Inhoudsopgave
ZSO OFO, diagnose, prognose & indicaties voor geassisteerde voortplanting ..................................... 3
KC OFO subfertiel paar ................................................................................................................... 5
ZSO-spermatogenese ..................................................................................................................... 7
ZSO-cyclusstoornissen ................................................................................................................. 12
HC folliculogenese en cyclusstoornissen ....................................................................................... 19
KC-subfertiliteit man ..................................................................................................................... 24
ZSO vroegtijdige wee/ dreigende partus prematurus ....................................................................... 28
WC onverklaarde subfertiliteit ....................................................................................................... 31
HC dreigende vroeggeboorte ......................................................................................................... 36
ZSO + WC-achtergrond en beleid bij zwangerschapsdiabetes en mogelijke gevolgen van pasgeborene
.................................................................................................................................................... 40
PR-anatomie vrouwelijke en mannelijke bekken ........................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
ZSO-placentaontwikkeling en pre-eclampsie ................................................................................. 45
KC pre-eclampsie ......................................................................................................................... 46
Week 2 ....................................................................................................................................... 50
ZSO pre- en dysmaturiteit .............................................................................................................. 51
HC ethische overwegingen aan de grenzen van levensvatbaarheid .................................................. 54
ZSO-uterus anomalieën, meerlingen en liggingsafwijkingen ............................................................ 56
HC + ZSO gecompliceerde partus .................................................................................................. 58
WC+ ZSO een slechte start etc...................................................................................................... 63
ZSO neurologische gevolgen van perinatale problemen .................................................................. 71
ZSO-hongerwinter onderzoek ........................................................................................................ 72
WC cerebrale parese oorzaken en pathofysiologie ......................................................................... 73
WC prenatale programmering, vroege oorsprong van gezondheid en ziekte ..................................... 80
HC-voeding voor a-terme en premature neonaten .......................................................................... 82
Week 3 ....................................................................................................................................... 87
KC een patiënt met CF .................................................................................................................. 88
ZSO het hoestende kind ................................................................................................................ 98
ZSO pulmonale aspecten van CF ..................................................................................................104
ZSO-registratie, vergoeding van geneesmiddelen en omgaan met de farmaceutische industrie........106
ZSO-transplantatie, donorprocedure en wachtlijsten .....................................................................108
TBL-geneesmiddelen, kind met longproblemen en long/ orgaantransplantatie ................................113
ZSO niet pulmonale aspecten van CF ...........................................................................................114
ZSO psychosociale aspecten van CF & CF en werk ........................................................................116
1
,Week 4 ..................................................................................................................................... 117
ZSO sturing van eetgedrag A: biopsychologische mechanismen .....................................................118
HC-aansturing van eetgedrag .......................................................................................................126
ZSO-eetstoornissen bij kinderen ...................................................................................................132
ZSO juridische aspecten van dwang in de praktijk ..........................................................................137
Week 1
2
,ZSO OFO, diagnose, prognose & indicaties voor geassisteerde voortplanting
Leerdoelen:
• Kun je benoemen wat een oriënterend fertiliteits onderzoek behelst.
• Wat het prognostisch model van Hunault inhoudt en wanneer je dit bij onverklaarde subfertiliteit kunt toepassen.
•Onderscheid maken tussen geassisteerde voortplantingstechnieken (ART= Assisted Reproductive Therapy):
- Ovulatie-inductie (oi),
- Intra-uteriene inseminatie met milde ovariële stimulatie (IUI-MOS)
- In vitro fertilisatie (IVF)
- Intra-cytoplasmatische sperma injectie (ICSI) eventueel in combinatie met een TESE (testiculaire sperma-
extractie) of MESA (microchirurgische epididymale sperma aspiratie) behandeling.
•Indicatiegebieden zijn voor de verschillende vormen van kunstmatige voortplantingstechnieken.
• Kun je benoemen wat de procedure en de potentiële risico’s van de behandelingen behelst.
Zelfcontrole:
• Eerste en tweede keus behandeling benoemen voor subfertiele koppels waarbij de vrouw normogonadotrope
anovulatie heeft?
•Werkingsmechanisme beschrijven van anti-oestrogenen als behandeling voor normogonadotrope anovulatie?
• Kun je het belangrijkste risico noemen van de eerstelijnsbehandeling van koppels met onverklaarde subfertiliteit en
een prognose op spontane zwangerschap < 30%?
• Kun je de verschillende indicaties benoemen voor IVF en ICSI?
• Kun je globaal beschrijven welke medicatie gebruikt wordt tijdens een IVF stimulatie en wat het beoogde doel van
ieder medicament is?
• Kun je de belangrijkste complicatie van IVF benoemen en de pathofysiologie achter het probleem?
Bij anovulatoire onvruchtbaarheid eerst gezondheid zoals BMI optimaliseren voor behandeling
- Vetweefsel heeft hormonale/ endocriene gevolgen
Jaarlijks 20.000. Paren subfertiliteit (1 jaar regelmatig onbeschermde coitus), zij krijgen OFO
(orienteren fertiliteitsonderzoek)
- Helft: ovulatiestoornis, dubbelzijdige eilederafsluiting/ tubafactor of lage
spermakwaliteit. Kans op natuurlijke zwangerschap klein.
- Heft geen duidelijke oorzaak --> hunaultscore
o < 30% behandeling
o > 30% nog half jaar natuurlijk proberen
Bij voorgeschiedenis van de man kan je vragen naar cryptorchisme (niet-ingedaalde teelbal)
Primaire subfertiliteit:
- Nooit zwangerschap bij man of vrouw
Secundaire subfertiliteit
- Wel eerder zwangerschap (ongeacht geboorte)
Oriënterend fertiliteitsonderzoek (OFO) --> 1e stap
1. Ovulatiedetectie
a. BTC- curve (temperatuur)
b. Progesteron bepaling in 2e cyclus helft
c. Bij regelmatige cyclus --> VCM (volume x concentratie x motiliteit)
i. VCM > 3 miljoen --> spontante conceptie mogelijk en hunault wordt berekend
ii. VCM < 3 miljoen --> SOT (sperma opwekkingstest)
d. Bij onregelmatige: gonadotrofine spiegels, oestrogeen en progesteron checken
2. Semen analyse
3. Doorgankelijkheid van tubae beoordelen
3
, Corpus luteum produceert progesteron na de ovulatie wat zorgt voor een hogere temperatuur
Normospermia: volume >1,5 / pH 7,2-9 / >15miljoen per ml / >39miljoen per ejaculaat/ >32% motiel
en >4% normale morfologie
Hypogonadotrope hypogonadisme kan als gevolg van defecte GnRH-productie of minder
gonadotrofine-afscheiding, voor ovulatie kan je behandelen met GnRH pomp, bijna 100%
effectief en weinig risico’s. Bij hypofysaire ongevoeligheid voor GnRH à FSH en LH toedienen
Tubadiagnostiek
Eerst worden PID (pelvic inflammatory diasease) en chirurgische ingrepen aan kleine bekken
uitgesloten. Bij een positieve CAT (chlamidia antibody test) moet je tubadiagnostiek uitvoeren.
HSG hysterosalpinogram is een soort röntgen, het contrast wordt richting cavum douglasi
gespoten. Als dat niet lukt is er een obstructie. (minder invasief dan laproscopie). Bij HyCoSy gebruik
je echografie om contrast te volgen (heeft een therapeutisch effect à verhoging spontante zwangerschap
komende 6 maanden).
- Laproscopie alleen bij hoogrisico en is een kijkoperatie in de buik
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sabjah. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.