Inleiding in de Westerse Kunstgeschiedenis 2
Hoorcollege 1 ‒ Het kunstwonder van de Bourgondische Nederlanden
De Bourgondische Nederlanden: 15e eeuw (1400 ‒ 1500)
Huwelijksfeest Margaretha van Male en Philip de Stoute
• 13 juni 1369 huwelijksfeest te Gent van Margaretha van Male en Philip van Gent, vestigden
zich in Dijon.
• Margaretha van Male: enig kind, erfdochter (trouwen = erfenis vader) van Lodewijk (graaf
van Vlaanderen) en bovendien uit eerste huwelijk douairière van het graafschap Bourgondië.
• Philip van Gent: vierde zoon van Jean le Bon (koning van Frankrijk); ontving in 1363 het
hertogdom Bourgondië van zijn vader en startte daarmee een eigen dynastie -> de
bourgondische nevenlijn van het huis Valois.
• Door het huwelijk tussen deze twee mensen verenigden zich meerdere gebieden en breidde
het rijk zich uit. Op dit moment in de geschiedenis was er geen rijker gebied dan
Vlaanderen, door het huwelijk werd dit gebied dus verbonden aan het huis van Bourgondië.
è Stichting: La Chartreuse de la Trinité de Champmol, gesticht in 1377 door Philip en
Margaretha als dynastieke grafkerk (als tegenhanger van St. Denis van de Franse koningen).
Zij wilden hier dus ook zelf begraven worden. Het werd in 1793 opgeheven en is
tegenwoordig een psychiatrisch ziekenhuis.
• Op het open veld, waar de monnikenhuisjes omheen stonden, was een put gegraven (heel
gewoon voor een kloostercomplex). Deze put is later dichtgegooid en daar is een huisje
omheen gebouwd (17e eeuw) want de decoratie van de put hoort bij een van de meest
monumentale stukken uit de 15e eeuw.
• Mozesput door Claus Sluter en Claus de Werve (geen Bourgondiërs)
o Asnières kalksteen met polychromie (was ooit beschilderd) door Johan Maelwael te
Grand Cloître van de Chartreuse de Champmol te Dijon.
o Oorspronkelijk op een voetstuk en een crucifix
met Maria Magdalena en bovenop -> pracht en
praal om te laten zien dat zij tot de hoogste
rang behoorden. In de put zijn nog reststukken
gevonden die bewijs leverden voor deze
elementen. Profeten werden intact gelaten
omdat zij minder geassocieerd werden met dat
wat fout was in de Franse Revolutie.
o Op elke zijde een profeet, in totaal 6. Profeten uit het oude testament (wereld van voor
Christus), tekstrollen in de hand met daarop teksten uit de Bijbel die de kruisiging van
Christus zouden kunnen aankondigen.
, o Mozes: gevaarte, “en de gehele menigte van kinderen Israëls zal het lam slachten in
de avond”, karakterkop
o David: Harp op de randen van zijn kleed -> speelde harp, zachtere kop
o Jesaja: Oude kop, kaal en lange baard, houdt het boek vast alsof hij heel gespierd is
o Jeremia: klaagliederen van Jeremia, jonger gezicht, opengeslagen boek
o Daniël: “Na 62 weken wordt de gezalfde gedood”, kleine krulletjes baard en
gepijnigd gezicht, doek om zijn hoofd.
o Zacharia: volledig bedekt door mantel, soort kroon op zijn hoofd
o Kopie van gemaakt met oorspronkelijke polychromie (1840) (polychromie =
kleurenverf)
è Koppen hebben levensechtheid, verassende sprong vooruit in de beeldhouwkunst, niet
repetitief ook de engelen steeds anders
La Chartreuse de la Trinité de Champmol
• Ingangsportaal
o Ook het ingangsportaal van de grafkapel met beelden van
Claus Sluter, de Madonna in het midden met Christus.
o Begonnen door Jean de Marville en afgemaakt door Claus
Sluter. Ook hier weer het levendige duidelijk in de
beeldhouwkunst terug te zien.
o Idee uit het katholicisme: voorspraak -> als je voorspraak
doet bij heiligen dan krijgt jouw ziel een betere behandeling
op het moment dat je sterft.
o Links twee beelden: Johannes de Doper en Philip de Stoute (= Philip Hardi, Philip
van Gent) beiden en priant (=biddend)
o Rechts: Margaretha van Vlaanderen (= van Male) en priant (biddend),
gepresenteerd door Catherina van Alexandrië.
o Nogal gemutileerd, handen afgehakt en kop ingeslagen.
• Graven
o Grotendeels bewaard, graf van Philips de Stoute door Claus
Sluter en Claus de Werve.
o Staat op zwarte stenen plaat (Noir de Mazy uit de Ardennen)
gecombineerd met albast.
o Realistisch beschilderd, zeer kleurrijk.
o Tussen graafplaat en voetstuk allerlei Gotische bogen met
daarin in allerlei kleine figuren -> monniken (huilen)
§ Zijn allemaal anders, sommigen met kap over zich
heen ander knijpt neus dicht.
