Samenvatting module Werken met baby’s
De ontwikkeling van een baby
De hersenontwikkeling
Groei is niet in alle ontwikkelingsgebieden gelijk. Baby leert voornamelijk door bewegen en gebruik
van zintuigen (sensomotorisch). Baby legt basis voor brein en die processen kunnen niet over worden
gedaan. Hersenen sturen alle processen aan. Geven via zenuwstelsel informatie/signalen door aan
lichaam en weer terug (wisselwerking). Bij het versturen van signalen worden verbindingen tussen
hersencellen gemaakt. Baby maakt 10.000.000.000 nieuwe verbindingen per dag. Verbinding = nodig
om iets te leren, handeling te doen of proces in gang te zetten. In het begin: verbindingen zwak, later
sterkere verbinding en snellere processen. Verbindingen sterker maken door veel oefenen en
herhalen. Neuronen sturen elektrische signalen
Eerste vier maanden zwangerschap: miljarden hersencellen aangemaakt in hersenen, basis volwassen
brein. Voor geboorte: 20% van verbindingen gevormd. Belangrijk dat hersenen via navelstreng en
placenta voldoende voedsel en zuurstof. Moeder moet daarom voldoende jodium en foliumzuur
binnenkrijgen. Tekort aan jodium = schildklier werkt niet goed waardoor hersenen niet goed kunnen
ontwikkelen. Foliumzuur zorgt voor goede ontwikkeling van hersenen, ruggenmerg en zenuwstelsel.
Tijdens vorming kan beschadiging of verstoring in hersenen ontstaan : na geboorte verstandelijke
beperking, spasmes, etc. Negatieve invloed op foetus:
- Erfelijke aandoeningen
- Innemen van alcohol, drugs, nicotine en medicatie
- Infectieziekten als rodehond, waterpokken en vijfde ziekte (verstoring in zenuwstelsel)
Ontwikkeling van hersenen is binnen 25 jaar afgerond.
Leeftijd Gemiddelde gewicht van de hersenen
Pasgeboren baby +/- 400 gram
Baby van 1 jaar +/- 1000 gram (2,5 keer zo groot als bij geboorte)
Kind van 5 jaar +/- 1200 gram (3 keer zo groot als bij geboorte)
Volwassen brein +/- 1400 gram (3,5 keer zo groot als bij geboorte)
Om axonen van hersencellen vormt zich myeline. Myeline = zorgt ervoor dat signalen beter en sneller
worden doorgegeven. 80% van alle verbindingen vindt plaats tussen 0-3 jaar. Helft van de
verbindingen verliest baby tijdens ouder worden, omdat deze nooit gebruikt worden.
Hersenontwikkeling stimuleren door:
- Liefdevolle en respectvolle aanrakingen zijn essentieel
- Zintuigen prikkelen
- Nieuwe vaardigheden stimuleren
- Zorgen voor voldoende rust
De fysieke ontwikkeling
Skelet van baby is veel flexibeler dan volwassene. Babyskelet bestaat voornamelijk uit zachte botten
en kraakbeen → calcium nodig uit borst- en/of flesvoeding.
Schedel beschermt kwetsbare delen. Als baby geboren wordt bestaat schedel uit verschillende delen
(zacht en flexibel). Schedelplaten kunne over elkaar heen schuiven bij bevalling.
,Fontanellen (= zachte, kwetsbare plek op hoofdbaby) moeten
sluiten, beschermd door stevig vlies. Niet hard op drukken. Grote
fontanel op voorhoofd en kleine fontanel op achterhoofd. Soms
zie je hartslag kloppen. Sluiten van fontanellen binnen 12 en 24
maanden.
Doorkomen tanden: gemiddeld eerste tand rond 6 maanden.
Soms wordt baby geboren met tandje al in mond. Signalen van doorkomen tandjes:
- Tandvlees rood en dik
- Kwijlen
- Verhoging
- Rode wangen
- Voorwerpen in mond op te kauwen/bijten
- Meer huilen en meer onrustig
- Diarree en luieruitslag
Leeftijd Vorming van het melkgebit
6-16 maanden Snijtanden onderkaak
8-13 maanden Snijtanden bovenkaak
13-14 maanden Eerste kiezen komen door
16-23 maanden Hoektanden en tweede serie kiezen komen door
24-33 maanden Alle kiezen en tanden van melkgebit
Ontwikkeling spieren:
- Alle spieren al aanwezig, alleen nog slap en met weinig kracht.
