Leren op School
ALGEMEEN
LEERDOELEN
Kennis en inzicht
1. Studenten kunnen de rol van een orthopedagoog binnen de school uitleggen.
2. Studenten kunnen uitleggen waarom en hoe de school een relevante orthopedagogische context is.
3. Studenten kunnen benoemen wat de domein generieke effecten van intelligentie en executieve
functies zijn op de cognitieve ontwikkeling van leerlingen.
4. Studenten kunnen de normale en afwijkende ontwikkeling van diverse basisvaardigheden (taal,
lezen, spellen, begrijpend lezen, rekenen) beschrijven en kunnen benoemen welke onderliggende
vaardigheden daarbij van belang zijn.
5. Studenten kunnen de belangrijkste ondersteuningsmethoden en –principes beschrijven die kunnen
worden ingezet bij een afwijkende cognitieve ontwikkeling.
6. Studenten kunnen de voornaamste theorieën en onderzoeksmiddelen op het gebied van de
normale en afwijkende cognitieve ontwikkeling toelichten en kunnen daarbij aangeven wat de
belangrijkste verschillen en overeenkomsten zijn.
7. Studenten kunnen uitleggen hoe de ontwikkeling van basisvaardigheden onderling samenhangt.
Toepassen van kennis en inzicht
1. Studenten kunnen kennis over de ontwikkeling van basisvaardigheden toepassen op casussen in
de zin dat zij kunnen bedenken hoe ze moeilijkheden in de verwerving van basisvaardigheden
kunnen onderzoeken en kunnen beargumenteren welke ondersteuningsaanpak geschikt is voor een
leerling met specifieke kenmerken.
2. Studenten kunnen onderzoeksmiddelen op het gebied van (voorspellers van) basisvaardigheden
correct hanteren en scoren in een testafname bij een kind van 11, 12 of 13 jaar binnen het reguliere
onderwijs.
Oordeelsvorming
1. Studenten kunnen vragen of meningen van professionals over de cognitieve ontwikkeling van
leerlingen met elkaar vergelijken en kunnen daarbij aangeven welke theoretische principes daaraan
ten grondslag liggen.
1
,HOORCOLLEGE 1: SCHOOL ALS PEDAGOGISCHE CONTEXT
BIJPASSENDE ARTIKELEN
1. Verachtert, P., De Fraine, B., Onghena, P., & Ghesquière, P. (2010). Season of birth and school
success in the early years of primary education.
2. Goos, M., Pipa, J., & Peixoto, F. (2021). Effectiveness of grade retention: A systematic review and
meta-analysis
3. Steenbergen-Hu, S., & Moon, S. M. (2011). The effects of acceleration on high-ability learners: A
meta-analysis.
ARTIKEL 1. SEASON OF BIRTH AND SCHOOL SUCCES IN THE EARLY YEARS OF
PRIMARY EDUCATION - VERACHTERT EL AL (2010)
Achtergrondinformatie
Uit het artikel van Verachtert et al. Kwam naar voren dat:
- Jonge kinderen presteren gemiddeld minder goed op rekenen
- Verschillen in prestaties zijn in groep 4 kleiner dan in groep 3
- Jongere kinderen groeien sneller in rekenvaardigheden
- Maar, verschillen zijn er nog steeds eind groep 4.
Let op: het verschil in leeftijd binnen de klas wordt steeds groter. Hoe komt dat? -> groepen worden meer
homogeen door selectieproces; doubleren en versnellen.
Foto-artikel:
Aan de hand van dit artikel komt naar voren:
De kinderen die in het laatste kwartaal (oct-dec) hebben meer kans dat ze vertragen.
- De kinderen die versnellen komen meestal uit januari, februari, maart
- De kinderen die doubleren komen meestal uit oktober, november, december.
Er is sociale ongelijkheid binnen het onderwijs door verschillen in de geboortemaand:
- Jongste kinderen zijn minder ontwikkeld
- Jongste kinderen binnen een groep onderschat
- De standaard is te hoog gegrepen voor jongste kinderen
- Jongere kinderen ervaren minder zelfvertrouwen
Jongeren kinderen blijven vaker zitten, is dit erg? -> Hierdoor kan het voorkomen dat jongeren kinderen
minder zelfvertrouwen hebben, wat op lange termijn nadelige gevolgen hebben. Om deze reden is het de
moeite waard om bij jongere kinderen te kijken wat de positie in de groep is (is het een jong, of oud kind?).
Overstap: blijven zitten
Binnen de groep kinderen die zijn blijven zitten presteren de jongere kinderen wat beter dan de oudere
kinderen. Hier lijkt sprake van een omgekeerd geboortemaandeffect:
Als je jonger bent en je blijft zitten, dan blijf je vaak zitten vanwege het feit dat je jonger bent. De
kans dat je je nog moet ontwikkelen is aanwezig. Als je ouder bent en je blijft zitten, dan zijn er
meerdere onderliggende factoren. Denk aan thuissituatie, achterstand in leren etc. De kans dat je je
al hebt ontwikkeld, is al aanwezig maar er is interne persoonlijke achterstand.