§ Pleurer = huilen.
, o Margaretha van Male lag ergens anders begraven, samen met vader en moeder in
Lille -> graf kort en klein geslagen maar wel een 18e eeuwse gravure van het
grafmonument
• Hoofdaltaar
o Retabel van de Crucifix, Jacob de Baerze
o Hoofdaltaar van de Chartreuse de Champmol van
eikenhout, verguld en gepolychromeerd in Dijon;
1390-1399
o Veel Gotische structuren en veel goud, beetje
popperig (verschil met Sluter)
o Buitenkanten geschilderd door Melchior
Broederlam -> een van de eerste dingen die we hebben als schilderkunst van de
Nederlanden.
o Rekeningen bewaard waardoor we weten wie het
geschilderd heeft.
o Scènes die te maken hebben met de jeugd van Christus,
engel die komt vertellen dat Maria zwanger is. Na de
geboorte, presentatie in de tempel en vlucht naar Egypte.
Gotische decoratie, tegels, bijzonder ambitieus voor de 14e
eeuw want zogeheten perspectief was nog niet
uitgevonden.
o Melchior Broederlam, Links: Annunciatie en Visitatie; Rechts: Presentatie in de
Tempel, vlucht naar Egypte; tempera op paneel
Schildering
Johan Maelwael en Henri Bellechose, Crucifix en het martelaarschap van
St-Denis, afkomstig uit de Chartreuse de Champmol; tempera op paneel;
1415-1416
Samenvattend
• Enorm mooie dingen gemaakt in Chartreuse de Champmol, vooral de
beeldhouwkunst van Claus Sluter is van enorm hoge kwaliteit, vooral
veel nieuwe dingen
Herkomst van al deze kunstenaars:
• Jean de Marville ‒ Frans of Vlaams?
• Claus Sluter - Haarlem
• Johan Maelwael - Nijmegen
• Claus de Werve - Haarlem
• Johan de Baerze - Dendermonde
• Melchior Broederlam - Ieper
• Henri Bellechose - Brabant
, è Veel kunstenaars afkomstig uit de Nederlanden, allemaal geïmporteerde kunstenaars. Bloei
eind 14e/begin 15e eeuw van Dijon à veroorzaakt door het overbrengen van Nederlandse
kunstenaars naar Dijon.
è Conclusie: Import van de beste kunstenaars uit de Nederlanden; sommigen hadden al voor
Margarethaʼs vader gewerkt. Wat betreft hun voorgeschiedenis tasten we in het duister. Was
er al eerdere schilderkunst? Veel verloren gegaan door bijvoorbeeld de beeldenstorm. In
Italië was er bijvoorbeeld een Vasari die de geschiedenis heeft beschreven, maar zoiets was
er niet in de Bourgondische Nederlanden.
Bijzonder is doordat het ambacht op zo een hoog niveau beoefend werd dat oudere kunst
werd vervangen door nieuwe kunst. Het succes van de volgende generatie is niet gunstig
geweest voor de kunst uit de 14e eeuw.
Opvolging Philips de Stoute
• Philips de Stoute wordt opgevolgd door Jan zonder Vrees (Juan de la
Huerta) -> vermoord tijdens een vredesoverleg met de Franse Dauphin.
o Werd bijgezet bij zijn vrouw Margaretha van Beieren (aan het
huis van Bourgondië toegevoegd); graf van albast, Noir de Mazy
en polychromie; Antoine le Moiturier; 1465-1470; Musée des
Beaux-Arts, Dijon
• Jan zonder Vrees werd opgevolgd door Philips de Goede (zoon) -> ʻle
grand duc du ponentʼ -> de groothertog van de Bourgondië, Hertog van
Bourgondië, graaf van Vlaanderen, Artesië en Franche-Comté, hertog
van Luxemburg, graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen etc.
è Uitgebreider gebied, nu ook het noorden van de Nederlanden erbij en Luxemburg, wel nog
steeds 2 losse gebieden
• Brugge zeer belangrijke havenstad, had een enorm groot handelsgebied van Europa in
handen.
• Resideerde vooral in de Nederlanden: Brugge, Brussel en Rijssel (Lille) à Bourgondische
vorst in de Nederlanden
• Philips sticht in 1430 te Brugge de orde van het Gulden Vlies (Toison dʼOr) voor de 24ste
belangrijkste edelen van zijn rijk.
• Manier om diverse rijk verbinding te geven.
• Net getrouwd met Isabella van Portugal (belangrijke prinses), status uitbreiden door daar
dus een bepaalde ridderorde aan toe te voegen.
• Isabelle van Portugal: oktober 1428 diplomatieke missie naar Portugal. Schilder Jan van Eyck
reist mee en maakt in januari 1429 twee portretten (verloren) die naar de hertog in de
Nederlanden werden verzonden.
o Oude bruid (boven de 30)
o Door deze missie weten we dat Jan van Eyck een positie had gekregen aan het hof
van de Philip de Goede