Inhoud
Mondgezondheid .....................................................................................................................2
Algemene Farmacotherapie .....................................................................................................2
Schildklier ...........................................................................................................................2
Infecties ..............................................................................................................................3
Astma & COPD ....................................................................................................................7
Maagklachten ......................................................................................................................8
Diabetes............................................................................................................................ 10
Hartaandoeningen ............................................................................................................. 12
Pijn.................................................................................................................................... 19
Centraal Zenuwstelsel ....................................................................................................... 22
Geriatrie ............................................................................................................................ 26
Elektrolytenstoornissen ..................................................................................................... 26
Klinische Chemie ............................................................................................................... 28
Palliatieve zorg ...................................................................................................................... 31
Psychiatrie deel 1 .................................................................................................................. 33
Psychiatrie deel 2 .................................................................................................................. 37
Psychiatrie deel 3 .................................................................................................................. 42
Bloedstollingsproducten ....................................................................................................... 46
Farmacogenetica .................................................................................................................. 50
Oncologie deel 1 ................................................................................................................... 52
Oncologie deel 2 ................................................................................................................... 57
Oncologie deel 3 ................................................................................................................... 61
Reuma .................................................................................................................................. 63
Ziekenhuisinfecties ............................................................................................................... 65
Tropische infecties ................................................................................................................ 68
HIV infectie ........................................................................................................................... 70
Intensive Care/Anesthesiologie .............................................................................................. 71
Nieuwe geneesmiddelen ....................................................................................................... 73
,Mondgezondheid
Droge mond → TCA’s, SSRI’s & amfetamines
Voornamelijk door anticholinerge bijwerkingen (vooral ouderen zijn gevoeliger)
Tandcariës & tanderosie → inhalatiemedicatie ICS/β2-mimetica
Inhalatiemedicatie: poedervorm heeft lagere pH (<5,5)
Verkleuring→ chloorhexidine, antibiotica
Tand:
Intrinsiek → ontstaat tijdens ontwikkeling van gebit (irreversibel)
Extrinsiek → aanslag op tandglazuur (reversibel)
Tong: verstoring orale microbioom
Kan ook door suikers in geneesmiddelen komen
Smaakstoornissen → ACE-remmers, β-blokkers, calciumantagonisten, terbinafine,
levodopa
Dysgeusie → verkeerde interpretatie van smaak
Ageusie → afwezigheid van één of meer basissmaken
Ontstekingen, tandvlees hyperplasie, hypertrofie → fenytoine, nifedipine
Voornamelijk bij al een slecht gebit
Stomatitis → MTX, NSAIDs
Angio-oedeem → NSAIDs, ACE-remmers
Extra risicofactor (ACEi) → DPP4-remmer, hartfalen, niertransplantatie, ouderen,
rokers, vrouwen
Bruxisme → SSRI’s, antipsychotica (→ bij langdurig gebruik)
Kaakbotnecrose → bisfosfonaten (→ remmend effect op botafbraak)
Algemene Farmacotherapie
Schildklier
Hypothyreoïdie TSH↑, fT4 ↑
Symptomen: gewichtstoename, kouwelijkheid, obstipatie, traagheid, vermoeidheid,
struma
Oorzaak:
∙ Hashimotos: auto-immuun levenslang substitutietherapie
∙ Iatrogeen: schildklieroperatie, bestraling hals, amiodaron, lithium
