Samenvatting Osborne, Radnor & Nasi – New theory for Public Service Management
De auteurs van dit artikel beweren dat de huidige theorie rondom publieke dienstverlening niet
geschikt meer zijn. Dit vanwege de volgende twee redenen:
- De theorie richt zich op interorganisatorische processen. De nieuwe context is complexer en
vergt andere benaderingen rondom publieke dienstverlening. Het is niet meer mogelijk om je
alleen maar te concentreren op de administratieve processen of intra organisatorisch beheer.
De focus moet worden verlegd naar een breder paradigma wat de nadruk legt op zowel de
organisatorische kant van de dienstverlening als de effectiviteit van de dienstverlening, ookwel
New Public Governance.
- De theorie is afgeleid van de productiesector in plaats van de openbare dienstverlening.
Hierdoor werd de openbare dienstverlening gezien als een voorgefabriceerd product (een pak
melk of een appel) in plaats van een openbare dienst (gezondheidszorg en onderwijs).
De hedendaagse theorie rondom publieke dienstverlening valt voor een groot deel binnen het New
Public Management. Deze theorie is ontstaan vanuit drie kritiekpunten op de traditionele oogpunten
van bestuurskunde. De kritiekpunten waren (1) het vaststellen van politieke bestuurskunde als
dichotomie in de praktijk (2) ambtenaren bevredigden hun eigen behoeften in plaats van die van de
burgers (3) het openbaar bestuur werd als inefficiënt en ineffectief gezien om openbare middelen toe
te wijzen.
De New Public Managementbeweging pleitte voor een meer management- en marktgeoriënteerd
kader rondom de publieke dienstverlening. Hood formuleerde uiteindelijk het klassieke New Public
Management in 1991 in zijn artikel. Belangrijke elementen waren volgens hem: een bewust
bestuurlijke benadering van de levering van openbare dienstverlening waarbij er gestuurd werd op
outputcontrole, de groei van het gebruik door markt- en concurrentiewerking. Burgers werden vanaf nu
gezien als klanten van de openbare dienstverlening.
De publieke dienstverlening heeft drie onderscheidende kenmerken. Een publieke dienst kan bijna
nooit voldoen aan alle drie de kenmerken. Om te volstaan als publieke dienst, moet het ten minste aan
een kenmerk voldoen. (1) Proces: ondanks dat een product altijd concreet is en een service
ongrijpbaar is. De publieke dienstverlening wordt beoordeeld op het proces en niet alleen op het
resultaat. Voorbeeld: iemand kan beter worden in het ziekenhuis, maar is dat op een efficiënte en
effectieve manier gebeurt? (2) Andere productielogica: bij producten vinden productie, verkoop en
consumptie afzonderlijk van elkaar plaats. Bij publieke dienstverlening vinden productie en consumptie
tegelijkertijd plaats. Er is dan ook een andere bedrijfslogica nodig. Voorbeeld: de productie en het
gebruik van een sportevenement vinden op hetzelfde moment plaats. (3) Rol van de gebruiker: deze
is kwalitatief verschillend voor producten en dienstverlening. Bij producten zijn gebruikers de kopers
en later de consument. Bij dienstverlening is de gebruiker ook een coproducent.
Service dominante inzichten zijn afwezig in de literatuur rondom publieke dienstverlening. Zowel de
theorie als de praktijk rondom het openbaar bestuur zou worden verbeterd door een dominante
benadering van de publieke dienstverlening. Hiervoor zijn vier potentiele bijdragen. (1) Strategische
oriëntatie: effectieve organisaties maken beslissingen rondom doelbehaling op zowel korte- als lange
termijn. Dit wordt ook wel gezien als een holistisch (alomvattend) organisatieconcept voor
dienstverlenende organisaties. (2) Marketing openbare diensten: publieke dienstverlening moet
verschillende aspecten omvatten zoals strategische positionering, communicatie met gebruikers van
de dienstverlening en de evaluatie van de kwaliteit en effectiviteit. Door middel van ‘sociale marketing’
kan een gedragsverandering van burgers worden gestimuleerd. Door ‘dienstende marketing’ wordt er
een inzicht gegeven in hoe diensten te rantsoeneren zijn tijdens economische schaarste of wanneer
de vraag groter is dan het aanbod. Marktbenadering is essentieel om zowel de strategische intentie in
een belofte te veranderen, als de verwachting van de gebruiker vorm te geven. Het vormt een
,raamwerk van vertrouwen in de publieke dienstverlening. (3) Coproductie: dit is de manier waarop
gebruikersbetrokkenheid wordt ingezet in het proces binnen publieke dienstverlening. Coproductie kan
alleen plaatsvinden in opdracht van en gecontroleerd door serviceprofessionals. Deze manier van
werken is niet meer weg te denken, de kennis en de ervaring van de gebruiker van de dienstverlening
staat dominant centraal in de huidige benadering van de openbare dienstverlening. (4) Operationeel
beheer: dit gaat over hoe publieke organisaties de levering van hun goederen en diensten ontwerpen,
plannen, controleren, beheren en verbeteren. Zonder deze dominante aanpak zal het leiden tot een
efficiëntere maar niet tot een effectievere manier van het aanbieden van openbare diensten.
