Hoorcolleges Knowlegde in Organizations
Hoorcollege 1
Knowlegde werd vaak gelijk gestelt aan competitive advantage. Vervolgens kwam na
de nadruk bij kennis te liggen op wat we ervaren. Datgene wat we doen, tacit
knowlegde (mensen creëren dezelfde waardes, ervaringen etc.). Tegenwoordig
hebben we het over collective knowlegde. Dit wordt gecreëerd door ICT
gefaciliteerde gesprekken en combinatie en creatie op basis van big data.
De onderstaande tabel staat centraal binnen deze cursus.
Wat is epistomology? Epistomoly is een filosofie die nadruk legt op de aard van
kennis. ‘Knowlegde about knowlegde’. Hoe definieren we dat waar is? Wat is zien we
als valid knowlegde en waarom? Er zijn twee manieren om te kijken wat kennis is.
Namelijk:
Dualism – what is knowlegde? Knowlegde is iets wat ‘objectively is there’. Het
is iets wat er is in een bepaald moment van tijd, ook al zijn wij er niet. Het is of
subjectief of objectief. We weten wat het is, door te weten wat het niet is. Dit
betekent dat er natuurlijke uitputtende tegenovergestelden zijn. We willen altijd
beter doen. Onthouden: het is altijd ‘either/or’, we maken een onderscheidt.
Duality – when is knowlegde? Het is het tegenovergestelde van dualism. Het
gaat over op welk moment we dit definiëren als kennis. Iets is alleen daar, als
we het benoemen als we er over praten. Waarom gebeuren dingen zoals ze
gebeuren? Onthouden: het is altijd ‘and, both, as well as’. Dingen bestaan niet
zonder het andere.
Wat is social order? Social order is een continuüm met twee eindes, namelijk:
Consensus: sociology of regulation – de maatschappij neigt naar eeen ideale
staat van integratie, er is vertrouwen, er is een gemeenschappelijke interesse
en kennis/wetenschap is neutraal.
Dissensus: sociology of radical change – onze hele maatschappij is een
‘forces of coercion’. Het is opgebouwd uit conflicten, macht en veranderingen
die continue met elkaar clashen. Dit betekent dat er wantrouwen is, conflicten
van belanges en kennis/wetenschap is beïnvloed door politiek.
Neo-functionalist discourse (dualism/consensus): knowlegde is asset. Je kan het van
mensen overnemen. Mensen en kennis kunnen van elkaar onderscheiden worden.
,Gebaseerd op de kennis die we hebben, kunnen we betere beslissingen nemen. De
nadruk ligt op wat we kunnen bereiken en niet op datgene wat problematisch kan
zijn.
Assumpties: kennis is objectief (het is er ook al zijn wij er niet). Kennis kan je
onderscheiden van kennis (explicit knowlegde!!). Kennis kan worden gezien als een
objectief feit. Kennis vloeit voort uit een intellectueel proces/reflectie.
Constructivist discourse (duality/consensus): knowledge is mind. De focus ligt op
‘doing’ en ‘practice’ en het creëren van een shared context. Niemand weet iets, het is
de combinatie van mensen die ons verder brengt (consensus).
Critical discourse (dualism/dissensus): knowlegde is power. Dit betekent dat het een
asset is; je hebt het en dan heb je macht of je hebt het niet en dan heb je geen
macht.
Dialogical discourse (duality/dissensus): knowledge is discipline. Je wilt continue
jezelf verbeteren. Het gaat over fouten maken en het overdoen. Er zijn heel veel
knowlegde claims (taken for granded). We definiëren iets en ‘take it for granded’.
Echter komen we er dan achter dat het niet voor iedereen geldt en veranderen het
dan.
Tacit versus expliciet knowlegde: tacit knowlegde is persoonlijk, subjectief, context
specifiek en moeilijk te delen. Bijvoorbeeld: de ervaringen van de docent als een
knowlegde managementconsultant en manager zijn ongemerkt terug te zien in deze
cursus. Het kan niet verbaal worden weergegeven. Er is altijd tacit knowlegde en
soms weten we niet eens dat we erover beschikken.
Explicit knowlegde is codifiable, objectief, niet-persoonlijk, context onafhankelijk en
makkelijk te delen. Explicit knowlegde is makkelijk te repliceren en over te dragen.
Bijvoorbeeld de cursushandleiding van dit vak. Dit bestaat uit allerlei informatie
waarover je moet beschikken om te kunnen deelnemen aan deze cursus.
Als we betekenis (context) geven aan ‘data’ dan wordt het
informatie. Als we informatie combineren en er patronen voor
probleemoplossingen aankoppelen, dan wordt het explicit
knowlegde. Wanneer we explicit knowlegde combineren en er
vervolgens inzichten, intuïtie, overtuigingen, gedeelde
contexten, geschiedenis en emoties aan toevoegen dan wordt
het tacit knowlegde.
Constructivist discourse (practice based): Practice refereert
naar doelgerichte menselijke activiteit. Het neemt aan dat de
activiteit zowel fysieke als cognitieve elementen en deze
elementen zijn niet van elkaar te onderscheiden.
