Ondernemingsrecht week 1
HR Lunchroom de Kaattenrug
Kamer van Koophandel – Handelsregister
Doel (art. 2 Hrw): meer rechtszekerheid te verschaffen tijdens het zakendoen, verstrekking algemene
informatie over ondernemingen en voor het registreren van alle ondernemingen en rechtspersonen.
Wat valt er onder deze inschrijving?
- Is te vinden in art. 9 tot en met 14 Hrw
- Bij algemene maatregel van bestuur kan er meer verplicht worden gesteld (art. 17 Hrw). Zoals het
aantal medewerkers en de bevoegdheden van de functionarissen.
Gevolgen van niet inschrijving
Doet geen afbreuk aan het bestaan van de onderneming. Het is slechts een verplichting waarvan
niet-naleving nadelige gevolgen heeft.
- Inschrijfplicht – Art. 18 Hrw: Degene van wie het moet inschrijven is degene aan wie de
onderneming toebehoort, bij rechtspersonen zijn dit de bestuurders.
Wie zijn verplicht om zich in te schrijven?
- De ondernemingen genoemd in art. 5 Hrw
- De rechtspersonen genoemd in art. 6 Hrw
Werking van niet-inschrijving tegenover derden, derdenbescherming (art. 25 Hrw)
- Derden die niet op de hoogte zijn van een feit die ingeschreven moest worden, maar niet
ingeschreven is, worden beschermd. Hier kan geen beroep op gedaan worden (lid 1).
- Dit geld ook voor foutieve informatie in het Handelsregister (lid 3).
Hebben dus geen derdenwerking: werken als niet bestaand tegenover derden, ze mogen vertrouwen
op wat er in het register staat. Dit geldt niet wanneer ze de informatie buiten het register om
verkregen hebben (niet-onkundig)
Eenmanszaak
- Grootste voordeel: er zijn geen formele oprichtingsvereisten of -kosten en is niet wettelijk geregeld
- Je moet je wel inschrijven bij de KvK (art. 5 sub b Hrw). Niet-inschrijving kan leiden tot een
economisch delict (art. 47 Hrw jo. art. 1 sub 4 Wet op economische delicten) en kan worden gestraft
met een hechtenis van ten hoogste 6 maanden, taakstraf of geldboete (art. 6 lid 1 sub 4 WED)
- Er is altijd maar één persoon die de zaak vertegenwoordigt (hoofdelijk aansprakelijk). Als de zaak
failliet gaat, kunnen schuldeisers dus ook aanspraak maken op het privébezit. De ondernemer gaat
dan privé ook failliet.
- Er wordt inkomstenbelasting betaald in plaats van vennootschapsbelasting, de ondernemer heeft
recht op belastingvoordeel en ze kunnen gebruik maken van startersaftrek
Kenmerken:
1. Natuurlijk persoon als eigenaar (doet dit op eigen naam, rekening en risico en is dus ook
aansprakelijk)
2. Verhaal door crediteuren op de zaak- en privévermogens, ze mogen het gehele vermogen
uitwinnen.
Personenvennootschappen
Het is een rechtsvorm waarbinnen personen op vrij relatief kleine schaal samenwerken in de
uitoefening van een vrij beroep of bedrijf.
,- Samenwerkende personen met hun eigen kwaliteiten staan centraal (in plaats van kapitaal)
- Samenwerkingsovereenkomst staat centraal
Karakter:
- Overeenkomst tot samenwerken: onderhandse akte
- 2 of meer vennoten
- Gemeenschappelijke rekening
- Gericht op vermogensrechtelijk voordeel
- Inbreng door vennoten
Kenmerken personenvennootschappen:
- Kunnen vrij eenvoudig worden opgericht: een mondelinge of schriftelijke overeenkomst waarbij
partijen zich verbinden tot het leveren van inbreng (zoals arbeid en geld), met als streven het daaruit
ontstane voordeel met elkaar te delen.
- De samenwerking vindt plaats op basis van gelijkwaardigheid tussen de personen (geen gezag)
- Brengen weinig administratieve lasten of handelen met zich mee: bij onderlinge afspraken hoeven
de statuten niet te worden gewijzigd. Volgens art. 3:15i BW is een eenvoudige boekhouding
voldoende
- De ondernemers blijven persoonlijk hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van het bedrijf
- Er worden vaak onderling afspraken gemaakt over wie welke rechtshandelingen mag verrichten
Soorten personenvennootschappen
Maatschap (art. 7A: 2655 t/m 7A:1688 BW).
