Alle belangrijke begrippen van het vak Inleiding tot het recht, gegeven door Prof B. Demarsin in het academiejaar . Elk begrip is beknopt weergegeven, waardoor je het gemakkelijk kan leren. Dit vak wordt gegeven in de bachelor politieke wetenschappen, sociale wetenschappen, communicatiewetenschappe...
Deel I
Hoofdstuk 1
Objectief recht: de gedragsregels; het geheel van imperatieve door de overheid afdwingbare regels,
voor de uiterlijke gedragingen van de rechtssubjecten
Subjectief recht: het recht op iets hebben via de gedragsregels
Equivalentieleer: elke fout moet als oorzaak van de schade beschouwd worden als de schade zonder
die fout niet zou zijn voorgekomen
Hoofdstuk 2
Imperatieve regels: drukken uit wat anders kan, maar niet anders mag
juridische verbintenissen
Resultaatsverbintenis: verbintenis tot resultaat tenzij overmacht
Garantieverbintenis: verbintenis tot resultaat zelfs bij overmacht
Middelenverbintenis: er wordt een gewenst resultaat opgesteld, maar als die niet bereikt
wordt kan geen partij aansprakelijk worden gesteld
(Bonus pater familias): Verplicht om te handelen zoals een goed huisvader
→ soms verwacht men slechts die mate van zorgvuldigheid die men
aan eigen zaak zou besteden (Culpa levis in concreto)
Aleatoir karakter: een resultaat dat voor een stuk afhangt van het toeval vb. genezing van een zieke
Gebonden bevoegdheid: geen vrijheid voor het bepalen van inhoud of vorm van de beslissing
Discretionaire bevoegdheid: beleidsvrijheid van de overheid
Evenredigheidstoets: toetsen of een beslissing de grenzen van de redelijkheid niet overschrijdt
Geldschuld: schuld waarvan de waarde gekend is
Waardenschuld: bedrag niet gekend, rechter bepaalt de schuld
Dwangsom: middel om druk uit te oefenen zodat een van de partijen de verbintenis nagaat, als die die
niet nakomt
Manu militari: met overheidsdwang
Pecuniaire vergoeding: financiële vergoeding
Forfaitair: volgens een vastgestelde norm
Compesatoire interest: Waardeschulden, Vergoeding voor wanprestatie of vertraagde betaling
schadeloosstelling, Rentevoet vrij door rechter bepaald, Werkelijke schade moet bewezen worden,
Meestal geen ingebrekestelling vereist
, Moratoire interest: Geldschuld, Vergoeding voor laattijdige betaling van bepaalde geldsom, Wettelijke
intrestvoet (2%), Forfaitaire schadevergoeding: schuldeiser moet geleden schade niet
bewijzen, meestal ingebrekestelling vereist
Ingebrekestelling: de schriftelijke mededeling van de schuldeiser waarbij de schuldenaar wordt
aangemaand om de overeengekomen prestatie te verrichten
Verjaring: na een bepaalde tijd worden bepaalde rechten niet langer opeisbaar
Anatocisme: interest op interest
Verbod op eigenrichting: de overheid heeft een monopolie op fysieke dwang, die mag je zelf niet
uitvoeren
Privilège du prealable: de overheid kan handelen zonder tussenkomst van een rechter, bevat dus al
een uitvoerbare titel in tegenstelling tot de particulier die deze moet verschaffen
Arbitrage: is een particuliere rechtspraak (rechtspraak buiten de gewone rechter om)
Wederkerige overeenkomst: juridisch verbindende afspraak, waarbij de ene partij belooft iets in ruil
voor een tegenprestatie van de andere
Exeptio non adimpleti contractus: wanneer de partij die eerst zijn prestatie moet leveren die niet
nakomt, kan de ander zijn tegenprestatie opschorten
Retentierecht: Rechtmatige bezitter van andermans zaak houdt die achter tot moment dat zijn
opeisbare schuldvordering m.b.t. die zaak is voldaan
Bewijsovereenkomst: Onderling een vorm van bewijs afgesproken die de rechtsverhouding kan
bewijzen, niet afgesproken vormen worden uitgesloten
Vaststellingsovereenkomst: het geschil onderling oplossen, zonder tussenkomst van de rechter
Dading: wederzijdse toegeving van de partijen, elke partij claimt iets minder dan oorspronkelijk
Bindende derdenbeslissing: een onzeker punt aan een onpartijdige derde voorleggen, zijn beslissing
is bindend (rechter kan marginaal toetsen)
Arbitrage: voor je naar het gerecht gaat, probeer je zelf het conflict op te lossen door bijvoorbeeld een
arbiter aan te stellen, die onafhankelijk is en het geschil buitengerechtelijk beslecht
Uitvoerbare titel: het originele stuk dat een deurwaarder nodig heeft om tot executie te kunnen
overgaan
Natuurlijke verbintenissen: morele plichten
Hoofdstuk 3
Lex specialis derogat generalibus
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper TomKarels. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.