvatting van alle onderwerpen lezen dat op het economie examen Havo komen. De samenvatting bevat de onderdelen; samenwerken en onderhandelen, risico en informatie, ruilen over de tijd, welvaart en groei, goede tijden, slechte tijden, markten vraag en aanbod en marktvo...
Samenwerken en onderhandelen
Hoofdstuk 1 Samenwerken is een spel
§1.1 Prisoner’s dilemma
Speltheorie
1. Simultaan spel (gelijktijdig en eenmalig) —> gevangen dilemma
2. Sequentieel spel (na elkaar en meerdere keren) —> schaken of dammen
Gevangen dilemma:
Voorwaarden:
- Gelijktijdig
- Beslissing staat los van een ander, kiest voor zichzelf
- Eenmalig
- Zelfde info
- Eigen belang
- Twee alternatieven
- Niet overleggen
Anders is het geen gevangendilemma
—> Laten zien in een opbrengstenmatrix/ pay-o matrix
- Je gaat onderzoeken of er een dominante strategie is.
- Op het examen de tabel overnemen en streepjes zetten
- Niet optimale uitkomst, dus ze zitten in een gevangendilemma.
- Hebben ze wel de optimale uitkomt, dan zitten ze niet in de gevangendilemma.
§1.2 Strategie in een prijzenoorlog
Onderscheid tussen een:
1. Nul som spel (1-0 of 0,5-0,5 of 0-1) —> hier wordt elke keer 1 punt verdeeld.
2. Niet nul som spel (verschillende uitkomsten)
Prijzenoorlog: in een prijzenoorlog bestrijden concurrenten elkaar met prijsverlagingen.
Het idee is om door prijsverlagingen het marktaandeel te vergroten of zelfs concurrenten
van de markt te verdrijven.
§1.3 Onderhandelen en samenwerken
Beide op de optimale uitkomst —> samenwerken —> sociale normen komen voor.
Hoe kan je er voor zorgen dat een ander zich aan de afspraken houdt:
- Contracten samenstellen
- Zelfbinding (vooraf je goede wil zien, bijvoorbeeld een week van tevoren de korting
aankondigen in een folder)
1
ff
, Wanneer iemand zich niet aan de afspraken zijn —> er kunnen verzonken kosten
ontstaan (= kosten die ontstaan als bepaalde afspraken niet door gaan, bijvoorbeeld
folders geproduceerd maar de korting gaat niet door. Kosten van de folders zijn
verzonken kosten).
§1.4 de overheid en niet optimale uitkomsten
Bij de productie van producten kunnen positieve en negatieve externe e ecten ontstaan:
Externe e ecten: zit niet bij de prijs in.
Negatieve externe e ecten: milieuoverlast/co2.
Positieve externe e ecten: gratis meesluiter met muziek, pro teren zonder er voor te
betalen.
Door die negatieve externe e ecten ontstaan er maatschappelijke kosten (daar draait de
belastingbetaler voor op).
Maatschappelijke opbrengsten —> meer werkgelegenheid, meer welvaart.
Hoe kan de overheid dit betalen (oplossen) —> collectieve dwang toe te passen (iedereen
moet belasting betalen)
Collectie goederen: geproduceerd door de overheid, niet splitsbaar en niet rivaliseren (=
als ik er gebruik van maak, kan een ander er ook gebruik van maken).
Verschillende collectieve goederen:
1. Quasi collectief: de lasten door de overheid, maar je kunt deze individueel afnemen:
bibliotheek of theater.
2. Individuele goederen: individueel afnemen —> particuliere goederen.
Hoe kan de overheid meeleeft gedrag voorkomen: iedereen betaalt er aan mee om meelift
gedrag te voorkomen.
Hoofdstuk 2 Samenwerken is geen spelletje
§2.1 Samenwerken op de arbeidsmarkt
Arbeidsovereenkomst:
- Primaire voorwaarden: loon, werktijden
- Secundaire voorwaarden: auto van de zaak, reiskosten
Er bestaan collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO’s): onderwijs voor zorg.
(Voorwaarden voor iedereen hetzelfde)
Werknemers:
Daar wordt namens de werknemers over onderhandeld —> Vakbond. Onderhandeld
namens alle werknemers.
Er zijn twee soorten loonstijgingen:
1. Loonstijging door middel van prijscompensatie als gevolg van in atie.
2. Initiële loonstijging, geldend voor de gehele groep.
2
ff ffff ff fi fl ff
,Werkgevers:
De werkgevers hebben ook een onderhandelingsruimte, de loonruimte.