Een fatale fout binnen het New Public Management is dat theorieën zijn afgeleid uit de productiesector
en niet de dienstverleningssector. Dit is zichtbaar in de tekortkoming in de empirische en theoretische
inzichten rondom de publieke dienstverlening. Het artikel pleit daarom voor een andere benadering:
een dominante servicemanagementtheorie.
, Samenvatting Koppenjan – Het verknipte bestuur
Hoofdstuk 1: inleiding verknipte dienstverlening
In 2011 werd door een groep regionale spoorvervoerders (Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland
ook wel FMN) het Nieuwe Spoorplan aangeboden aan de Minister van Infrastructuur en Milieu. Op dit
moment had de Minister twee keuzes: óf het Nederlandse treinsporennet in de handen van de
Nederlandse Spoorwegen laten, óf kleine lokale aanbieders ook een kans gunnen door het
treinsporennet openbaar te maken waarbij het alleenrecht van de Nederlandse Spoorwegen zou
komen te vervallen. Het opknippen van een (semi)publieke dienstverlening levert vaak problemen op,
zo ook in het geval van het opknippen van het Nederlandse treinsporennet.
De publieke dienstverlening kijkt vaak met een schuin oog naar management- en organisatievormen
uit de private sector. Bijvoorbeeld rondom de hoogten van salarissen van bestuurders, de
stopwatchcultuur waardoor verpleegkundigen minder tijd hebben voor de client en aanbesteding in de
thuiszorg. Het openbaar bestuur, en met name politici en bestuurders, zijn in de afgelopen jaren
doodgegooid met de thermen efficiëntie, prestatiemeting en marktwerking. Dit zijn thermen die in het
New Public Management tijdperk meermaals worden genoemd. In dit paradigma wordt de overheid
bestuurd als een privaat bedrijf. Er wordt gedacht dat het inefficiënt werken van overheidsorganisaties
kan worden opgelost door middel van het opknippen van de publieke dienstverlening (door
privatisering).
Het is een irreële gedachte dat er een bureaucratie bestaat waarin neutrale, rationele ambtenaren zich
in dienst stellen van de overheid om een representatie te zijn voor de democratie en werken vanuit
een public service motivation. Dit komt omdat we in een complexe, pluriforme en meer
individualiserende maatschappij leven die niet vanuit een centraal punt gestuurd kan worden. Hierdoor
wordt het algemeen belang voorbijgeschoten. Er wordt gekeken naar organisatorische factoren (is er
nog budget?) in plaats van democratische factoren (wat wilt de burger en heeft de burger nodig?).
Hoofdstuk 2: wat is goede publieke dienstverlening?
Publieke dienstverlening is het leveren van diensten aan burgers in het kader van het publiek belang.
Het gaat hierbij voornamelijk om goederen die de markt niet kan produceren en waarvan de burgers
vinden dat de overheid de verantwoordelijkheid heeft om deze te leveren. Er zijn verschillen tussen
publieke en private goederen. Als eerste geldt bij publieke goederen dat het enkelvoudige
doelstellingen (openbaar vervoer) zijn. Echter zijn deze vaak tegenstrijdig (openbaar vervoer en
overstappen). Als tweede worden publieke goederen gezien als ‘zachte publieke waarden’. Door
aspecten als efficiëntie, effectiviteit en doelmatigheid wordt het zachte vaak voorbij gegaan. Bij private
goederen is er geen zachte kant, het gaat hard gezien om geld verdienen. Als derde wordt er bij
publieke goederen ook gekeken naar het proces, ookwel de input. Bij de private goederen wordt er
gekeken naar het eindproduct: hoeveel geld is er verdiend? Als vierde is het bij publieke goederen
lastig om prestatie indicatoren vast te stellen, dit komt door de meervoudige kwaliteitseis. Als vijfde is
het in de publieke sector moeilijk om in te spelen op vraag en aanbod. Hierdoor is er vaker sprake van
onder- en overconsumptie. Voorbeeld: een ziekenhuis staat er, en wordt niet afgeschaald bij een
lagere vraag. Bij de productie van computers wordt de productie wel afgeschaald bij lagere
verkoopcijfers. Als zesde zijn publieke diensten zelden een op zichzelf staand goed. In de
dienstverlening moeten verschillende organisaties samenwerken om tot doelrealisatie te komen. Dit is
lastig omdat elke burger een andere hulpvraag nodig heeft waar andere instanties voor nodig zijn.
Voorbeeld: rondom het probleem van hangjongeren in een stad moet jeugdzorg samenwerken met
bijvoorbeeld scholen, social workers, jeugdpsychiatrie en gevangenissen.
In het paradigma New Public Management wordt er vanuit de gedachte gewerkt dat er meer
marktgericht gewerkt wordt, waardoor werknemers in de publieke sector zich minder zouden moeten
laten leiden door public service motivation. Hierdoor zouden werknemers in de publieke sector als
zogeheten ‘agents’ moeten gedragen. Ze zijn berekenend, opportunistisch, streven eigen belang na
en zijn niet gemotiveerd om het publieke belang te dienen. Binnen de publieke dienstverlening
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper isoldeprenger. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.