Vennootschap onder firma (art. 15 t/m 18 en 22 t/m 34 WvK)
Commanditaire vennootschap (art. 19 t/m 21 WvK)
Als er twee of meer gewone vennoten zijn bij de cv, dan gelden ook de artikelen van de vof (art. 19
lid 2 WvK). Door middel van art. 16 WvK geldt ook boek 7A voor de vof en de gewone vennoten van
de cv
= een gelaagde structuur
Einde personenvennootschap (art. 7A:1683 BW jo. 16 WvK)
- Opzegging
- Dood of curatele
- Faillissement of schuldsanering vennoot
Maar je kan de vennootschap toch doorzetten door het:
- Voortzettingsbeding (art. 7A:1688 BW): de vennootschap blijft voortbestaan als er vennoten
uittreden, moet wel worden ondertekent door alle personen die het opgericht hebben
- Verblijvingsbeding: als de uittredende vennoot zijn goederen terug wil krijgt hij dit in geld en blijven
de goederen in de vennootschap
Beroep of bedrijf?
Beroep: maatschap. Een regelmatige maatschappelijke werkzaamheid, zij hadden een bepaalde
maatschappelijke status (arts, advocaat e.d.) / traditionele vrije beroepen
Bedrijf: vof en cv. Een beroep waarbij niet de persoonlijke kwaliteiten van de beoefenaar op de
voorgrond staat, dit is meer gericht op winst en je produceert bijv. goederen
Vrije beroepen: waarbij de persoonlijke kwaliteiten van de beoefenaar op de voorgrond staat.
dit verschil is nu bijna niet meer zichtbaar!
,Maatschap (art. 7A:1655 BW)
Een overeenkomst waarbij twee of meerdere personen zich verbinden om iets in gemeenschap te
brengen, met het oogmerk om het daaruit ontstane voordeel met elkaar te delen
obligatoire, wederkerige overeenkomst
-Moet zich inschrijven bij de KvK (art. 5 onder a Handelsregisterwet). Niet-inschrijven is een
economisch delict (art. 47 Hrw jo. art. 1 sub 4 WED) en kan worden gestraft met een hechtenis van
ten hoogste 6 maanden, taakstraf of geldboete (art 6 lid 1 sub 4 WED).
Stille maatschap:
- De maten werken ieder in hun eigen praktijk en eigen naam, maar ze kunnen gezamenlijk personeel
aannemen of gespecialiseerde apparatuur aanschaffen.
- Er kan een beroep of bedrijf worden uitgeoefend.
- Als de vennoten handelingen verrichten doen ze dit op eigen naam dus vrij onzichtbaar voor
buitenstaanders, er wordt alleen op de achtergrond samengewerkt.
- Moet zich ook inschrijven in de KvK als hij wordt geacht een onderneming te drijven (als de
betrokkene belastingplichtig is, moet hij zich ook inschrijven in de KvK). Hiervoor worden de
persoonsnamen van de vennoten genoemd en er moet bijstaan dat het een stille maatschap is.
Openbare maatschap:
- Nemen onder een gemeenschappelijk naam deel aan het rechtsverkeer
- Betreft alleen het uitoefenen van een beroep (maar onderscheid beroep en bedrijf is vervaagd)
- Volgens de Hoge Raad is er sprake van indien de maatschap opeen voor derden duidelijke kenbare
wijze onder een door haar als zodanig gevoerde naam aan het rechtsverkeer deelneemt.
Belang van het onderscheid tussen openbaar en stil:
- Vennoten van een openbare maatschap zijn automatisch gebonden aan rechtshandelingen van
medevennoten die rechtsgeldig namens de openbare maatschap handelen.
- Vennoten van een openbare maatschap zijn allemaal hoofdelijk aansprakelijk voor schulden aan
derden.
Oprichting van de maatschap:
- Er zijn minstens twee personen nodig (art. 7A:1655 BW)
- Er is een overeenkomst nodig die voldoet aan de vereisten van boek 3 en 6 BW. In boek 7 staan
geen vormvereisten dus het mag ook mondeling.
- Deze personen moeten zich binden om iets in de gemeenschap te brengen, met het oogmerk om
het daaruit ontstane voordeel met elkaar te delen.