Kennnisgebruik en ontwikkelingen worden daarom als een fundamenteel aspect van
activiteit beschouwd. Denk aan voetbal (het spelen van het spelletje, maar ook de
supporters, de bewakers, de spanning vooraf etc. etc. is van onderdeel van de
activiteit). Assumpties: kennis ligt in practice en is multi-dimensioneel en non-
dichotomous (zowel tacit ALS explicit). Kennis ligt vast in mensen (kennis is ‘doing’).
Kennis is culturally embedded.
Critical discourse: dualism er is een goed en een slecht, de machtige groep die
slecht is versus de onmachtige groep die puur, onschuldig en helpless wordt gezien.
Knowlegde is een object dat een bezit kan zijn, kan worden gekocht en verkocht.
,Management van kennis is uitbuiting van managers die alle kennis bezitten die
relevant is voor meer macht en resources (bv. geld). Het is in het voordeel van een
specifieke groep (politcal).
Dialogical discourse: interesse ligt in de rol van kennis in het uitoefenen van macht
en conttrole, echter is er geen politieke agenda en moral stance (er is geen ‘kiezen
van kanten’). Het is een dynamisch proces waarbij continue de posities veranderen.
Voordat iets gemanaged kan worden moet macht/kennis eerst erkent worden. De
focus ligt hierbij op practices. Het doel van discourse is het deconstrueren van self-
evident concepten en machtsrelaties; de preventie van normalisatie en totalisatie.
, Hoorcollege 2
The social-constructivist discourse (practice-based perspective) (part 1)
Indien we spreken over knowledge society, kunnen we een onderscheid maken
tussen drie verschillende onderdelen:
- Knowlegde work
- Knowlegde workers
- Knowlegde intensive firms
Bij een knowlegde society ligt de nadruk op service-based economy, kennis en
informatie intensief en er is een groeiende belangrijkheid van theoretische
‘knowlegde in work’. Echter is dit een oude visie. In de tussentijd is er onze
maatschappij van een industriële maatschappij, naar digitalisatie, naar ‘surveillance
capitalism’ (de nadruk ligt niet op de kennis van mensen, maar op de kennis die
mensen creëren d.m.v. data. Zoals google). De surveillance capitalism ligt de nadruk
op ‘behavioral surplus’. Google gebruikt jouw data om een betere dienst te kunnen
leveren (bv. bij misspellingen). Deze ‘surplus’ data (de data die wij extra toevoegen
aan google (onze interesses, gesalcht etc)) is erg waardevol. Op basis van deze
data, kunnen we dingen voorspellen. Deze voorspellingen worden verkocht aan
adverteerders. Dit is nu hun grootste inkomen. De nadruk ligt wellicht niet meer op
kennis, maar op data.
Wat zijn knowlegde-Intensive Firms (KIFs) en Organizations (KIOs)
KIOs zijn oragnisaties waarbij het meeste werk onderdeel is van een intellectuele
aard en waarbij ‘well-qualified employees’ het grootste deel van de organisatie
uitmaken. Er zijn drie dimensies voor KIFs:
1. Knowlegde intensity van werk
2. Capital intensity van werk
3. De mate waarin de workforce is professionalized
In deze organisaties zijn knowledge workers, hierbij zijn er twee perspectieven:
1. ‘Professional knowlegde workers’ perspective: er wordt vaak gedacht dat
advocaten, artsen etc. knowlegde workers zijn. Dit is niet het geval. Mensen
die meubels maken of iets anders ‘simpels’, hebben ook bepaalde kennis en
dit zijn dus ook knowlegde workers.
2. ‘All work is knowlegde work” perspective: een knowledge workers is iedereen
wiens werk in zekere mate betrekking heeft op tacit en contextual en/of
abstracte/conceptuele kennis. Het is erg lastig om werk uit te voeren, zonder
kennis te gebruiken. Dit perspectief is gerelateerd aan de social-constructivist
perspectief. Dit perspectief ziet kennis namelijk ingebed in iets wat we doen,
niet wat we opschrijven of iets dergelijks.
Karakteristieken van practice-based perspective m.b.t. knowlegde; kennis is niet
codifiable (objectief; een entiteit die we los kunnen zien van mensen); kennis is
ingebed in werk (kennis is alleen daar wanneer mensen het gebruiken); human
activity staat centraal het is action-oriented; kennis is impliciet en context specifiek;
de nadruk ligt op iets ervaren (hoe meer je dingen ervaart, hoe beter je kennis is).
Practic-based perspectief focust zich vooral op wat dingen doen en waarom ze deze
dingen doen. Hierbij kijken we zowel naar routine als naar geïmproviseerde vormen.
Practice refereert naar ‘purposeful human actiivty’. Het is een set van acties die aan
elkaar gerelateerd zijn. De ene actie heeft altijd invloe dop de andere actie. Het is
‘and’. Kennisgebruik en ontwikkeling is een fundamenteel aspect van een aspect.