∙ Postpartum
Amiodaron → bevat grote hoeveelheid jodium, remt TPO (T4 → T3 verstoord)
Lithium → remmend effect op afgifte van T3/4, negatieve feedback op TSH valt weg
Behandeling (thyreomimetica):
∙ Levothyroxine (T4) → werking na 8-12 dagen ivm TBG
∙ Lyothyronine (T3) → snelle werking
! alleen bij noodzaak snelle werking/gestoorde conversie
Bijwerkingen: geen bij optimale dosering
Overdosering: nervositas, diarree, gewichtsverlies, hartkloppingen
Interacties:
OAC; cumarines → versterkte antistolling
Antacida/ijzer/sucralfaat → complexvorming, absorptie ↓ (thyreomimeticum)
Fenytoïne, carbamazepine, rifampicine → enzyminductor: pas dosis aan
(thyreomimeticum)
,Hyperthyreoïdie TSH ↑, fT4 ↑
Symptomen: gewichtsverlies, tachycardie, diarree, verhoogd activiteit, nervositas,
vermoeidheid, struma, oftalmopathie, myxoedeem
Oorzaak:
∙ Graves: auto-immuun ongeveer 1 jaar lang substitutietherapie
∙ Iatrogeen: medicatiegebruik (amiodaron, lithium)
∙ Postpartum
Behandeling (thyreomimetica):
∙ Thionamiden → inbouw jodium tegengegaan
Thio-uracilderivaat: propylthiouracil
Thio-imidazolderivaat: carbimazol, thiamazol
∙ Jodium → remt synthese + vrijzetting schildklierhormoon
∙ Radioactief jodium → destruerende werking door β-straling
Bijwerkingen: exantheem, koorts, misselijkheid, gewrichtspijn, leukopenie,
agranulocytose
Interacties: versterkt effect orale anti-coagulantia
Infecties
Aangrijpingspunten antibiotica:
1. Celwand synthese – penicillinen, cefalosporinen, monobactams, carbapenems,
glycopeptiden (vancomycine)
2. Celmembraan synthese – polymyxines (colistine), daptomycine
3. Foliumzuur antagonisten – sulfonamiden (sulfamethoxazole), trimetoprim, cotrimoxazol
4. DNA-gyrase inhibitoren – quinolonen (ciprofloxacine)
5. RNA polymerase inhibitoren – rifampicine, streptavaricine
6. Ribosomaal 50S inhibitoren – macroliden (~tromycine), chlooramfenicol, clidamycine,
lincomycine
7. Ribosomaal 30 S inhibitoren – tetracyclines, aminoglycosiden
8. Overig – intracellulaire omzetting naar reactieve stof → DNA schade
− Nitrofurantoïne, Metronidazol
Penicillines – remming celwandsynthese → bacteriële celdood
Voorbeelden
1. Smal + parenteraal: benzylpenicillines
2. Smal + oraal (zuurresistent): feneticilline en fenoxymethylpenicillines
3. Smal + oraal + ß-lact.ongev.: flucloxacilline
4. Breed + oraal/parenteraal + ß-lactamase gevoelig: amoxicilline/ampicilline
5. Breed + oraal + ß-lact.ongev.: amoxicilline+clavulaanz.
6. Breed + bepaalde toepassing: piperacilline, ticarciline + tazobactam
Indicaties: bacteriële infecties
Bijwerkingen: overgevoeligheid, maagdarmstoornissen, pseudomembraneuze colitis,
hypokaliëmie, kristalnefropathie (hoge doseringen)
CI: ziekte van Pfeiffer, overgevoeligheid
IA: orale anticoagulantia
, Fluorchinolonen – DNA gyrase inhibitie → celdood ~floxacine
Voorbeelden: ciprofloxacine, ofloxacine, norfloxacine, moxifloxacine
Indicaties: gram(-), vnl. darminfecties, gecompliceerde UWI, luchtweginfectie
Bijwerkingen: maagdarm klachten, hoofdpijn, duizeligheid, fotosensibilisatie,
achillespeesruptuur (tendinitis), verwijding of scheur binnenwand aorta,
bloedbeeldafwijkingen, neuropathie, hypoglykemie
CI: QT-verlenging, epilepsie, kinderen, nierfunctiestoornis, orgaantransplantatie en
gelijktijdig gebruik van corticosteroïden
! Extra voorzichtigheid bij ouderen
IA: cipro = sterke CYP3A4 remmer
Metronidazol – omzetting in schadelijke nitroimidazol → directe DNA-schade
Indicatie: anaeroben en protozoa, Trichomonas vaginalis, B. fragilis, Clostridium spp,
Gardnerella vaginalis en lamblia, C. difficile, H. pylori en Entamoeba histolytica
Bijwerkingen: misselijkheid, braken, metaalsmaak, verminderde eetlust, intolerantie
voor alcohol, rashes, superinfecties met candida
CI: X
Interacties: Directe interactie met VKA’s, spiegels ↑ van lithium, 5-FU en busulfan
! Metronidazol voorkomt omzetting alcohol
Nitrofurantoine – ribosomaal RNA beschadiging
Indicatie: G+ kokken, E.coli. Ps aeruginosa
Bijwerkingen: gastrointestinale bijwerkingen, anorexie, perifere neuropathie, pulmonaire
toxiciteit bij langdurig gebruik, hepatotoxiciteit (zeldzaam), Superinfectie door schimmel
of resistente bacteriën (>10%), geel/bruin verkleuring urine
CI: eGFR < 30 ml/min
IA: X
Cotrimoxazol – combinatie van foliumzuur-antagonisten trimethoprim en sulfamethoxazol
Indicatie: meeste G(+) en G(-) infecties zoals: luchtweginfecties, darminfecties,
gecompliceerde uwi’s, geslachtsziekten
Bijwerkingen: maagdarmstoornissen, hypoglykemie, overgevoeligheid (fotosens.),
bloedbeeldafwijkingen (zelden)
CI: X
Interacties: anticoagulantia, MTX, SU derivaten, kaliumverhogende medicatie (RAAS-
remmers en kaliumsparende diuretica)
Tetracyclines – blokkade van tRNA binding → remming eiwitsynthese ~cycline
Voorbeeld: tetracycline, doxycycline
Indicatie: G(+) en G(-) bacteria, Lyme-borreliose
Bijwerkingen: maagdarmklachten, stomatitis, enterocolitis, huidreacties,
geelverkleuring tanden (bij kinderen < 8-12 jaar), fotosensibilisatie, zwarte tong,
vestibulaire stoornissen (minocycline specifiek)
CI: zwangerschap, kinderen
IA: Ijzer, melk, antacida, anticoagulantia, carbamazepine