SAMENVATTING POLITIEK EN RECHT
Tentamen: 29 januari 2020
Leren: reader politiek en recht + dibbets document
Thema 1 & 2: fundamentele rechten van de mens en sociaal werk
‘’Mensenrechten gelden voor iedereen, altijd en overal’’
Mensenrechten = vrijheden en rechten die ieder mens toebehoren, ongeacht afkomst,
status of overtuigingen.
Hoofdstuk 2; mensenrechten
Kenmerken van mensenrechten:
1. Universaliteit = ze gelden voor iedereen.
2. Ondeelbaar
3. Onvervreemdbaar = je kan de rechten niet van mensen afpakken.
Waarom zijn rechten nodig?:
1. Ordening van de samenleving
2. Buffer tegen een al te machtige heerser
3. Als kapstok om conflicten op te lossen
4. Als referentiekader voor wetgevers, rechters en jeugdprofessionals
5. Ze geven een sociaal gezicht aan de samenleving
Mensenrechten vormen de onderbouwing van de democratische samenleving en geven
richting en inhoud aan beleidsontwikkeling.
Mensenrechten zijn juridisch vastgelegd in verdragen en wetten:
1. de nationale wetgeving in de vorm van de grondwet
Bijvoorbeeld: artikel 11 = recht op onaantastbaarheid van het lichaam.
2. De internationale verdragen = bindende afspraken tussen staten
Bijvoorbeeld: de universele verklaring voor de rechten van de mens (1948 – een v/d eerste
verdragen)
- De internationale verdragen binden landen die eraan mee doen.
- Internationale rechten hoeven niet te worden omgezet in nationaal recht om te
gelden in een land.
- Landen kunnen hier niet zomaar van afwijken, dit is ook bepaald door het Weens
Verdragenverdrag uit 1993 dat vaststelt waar verdragen aan moeten voldoen en wat
van staten verwacht mag worden.
Nederland is bij 10 mensenrechterverdragen aangesloten. Bepaald verdragen zijn erg
belangrijk voor het sociaal werk, zoals IRVK, EVRM,EVBPR.
1
Hogeschool Leiden
,Mensenrechten zijn zo belangrijk bij sociaal werk dat deze zijn opgenomen in de definitie
van social work van de IFSW. Het zorgt voor motivatie en rechtvaardiging van het sociaal
werk.
De nakoming van in het verdrag afgesproken mensenrechten is voor de staten een
verplichting, ongeacht de economische, politieke en culturele systemen die een land kent.
Er wordt van de nationale overheden een actieve en een passieve houding verwacht.
Bijvoorbeeld: recht op godsdienstvrijheid = passief geen verbod leggen op het bouwen van
moskeeën en actief zorgen dat er goede rechtspraak is en uitoefening van dit recht
waarborgen.
Dus: dingen die de overheden juist wel moeten doen en juist niet moeten doen door de
mensenrechten.
(Mensen)rechten kunnen ook onderling spanning oproepen of in conflict raken/botsen met
andere beginselen die een samenleving hoog in het vaandel heeft staan.
Waarom?:
1. Er is geen hiërarchie in mensenrechten aan te brengen
2. Mensenrechten zijn niet scherp omlijnd.
3. De maatschappelijke opvattingen verschillen
Oplossing: de nationale rechter bepaald wel recht overheerst op basis van het
schadebeginsel, de context en de gevolgen op korte en lange termijn.
Voorwaardelijke sepot = de vervolging van een persoon zal alleen ingezet worden als er
binnen een bepaalde tijd weer dezelfde overtreding wordt begaan.
Hoofdstuk 3; waar komen mensenrechten vandaan?
De tien geboden uit de bijbel waren niet de eerste mensenrechten omdat het hier gaat om
normen die nageleefd moeten worden en niet om rechten waar een individu aanspraak op
kan maken.
De Magna Carta uit 1215 wordt gezien als het eerste mensenrechtendocument. Deze
rechten moesten tegenwicht bieden tegen de grote macht en willekeur van de vorsten en
zijn later ook opgenomen als mensenrechten.
Middeleeuwen: mensenrechten bestonden ‘’van nature’’ en zijn universeel en
onvervreemdbaar = voor iedereen en waar burgers vanzelfsprekend beroep op konden
doen, deze rechten hoefden niet toebedeeld te worden.
Renaissance: het individu kreeg een meer centrale positie. John Locke voerde een aantal
basisbeginselen in zoals het recht op leven, vrijheid en veiligheid. Deze rechten konden niet
worden ingeperkt door de machthebbers behalve in tijden van oorlog. De overheid moest
de mensenrechten beschermen.
Natuurrechten werden vervangen door universele rechten.
2
Hogeschool Leiden
,Eind 18e eeuw: mensenrechten ontwikkelen snel.
- 1776 Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring door Thomas Jefferson.