ARTIKEL 2. EFFECTIVENESS OF GRADE RETENTION - (2021)
Achtergrondinformatie
Op basis van vote counting analysis en three-level metaregression analysis wordt gevonden dat
doubleren nul effect heeft (repeaters en nonrepeaters vertonen vergelijkbare ontwikkelingen). Doubleren
lijkt minder effectief bij landen die een combinatie van doubleren en tracking toepassen. Doubleren lijkt
effectiever in landen die strategieën gebruiken zoals het groeperen, instellen en nastreven van
vaardigheden om om te gaan met heterogeniteit onder studenten.
Vormen van doubleren
- Uniforme integratielanden: doubleren meest toegepaste praktijk om heterogeniteit bij leerlingen
aan te pakken
2
, - Scheidingslanden: doubleren wordt gecombineerd met het groeperen en volgen van vaardigheden
om de heterogeniteit van leerlingen aan te pakken (Duitsland, Oostenrijk, Hongarije, Zwitserland,
Luxemburg, België en Nederland)
- a la carte integratielanden: doubleren wordt alleen gebruikt als laatste remedie wanneer
groeperen, instellen en nastreven van vaardigheden de heterogeniteit van leerlingen onvoldoende
lijkt aan te pakken (VS, VK, Canada, Australië en NZ)
- Geïndividualiseerde integratielanden: doubleren niet toegestaan of zelden toegepast, omdat
heterogeniteit onder leerlingen wordt aangepakt door middel van verschillende vormen van
differentiatie en geïndividualiseerd onderwijs (Denemarken, IJsland, Finland, Noorwegen en
Zweden).
Argumenten voor doubleren
- Rijpingstheorie van de ontwikkeling: het beheersen van de leerinhoud met betrekking tot een
bepaald leerjaar is noodzakelijk om in latere leerjaren te slagen. Hier wordt gedacht vanuit
bouwstenen, waarbij elk leerjaar voortbouwt op de vorige.
- Klassen worden homogener wanneer de zwakst presterende leerlingen doubleren: docenten
kunnen beter instrueren, meer geavanceerde leerinhoud behandelen en beter voldoen aan de
individuele behoeften van leerlingen, waardoor de prestaties van alle leerlingen worden verbeterd.
- Opvoeders zijn ervan overtuigd dat leerlingen die doubleren tijdens hun retentiejaar beginnen met
een voorsprong in academische kennis en vaardigheden ten opzichte van hun nieuwe, jongere
klasgenoten, de kans krijgen om zich op te frissen en nieuwe successen te ervaren, en meer
ervaring hebben opgedaan in het omgaan met leeftijdsgenoten en omgaan met conflicten op school
in vergelijking met hun nieuwe, jongere klasgenoten. Hierdoor wordt er verwacht dat doubleren de
academische prestaties, motivatie, zelfbeeld, zelfvertrouwen, plezier in leren, schoolwelzijn en
interpersoonlijke relaties stimuleren.
- Veel opvoeders menen dat de dreiging van doubleren werkt als een stok achter de deur.
Voordelen van doubleren
- Homogene groepen: je zorgt ervoor dat het niveau binnen de groep evenwichtig blijft.
- De beste zijn: Als je blijft zitten krijg je als kind een beetje het gevoel dat je de beste bent, want je
hebt het al eens eerder gehad.
- Hard werken: je kan ook het gevoel krijgen dat je harder moet werken, omdat je al eens bent
blijven zitten en dat niet nogmaals wilt doen.
- Stof bouwt op: het wordt alleen maar moeilijker en moeilijker. Als de basis niet voldoende is, dan
kan je beter een jaartje blijven.
Nadelen van doubleren
- Het kost geld (10.000): het kost veel om een heel extra jaar te moeten volgen.
- Vrienden zijn weg: alle vrienden die je maakt in de klas gaan door en jij blijft zitten. Waarom
kunnen mijn vrienden het wel en ik niet?
- Veel herhalen: je zal het hele jaar opnieuw moeten doen. In een heel jaar heb je niet niks opgepikt,
dus er zit veel herhaling in (wat als saai kan worden ervaren)
- Stressvol: de constante druk dat je moet blijven zitten kan als stressvol worden ervaren.
Wat zijn dan de effecten van blijven zitten?
Het is moeilijk om de effecten van blijven zitten te onderzoeken. Je kan niet zomaar kinderen selecteren (jij
blijft zitten en jij niet) omdat dat effect heeft op het kind. Er is dus geen experimenteel onderzoek mogelijk.