- Belangrijk om hoofd goed te ondersteunen
- Helpen nekspieren ontwikkelen door onder toezicht op buik te leggen
- Spieren die dichtst bij hoofd zitten, ontwikkelen zich eerst (nekspieren)
Veelvoorkomende lichamelijke ongemakken
- Voorkeurshouding: schedel afgeplat of scheef, trekt meestal na 6 maanden bij. Soms
operatief. Als PM’er stimuleren andere kant op te kijken
- Overstrekken: teken dat hij niet comfortabel is, spieren buik minder ontwikkeld en spieren rug
meer. Mogelijke oorzaken: te veel prikkels, pijn, storing in stand nekwervels zorg voor
ontspanning en in houding bolle rug
- Reflux: voeding via maag terug naar slokdarm, sluitspier niet goed ontwikkeld.
Ongecompliceerde reflux = voedsel uitspugen, verborgen reflux = voedsel stroomt slokdarm in
zonder uitspugen. Refluxziekte = slokdarm raakt geïrriteerd/ontstoken: pijn bij slikken, huilen
en prikkelbaar. Oplossingen: meer rechtop houden na voeding, dikker maken met
johannesbroodpitmeel
Motorische ontwikkeling
Aangeboren reflexen
- Zoekreflex: draaien naar tepel om te dringen, wang raken: mond open
- Zuigreflex: zuigen borst of speen
- Kokhalsreflex: uitspugen bij teveel voeding, voorkomt stikken
- Grijpreflex: vastklemmen
- Stapreflex: onder oksels vasthouden: lopende beweging met voeten
- Mororeflex: handen openen en benen spreiden bij schrikken
, Mijlpalen grove motoriek
- Liggen: vanaf geboorte, eerst optillen hoofdje, meerdere keren per dag op buik leggen
- Omrollen:
o Van buik naar rug: 4 maanden
o Van rug naar buik: 6 maanden (buikspieren voor nodig)
- Zitten: tussen 6 en 9 maanden, belangrijk dat nek- en rugspieren goed ontwikkeld zijn
- Voortbewegen: vanaf 4 -5 maanden
o Tijgeren: vanaf 4 maanden: plat over grond schuiven, eerst rondjes draaien om as,
dan achteruit, dan vooruit
o Billenschuiven: vanaf 7 maanden
o Kruipen: vanaf 7 maanden, belangrijk voor hersenontwikkeling (verbindingen
aanleggen)
o Staan: vanaf 6 maanden, niet stimuleren als spieren nog niet stevig genoeg zijn
o Optrekken: vanaf 10 maanden
o Lopen: vanaf 13 maanden
Mijlpalen fijne motoriek
- Grijpreflex vanaf geboorte: vastklampen vingers, aaien over vingers om los te laten
- Experimenteren met handjes: vanaf 8 weken
- Grijpen en pakken: vanaf 3 maanden
- Aanwijzen: vanaf 9 maanden
- Pincetgreep: vanaf 11 maanden, oefenen vanaf 8 maanden
- Eten en drinken: vanaf 10 maanden, vraagt goed oog-hand-coördinatie
- Toren bouwen: vanaf 18 maanden, met 2 jaar: toren van 6 blokjes
- Bladzijdes omslaan: vanaf 18 maanden
Zintuiglijke ontwikkeling
Sensomotorische fase van 0-2 jaar (Piaget): leren door middel van motoriek en zintuigen. Iedere
prikkel maakt indruk, sneller overprikkeld en moe.
Ontwikkeling gehoor
- In baarmoeder al geluiden horen, nog niet zo goed als volwassenen
- Pasgeborenen kan schrikken van onverwachte geluiden
- 6 maanden oud: zeer goed horen, belangrijk voor taalontwikkeling (klanken onderscheiden)
- Signalen doof/slechthorend:
o Door verkoudheid, oorontstekingen, etc
o Schrikken van harde en onverwachte geluiden
o Rond 6 maanden nog niet brabbelen
o 1 jaar: niet reageren op zachte geluiden
o 1,5 jaar: geen enkel word zeggen of reageren op vragen
Ontwikkeling zicht
- Minst ontwikkelde zintuig
- Scherpste zicht op afstand 15-25 cm, in verte nog wazig
- Vanaf vier weken zwart en wit en primaire (rood, geel, blauw) kleuren onderscheiden
- Bij half jaar oud alle kleuren, ouders herkennen aan gezicht, bij 1 jaar net zo goed zien als
volwassene