Loonruimte: de som van de arbeidsproductiviteitsstijging en de in atie.
Als werknemers meer kunnen doen in het zelfde uur —> werkgevers minder loon —>
hogere loonruimte.
Surplus op de arbeidsmarkt
Loon komt tot stand door marktwerking (vraag en aanbod).
Marktwerking: vraag en aanbod.
Onder: werknemerssurplus
Boven: werkgeverssurplus
Hoe meer mensen zich aanbieden —> loon omlaag.
Meer aanbod van werknemers —> de aanbodlijn gaat naar rechts.
Veranderingen in vraag en aanbod kunnen aangeven, wat doet dit met het werkgever- en
werknemerssurplus?
Risico en informatie
Hoofdstuk 1 risico
We nemen risico’s. Namelijk: vrijwillige en onvrijwillige risico’s
Vrijwillig: ik klim met plezier een berg op.
Onvrijwillig: ik loop op straat met de kans dat een auto mij neer haalt.
Tegen die risico’s kunnen we ons verzekeren.
Per maand betalen we dan premie. En als er iets gebeurt, dan moeten we eerst ons eigen
risico betalen.
Hoge premie <—> laag eigen risico —> die verwachte schade/ongevallen (risicovol
persoon)
Lage premie <—> hoog eigen risico —> verwacht geen ongevallen (= risico-avers
persoon)
De premie en eigen risico staan beschreven in de polis.
Rekenen met risico:
- Risico = kans op een voorval x gemiddeld schadebedrag van het voorval.
Verplicht verzekeren
Verzekeren is namelijk een vorm van solidariteit (we doen het met zijn allen). Als een
verwerkbaar schade moet uitkeren, betalen alle verzekerden door hun premier mee aan
de schades.
De overheid kan besluiten om bepaalde verzekeringen te verplichten. Waarom?
- Zich tegen zichzelf beschermen. (Zorgverzekering)
- Tegen een ander te beschermen (WA verzekering)
3
fl
, Je moet kunnen rekenen met gemiddelde premiehoogte:
- Gemiddelde premiehoogte = totaal uitkeringsbedrag / aantal verzekerden
- Totaal uitkeringsbedrag = bedrag dat een verzekeraar per jaar moet uitkeren
§1.2 verkeren is niet eenvoudig
Verzekeraars hebben te maken met:
- Asymmetrische informatie: de verzekeraar en verzekerde hebben niet dezelfde
informatie (dit kan natuurlijk leiden tot een hoge/lage premie).
- Averechtse selectie: Te hoge premie —> goede risico’s gaan weg —> slechte risico’s
blijven achter —> uit te keren bedrag wordt nog hoger —> premie gaat nog verder
omhoog.
- Moreel wangedrag: het expres meer risico nemen —> hogere schade —> hogere
premie —> goede risico’s gaan weg -> slechte blijven achter —> schade nog hoger
—> premie nog hoger
§1.3 Hoe kunnen die verzekeraars hun nanciële risico’s
beperken
Hoe kunnen die verzekeraars hun nanciële risico’s beperken:
- Door het instellen van een eigen risico
De verzekerden moet het eerste gedeelte zeg betalen. Dus neemt minder risico.
- Premiedi erentiatie.
Als je per dag meers sport, leef je gezonder, krijg je korting op je ziektekostenverzekering.
- Bonus malus regeling —> schade vrije jaren. Hoe meer jaren zonder schade, hoe hoger
de korting. Dus men gaat voorzichtiger rijden (hier moet je ook mee kunnen rekenen =
schijven)
Er geldt een acceptatieplicht bij de zorgverzekering. Deze acceptatieplicht geldt alleen
voor de basisverzekering en niet voor de aanvullende (tandarts, fysio).
Ruilen over de tijd
Hoofdstuk 1 Risico
§1.1 Risico nemen of vermijden?
Wij nemen risico’s.
Namelijk: vrijwillige en onvrijwillige risico’s:
- Vrijwillig: ik klim met plezier een berg op.
- Onvrijwillig: ik loop op straat met de kans dat een auto mij neer rijd.
Tegen die risico’s kunne we ons verzekeren: per maand betalen we dan premie. Als er iets
gebeurt (en u claimt het) dan moeten we eerst ons eigen risico betalen.
4
ff fi fi
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper carmenhoogenkamp. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.