Leerlingen die wel/niet zijn blijven zitten kunnen op veel verschillende domeinen verschillen. Denk aan
prestaties, welbevinden, gedrag, relatie met leerkracht, betrokkenheid van de ouders etc. deze verschillen
veranderen ook over tijd. De studie liet zien, dat je ziet dat er geen verschil is tussen kinderen die zijn
blijven zitten en kinderen die vergelijkbaar zijn maar wel zijn doorgestroomd. Je ziet dus geen verschil in
prestaties, welbevinden of carrière. De effecten die we wel zagen:
- Als het blijven zitten plus was (dus blijven zitten met eigen programma) dan waren de effecten
positiever dan wanneer je helemaal opnieuw begon.
- Als je leerlingen vergelijkt met de leerlingen die nieuw in de klas komen, dan doet de leerling het
beter
- Jongere nieuwe klasgenoten beter dan oudere nieuwe klasgenoten
- Leerling blijft in groep 4 zitten, dan is de tweede keer groep 4 beter dan groep 5 en 6.
3
, - Als je kijkt naar psychosociale ontwikkeling dan zijn er positieve effecten.
Doordenkertje
Voor blijven zitten in de kleuterklas worden vaker positieve effecten gevonden, vooral wat betreft
psychosociale ontwikkeling. Beter welbevinden, meer vrienden, minder gedragsproblemen, meer
zelfstandigheid en zelfvertrouwen. Hoe zou dat komen?
- In groep 1 en 2 ben je vooral bezig met sociale ontwikkelingen. Er is dan meer aandacht op deze
ontwikkelingen waardoor je deze beter ontwikkelt. In de latere klassen ligt de focus ook meer de
andere vaardigheden (rekenen, taalvaardigheden etc.). De focus ligt dan minder op deze
psychosociale vaardigheden.
Pas op!
Gemiddeld nul effecten van blijven zitten (vanaf groep 3>) betekent dat blijven zitten niet wenselijk is. Je
bent een jaar kwijt en het levert je niks op.
Je vergelijkt altijd met de klas waar ze in hoorden te zitten. Dan zullen ze t.o.v. die groep het altijd slechter
doen.
- De kleuterklas is hierbij ook een uitzondering. Omdat binnen de kleuterklas zullen de kinderen er
wel beter uitkomen.
Waarom werkt blijven zitten niet?
Slecht presteren en gedragen op school komt voort uit diverse risicofactoren in het kind en in de omgeving,
die niet worden aangepakt door alleen blijven zitten
Er is een remediërende aanpak nodig, gericht op wegnemen risicofactoren of versterken protectieve
factoren. Blijven zitten kan hier in uitzonderlijke gevallen deel van uitmaken
Passend onderwijs en de orthopedagoog is nodig
ARTIKEL 3. THE EFFECTS OF ACCELERATION ON HIGH-ABILITY LEARNERS
STEENBERGEN-HU & MOON (2011)
Versnellen heeft een positief effect op de academische prestaties van hoogbegaafde leerlingen. De
sociaal-emotionele ontwikkelingseffecten leken licht positief. Het academische effect van versnellen zijn
meer waarneembaar wanneer hoogbegaafde leerlingen worden vergeleken met leeftijdsgenoten en dat
negatieve effecten van versnellen op prestaties waarschijnlijker zijn in studies met mixed-age
groepsvergelijking. De effecten van versnellen zijn beter waarneembaar wanneer versnelde hoogbegaafde
leerlingen werden vergeleken met leeftijdsgenoten die niet waren versneld.
Sociaal-emotionele ontwikkeling
De effecten van versnellen waren enigszins positief, echter niet zo groot als op academische prestaties. De
effecten zijn niet schadelijk voor de sociaal-emotionele ontwikkeling.
In de meta-analyse is geen significant verschil gevonden tussen de effecten van op cijfers gebaseerde en
op inhoud gebaseerde versnelling in termen van academische prestaties en sociaal-emotionele
ontwikkeling. Verklaring:
- Hoogbegaafde leerlingen met op inhoud gebaseerde versnelling maken de gebaseerde versnelling
ook mee.
- De graad gebaseerde versnelling kan resultaat zijn van op inhoud gebaseerde versnelling.
- Niet alle onderzoeken hebben onderscheid in de vormen van versnelling.
- Er zijn niet genoeg studies bekeken om het verschil op te merken.
Effecten
- Overwegend vinden de positieve effecten op schoolprestaties. Alle kinderen die doorstromen (van
groep 4 naar groep 6) vergelijken met kind die van groep 4 naar 5 gaat, maar naar 6 had kunnen
gaan, hebben betere schoolprestaties. 23 studies vonden dit wel t.o.v. 5 studies. Een studie moest
worden verwijderd, omdat deze erbij pasten.
- De sociaal emotionele ontwikkeling geeft aan dat er weinig verschillen waren. 15 positief en 7
negatief.
4