- 1789 Franse Revolutie; de verklaring voor de rechten van de mens en de burger
(eerste mensenrechtenverklaring).
- Filosofen als Paine, Mill en Thoreau werkten deze universele rechten verder uit.
- 1849: term mensenrechten geïntroduceerd door Thoreau.
Mensenrechten zijn vooral ontstaan als reactie op de grote macht van heersers en als gevolg
van de toegenomen invloed van burgers.
Het gaat hier om politieke rechten, ook wel de eerste categorie mensenrechten genoemd.
Als gevolg van sociale veranderingen en actieve maatschappelijke bewegingen kwamen er
meer mensenrechten tot stand in de twintigste eeuw, zoals het recht om te mogen
stemmen. Voordat een recht tot stand komt gaan er vaak jaren aan actievoeren en
discussiëren voorbij.
Bijvoorbeeld: Emmeline Pankhurst > invoering van vrouwenkiesrecht. Oprichtster van
Woman’s Social and Political Union in 1903. 1928 gelijke rechten voor mannen en vrouwen
in GB.
Ook de twee wereldoorlogen hebben bijgedragen aan het ontstaan van mensenrechten:
1. Na WOI = volkenbond, nationale aangelegenheid
2. Na WOII = Verenigde Naties, internationaal
3. Na WOII = Unicef, kinderrechtenorganisatie
Unicef: wereldwijde organisatie die opkomt voor rechten van kinderen, bouwt scholen, zorgt
voor inentingen, schoon drinkwater in gebieden waar oorlog heerst of natuurrampen
hebben plaatsgevonden.
1948: verklaring voor de rechten van de mens en de burger:
- Mijlpaal voor de ontwikkeling van mensenrechten
- Bijdrage leveren aan vrede in de wereld
- Naast politieke ook sociale, economische en culturele rechten = tweede generatie
mensenrechten
1966:
- Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (Bup-
verdrag/IVBPR)
- Internationaal verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (IVESCR)
1950:
- Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele
vrijheden (EVRM) is zeer bepalend voor het jeugdstrafrecht en jeugdbescherming.
- Veel discussies over
Straatsburg = Europees hof voor de rechten van de mens
3
Hogeschool Leiden
, Sociale voorzieningen: recht op onderdak, voedsel, scholing (lijken vanzelfsprekend maar
zijn het niet voor bijvoorbeeld uitgeprocedeerde asielzoekers).
Collectieve rechten = derde generatie mensenrechten
Bijvoorbeeld: recht op zelfbeschikking, eerlijke welvaartsverdeling en rechten voor
specifieke groepen zoals kinderen > IVRK
Samengevat; de drie generaties mensenrechten of the three baskets:
1. Eerste generatie mensenrechten = politieke rechten
(Oude fundamentele mensenrechten uit democratische tradities)
2. Tweede generatie mensenrechten =sociale, economische en culturele rechten
(Na de industrialisatie, gelijkheidsideaal)
3. Derde generatie mensenrechten = collectieve rechten
(geloof, geslacht, etniciteit, bijzondere bescherming, nog niet altijd dezelfde status
als de anderen)
Connolly & Ward: ook vierde generatie mensenrechten, namelijk morele rechten zoals
eerlijke behandeling.
Het mensenrechtenconcept geld ook voor staatslozen, vreemdelingen en vluchtelingen. Je
hoeft geen inwoner van een staat te zijn, als die staat is aangesloten bij een bepaald
mensenrechtenverdrag kan je daar altijd beroep op doen.
Hoofdstuk 4; naleving van de mensenrechten
Discussies over deelname aan verdragen zoals het EVRM, sommige politici vinden dat we te
ver zijn doorgeschoten met de bescherming van mensenrechten. De verdragen leggen
teveel verplichtingen op aan de staten. Aan de andere kant vormen deze verdragen wel de
basis van de democratische rechtsstaat.
Een discussie is wel zinvol, anders kan het rechtendiscours aan zijn eigen succes ten onder
gaan.
Naleving en handhaving van mensenrechten is ontzettend ingewikkeld. Hoe kan het effect
en de bescherming ervan worden gegarandeerd?
De staten zijn hier zelf verantwoordelijk voor via de nationale wetgeving die concrete
rechten en algemene beginselen geldende rechten van het land maken. Algemene
beginselen zijn veel lastiger te implementeren (invoeren), omdat dit in alle geledingen
(lagen) van de samenleving kan spelen.
Sancties en boetes horen niet bij de mogelijkheden om naleving af te dwingen.
Europees hof in staatsburg: burgers kunnen een klacht indienen als ze vinden dat een
lidstaat een recht van het EVRM heeft geschonden en staten kunnen andere staten
uitdagen. Uitspraken van het hof zijn bindend, alle lidstaten moeten zich eraan houden.
Door de zaak van Paula Marckx werden er veel uitspraken gedaan over het personen- en
familierecht.
4
Hogeschool Leiden