- De maatschap begint op het moment van het sluiten van deze overeenkomst, tenzij een ander
tijdstip is bepaald (art. 7A:1661 BW)
HR Dierenartsenpraktijk:
Er waren geen expliciete afspraken gemaakt waaruit het bestaan van een maatschap blijkt. Het Hof
kijkt of het bestaan van de maatschap uit de gegroeide situatie en alle omstandigheden blijkt adhv de
kenmerken van een maatschap: overeenkomst, samenwerking, gelijkheid, verdeling van voordeel,
inbreng en gerichtheid op voordeel voor alle deelnemers. Hoge Raad zegt nu partijen geen duidelijke
overeenkomsten hebben gesloten ter zake van hun samenwerking, kan niet worden gezegd dat het
aannemen van een stilzwijgende maatschap in strijd in met de rechtszekerheid. Ook de
omstandigheid dat mogelijk tussen enkele partijen op enig moment sprake is geweest van het
aangaan van een overeenkomst van opdracht .. voor dat geen sprake zou zijn van een maatschap.
, Deze zaak gaat over een nogal specifieke feitelijke situatie, maar laat wel goed zien dat het in de
praktijk niet altijd eenvoudig is om dit soort samenwerkingsverbanden juridisch te duiden. Volgens
art. 7A:1655 BW (in de aankomende Titel 7:13 BW bevat art. 7:800 BW een soortgelijke bepaling*) is
sprake van een maatschap wanneer twee of meer personen zich verbinden om iets in gemeenschap
te brengen, met het oogmerk om het daaruit ontstaande voordeel met elkaar te delen. Het meest
kenmerkende element van de maatschap is de zogeheten affectio societatis: de bedoeling van
partijen om op voet van gelijkheid samen te werken. Dit is wat de maatschap onderscheidt van
andere samenwerkingsvormen als bijvoorbeeld de opdracht of de arbeidsovereenkomst. Een
maatschap hoeft niet schriftelijk te worden aangegaan; dat kan ook mondeling – en zelfs stilzwijgend
– gebeuren. In dat geval zal zo nodig achteraf, aan de hand van de feitelijke uitvoering die partijen
aan hun samenwerking hebben gegeven, moeten worden vastgesteld of daaruit de wil van partijen
kan worden afgeleid om op voet van gelijkwaardigheid, als vennoten in een maatschapsverband,
samen te werken. Bij de vaststelling van die partijwil zal, zoals het hof in deze zaak ook had gedaan,
de Haviltex-maatstaf moeten worden toegepast.
Uitvoering van de maatschap (en vof en cv)
Doel: voordeel te behalen en dit voordeel met elkaar te delen. Hiervoor zijn middelen nodig en
daarom is inbreng vereist.
Inbreng: volgens art. 7A:1665 moet iedere maat iets inbrengen. Dit kan volgens art. 7A:1662 lid 1
bestaan uit geld, goederen, genot van goederen en arbeid. Ook goodwill valt hieronder (toekomstige
inkomsten die bestaan in vorm van bijv. kennis, klantenbestand, merken).
Je kan niet het hele vermogen van iemand inbrengen bij de maatschap (art. 7A:1657 jo. 7A:1658). En
er kan niet vooraf worden gesteld dat een bepaald soort goederen altijd automatisch in de
maatschap zal worden ingebracht.
Aandeel in winst en verlies
De hoeveelheid van inbreng is van belang bij het bepalen hoeveel winstaandeel iedere maat krijgt of
in welk deel van het verlies hij bij moet dragen. Als hier niets over is afgesproken geldt art. 7A:1670
lid 1 BW:
- Iedereen heeft een aandeel dat evenredig is aan hetgeen hij in de maatschap heeft ingebracht
- Degene die arbeid inbrengt, heeft een even groot aandeel als degene die het minste heeft
ingebracht (lid 2).
- Als iedereen arbeid inbrengt dan krijgt iedereen een gelijk aandeel in de winst en het verlies
Als hier wel wat over afgesproken wordt, dan;
- kan niet één maat alle winst krijgen (art. 7A:1672 lid 1), zo’n beding is nietig en dan gelden de regels
van art. 7A:1670 lid 1 BW.
- Het is wel mogelijk om slechts één maat het verlies te laten dragen (lid 2).
- Het is niet toegestaan om af te spreken dat een van de vennoten of een derde beslist over hoe
groot iedereens aandeel zal zijn (art. 7A:1671 BW)
Handelen namens de maatschap handelen voor rekening van (intern / draagplicht)
Binnen de handelingen wordt een onderscheid gemaakt tussen beheersdaden en beschikkingsdaden.
Dit is alleen van belang met betrekking tot de interne draagplicht van maten.
Beheersdaden (art. 7A:1673 t/m 1676): de handelingen behoren tot de normale uitoefening van de
ondernemersactiviteiten. Er moet dus gekeken worden naar het doel van de maatschappen, de
toelichting en afspraken in de maatschapsovereenkomst.